“De meest gehate club ter wereld”, zo omschreef journalist Simon Kuper BFC Dynamo ooit, en in de DDR stond de club bekend als Elf Schweinen. Doordat er aan verschillende titels een luchtje zat, werd het ook Schiebemeister genoemd, wat zoveel betekent als valsspelende kampioen. Boven een Amerikaans artikel over Dynamo stond de titel The Darth Vader of East German Soccer.

Weinig complimenteus dus. De belangrijkste reden voor alle haat was dat BFC Dynamo de voetbalclub van het Ministerie van Staatszekerheid was en bijna iedereen verafschuwde de Stasi en Erich Mielke, de belangrijkste man van die organisatie. Dat de club vanaf de jaren zeventig ook nog eens de helpende hand werd toegestoken zorgde helemaal voor een grote afkeer. Die hulp, in combinatie met een heel goede spelersgroep, leverde wel tien landskampioenschappen op rij op. Een wapenfeit waar veel spelers van vinden dat ze er te weinig krediet voor hebben gekregen.

Verhuizing

Maar laten we beginnen bij het begin. De roots van BFC Dynamo gaan terug tot 1954. Dat jaar werd Dynamo Dresden (dat daarna verderging met jeugdspelers en jaren nodig had om te herstellen) gedwongen te verhuizen naar Oost-Berlijn. De stad had namelijk geen voetbalclub die de strijd aankon met de grootmachten uit West-Berlijn; Hertha, Tennis Borussia en Tasmania. Er werd besloten om zowel KVP Leipzig als Dynamo Dresden gedwongen te laten verhuizen. Het Ministerie van Defensie werd verantwoordelijk voor KVP Leipzig en hernoemde de club Vorwärts Berlin.

Dynamo Dresden werd SC Dynamo Berlin en viel onder de verantwoordelijkheid van de Stasi. Het was een omnisportvereniging met verschillende afdelingen. De voetballers hadden geen prioriteit en waren dan ook niet erg succesvol. Regelmatig degradeerde de club naar het tweede niveau. Mielke was een groot voetbalfan maar bemoeide zich in het begin weinig met de club. Voetbal was tot en met 1965 ook geen belangrijke sport voor de overheid. Dat veranderde nadat in West-Duitsland de Bundesliga ontstond.

Dynamo Berlin

De DDR wilde niet achterblijven en er gingen voortaan ook middelen naar het voetbal. Niet alleen werd geld in de sport gestoken, ook werd van hogerhand besloten dat er tien eliteclubs in de DDR moesten komen waar al het talent heen zou gaan. Uit iedere regio werd één club gekozen, met uitzondering van Oost-Berlijn, dat er twee zou krijgen. Naast het succesvolle Vorwärts Berlin werd dat Dynamo Berlin. Daarom werd besloten om de voetbaltak af te splitsen van de rest. Er kwam ook een naamsverandering en de club ging voortaan door het leven als BFC Dynamo, al is in Nederland de oude naam altijd blijven hangen.

Net zoals Union Berlin werd Dynamo opgericht in januari 1966. De vijftiende in dit geval. Ondanks deze veranderingen bleef Vorwärts de absolute topclub van Oost-Berlijn. Dat veranderde pas toen de club honderd kilometer naar het oosten werd gestuurd en in Frankfurt Oder moest gaan spelen. Kwade tongen beweren dat Mielke erachter zat, maar dat lag een stuk genuanceerder. Feit is wel dat het ervoor zorgde dat Dynamo alle jeugdspelers van Vorwärts kreeg en juist dat is de reden geweest waarom de club zo succesvol werd.

In 1971 won Dynamo Dresden de dubbel. Doordat BFC Dynamo verliezend bekerfinalist was, mochten ze in 1971-1972 aan de Europa Cup II meedoen. Het Europese debuut werd een groot succes. Na onder andere Cardiff City en Beerschot te hebben uitgeschakeld, was in de halve finale broederclub Dynamo Moskou de tegenstander. Voor de liefhebbers van communistische geheime diensten een droomduel, want het was eigenlijk de Stasi tegen de KGB. De Sovjets wonnen na strafschoppen, maar verloren de finale van Rangers.

In hetzelfde seizoen werd BFC Dynamo, dat nog nooit een rol van betekenis had gespeeld in de competitie, tweede. Hierdoor mochten ze in 1972-1973 meedoen aan de UEFA Cup. Er werden wat clubs uitgeschakeld en toen stuitten ze op het Liverpool van Bill Shankly. In Berlijn bleef het 0-0, maar op Anfield waren de Reds met 3-1 te sterk. Uiteindelijk won Liverpool de beker.

Dominantie

Daarna zakte BFC Berlin weer terug naar de middenmoot. Zoals Carl-Zeiss Jena en Vorwärts Berlin de jaren zestig beheersten, was er in de jaren zeventig ook een tweetal clubs dat alles domineerde: Dynamo Dresden en 1. FC Magdeburg, die samen acht landstitels wonnen. In 1978 was het weer raak in Dresden. Bij het banket na afloop was Mielke ook aanwezig. Hij sprak daar zijn beruchte woorden dat het mooi was dat Dynamo Dresden had gewonnen, maar dat het nu tijd was voor het als derde geëindigde BFC Dynamo om kampioen te worden. Het bleken profetische woorden, want de tien jaar erop werd de club uit Oost-Berlijn steeds landskampioen. Daarnaast werden ook twee bekers gewonnen.

Gek genoeg was het in Europa vaak niets. Twee keer werd de kwartfinale van de Europa Cup I bereikt. In 1980 was Nottingham Forest te sterk en in 1984 AS Roma, maar de andere acht keer waren de eerste twee rondes het eindstation. Dat kwam met name door de slechte prestaties in uitwedstrijden. Daar was BFC Dynamo vaak een konijntje dat ineens grote koplampen zag. De ergste nederlaag was in 1988 tegen Werder Bremen. In Oost-Berlijn had Dynamo met 3-0 gewonnen. Niets aan de hand dus. Mielke zat al te gniffelen, omdat eindelijk De Kapitalist werd uitgeschakeld. Maar hij lachte te vroeg, want aan de Weser werd het 5-0 voor Werder Bremen en Dynamo lag eruit.

Hulp

Het Europese uitcomplex van Dynamo is een van de grote raadsels uit de jaren tachtig, al zeggen supporters van andere clubs uit die tijd dat het eenvoudig te verklaren is. In Europa kreeg de club namelijk geen hulp van de scheidsrechters. In de DDR was het een publiek geheim dat de arbitrage op de hand van Dynamo was. Vaak hoefde er geen directe instructie te worden gegeven. Scheidsrechters wisten namelijk dat de Stasi visa voor het buitenland regelde. Als je tegen Dynamo floot, kon je dat visum wel vergeten en juist die tripjes naar Europese wedstrijden waren zo lekker. Daarom gingen bijna alle fiftyfiftybeslissingen naar de Stasiclub, tot woede van andere supporters. Als BFC Dynamo naar uitwedstrijden ging, hingen fans van de tegenstander spandoeken op met teksten als ‘Welkom Dynamo en jullie scheidsrechter’.

Als je nu iets leest over de club lijkt het alsof de scheidsrechters ervoor hebben gezorgd dat Dynamo die tien titels op rij won. Volgens Bodo Rudwaleit, doelman van Dynamo van 1977 tot en met 1990 en tegenwoordig keeperstrainer van de club, is dat overdreven en lag het vooral aan de kwaliteit van de ploeg dat er zoveel gewonnen werd, al ontkent hij niet dat de scheidsrechters hen zeker bevoordeelden. “We hadden een geweldige ploeg. Doordat we altijd werden neergezet als bedriegers wilden wij ze wel eens wat laten zien. Natuurlijk waren er weleens beslissingen waarvan ik dacht: is dat nou nodig? Aan de andere kant werd er altijd ‘BFC Scheidsrechters’ geroepen na een winstpartij, ook al was de wedstrijd eerlijk verlopen. Je kon dus nooit winnen als Dynamo-speler.”

Der Schand-Elfmeter von Leipzig

Als je leest over de bevoordeling van BFC Dynamo door scheidsrechters komt er altijd één voorbeeld bovendrijven: Der Schand-Elfmeter von Leipzig. In 1985-1986 streden BFC Dynamo en Lokomotive Leipzig om de titel. Tijdens het onderlinge duel in Leipzig staat Lok lange tijd met 1-0 voor, totdat het ineens een rode kaart krijgt en even later een strafschop tegen. Die gaat erin en Dynamo wint uiteindelijk de titel met twee punten voorsprong op Lokomotive. De strafschop zorgt voor veel woede. Verslaggever Wolfgang Hempel schreeuwt “DIT KAN NIET WAAR ZIJN!” op het moment dat Dynamo de penalty krijgt. Iedereen is ervan overtuigd dat het doorgestoken kaart is, ook al hebben alleen de 13.000 man in het stadion het gezien. De wedstrijd werd namelijk niet op tv uitgezonden.

Maar volgens de Oost-Duitse voetbalfans is het allemaal té toevallig. Vlak voor tijd krijgt een speler van Lokomotive een tweede gele kaart omdat hij te vroeg uit het muurtje is gelopen bij een vrije trap. Daarnaast zijn er al vijf minuten blessuretijd bij getrokken als de strafschop wordt gegeven. Communistische partijbobo’s van de afdeling Leipzig zijn woedend en eisen een onderzoek. Omdat er zoveel boosheid is, besluit de Oost-Duitse voetbalbond scheidsrechter Bernd Stumpf te slachtofferen en hem voor het leven te schorsen. Ook worden alle leden van de scheidsrechterscommissie vervangen. Het levert weinig op, want de aversie tegen Dynamo wordt steeds groter.

Jaren na de val van de Muur, in 2000, vindt een journalist van Die Zeit een videoband met daarop beelden van de beruchte wedstrijd. Die waren opgenomen door iemand van de club om later op de training te gebruiken. Tot verbazing van de journalist blijkt het een zuivere strafschop te zijn geweest en heeft Stumpf daar de juiste beslissing genomen. Dynamo heeft veel voordeeltjes gehad, maar juist de meest beruchte strafschop blijkt er daadwerkelijk eentje te zijn geweest. Middenvelder Bernd Schulz, ook een speler die betrokken was bij alle kampioenschappen, merkte dat de haat tegen Dynamo ieder seizoen groter werd, maar na de Schand-Elfmeter is er geen houden meer aan. Overal worden de spelers uitgescholden voor Stasi-Schweinen.

Dubieus

In een interview in Die Zeit blikt hij daarop terug. “Hoe meer we wonnen, hoe groter de haat werd. Het gaat vaak over onze rivaliteit met Union, maar in de provincie werden we nog meer veracht. In armere steden als Aue, Böhlen en Zwickau konden ze ons wel kapotschieten en dat had niet alleen met voetbal te maken. Veel mensen daar hadden al maandenlang geen fruit gezien en dan zaten wij na de wedstrijd in de spelersbus onze lunchpakketjes open te maken. Als zij dan de sinaasappels en bananen zagen, werden ze gek en bekogelden de bus.”

Door de slechte reputatie van BFC Dynamo hangt er een zweem van dubieusheid rondom de tien kampioenschappen. Frank Rohde was de ausputzer van het elftal en was bij alle landstitels betrokken. Na de val van de Muur speelde hij nog voor HSV en Hertha BSC. Het steekt hem nog altijd dat BFC Dynamo niet de waardering krijgt die het volgens hem verdient. “Wij waren de kwaadaardige Stasiploeg die altijd werd geholpen en spelers stal. Zo worden we altijd neergezet. Maar we waren ook voetballers die goed met elkaar konden opschieten en onderling veel plezier hadden.

De meeste spelers kenden elkaar al vanuit de jeugd van Dynamo. Op Andreas Thom en Frank Pastors na kwam iedereen uit de eigen jeugdopleiding. Kom daar tegenwoordig maar eens om. Wij verdienen echt veel meer krediet, maar zullen dat nooit krijgen door de link met de Stasi.”

Val van de Muur

Zodra de Muur viel, wisten de Dynamo-spelers niet hoe snel ze naar de Bundesliga moesten vertrekken. Andreas Thom was de eerste die in december 1989 naar Bayer Leverkusen ging. Niet veel later vertrokken Thomas Doll en Frank Rohde naar HSV. Het bracht miljoenen op, maar zelfs met dat geld kon Dynamo geen speler vasthouden. Rainer Ernst (Kaiserslautern), Hendrik Herzog (Schalke 04), Heiko Bonan (VfL Bochum) en Burkhard Reich (Karlsruher SC) lieten Dynamo ook snel achter zich en het spelersverloop stopte maar niet. Voor trainer Jürgen Bogs was het een ramp: “In de eerste twee jaren na de Wende verloor ik twee hele elftallen. Iedere wedstrijd zaten er scouts op de tribune. Ook bij jeugdwedstrijden, want wij hadden een geweldige opleiding.”

Het geld verdween razendsnel in allerlei dubieuze zakken. Het gevolg was dat BFC Dynamo in 1991, toen de Oost-Duitse competitie werd opgeheven en bij die van het westen werd gevoegd, slechts elfde werd en zich niet kwalificeerde voor de twee hoogste niveaus en in een regionale competitie moest spelen. De club heette toen overigens geen BFC Dynamo meer maar FC Berlin. Dat was een jaar eerder gedaan om de link met de Stasi te verdoezelen. Maar daar trapte natuurlijk niemand in. Eens Stasi-Schweinen, altijd Stasi-Schweinen. Dat werd overal gezongen als FC Berlin op bezoek kwam. De eigen supporters vonden de nieuwe naam ook helemaal niets en wilden de oude naam weer terug, dus werd in 1999 besloten weer als BFC Dynamo door het leven te gaan.

Regionalliga

Dat leverde weinig successen op. De club bleef op en neer gaan tussen het vierde en vijfde niveau en in 2001 leek er een einde te komen aan het befaamde Dynamo. Er werd surseance van betaling aangevraagd. Supporters besloten in te grijpen en geld in te zamelen. In 2004 waren de financiële problemen weer voorbij. De sportieve nog niet, want Dynamo bleef jojoën tussen de lagere divisies. Een ander probleem was en is het oude logo. Dat willen de supporters ook graag terug, maar dat is gecompliceerd. De club had er na de val van de Muur geen copyright op aangevraagd en het is nu in handen van twee Hells Angels die ook een kroeg voor rechts-extremisten runnen. Wie merchandise maakt met het oude logo erop moet tien procent aan hen afdragen. Zelfs voor een spandoek moet je toestemming vragen als je niet op onaangenaam bezoek zit te wachten. De club probeert nog steeds om het terug te krijgen, maar dat lijkt er voorlopig niet in te zitten.

Qua resultaten is de club de laatste jaren wel stabiel. Sinds 2014 is Dynamo een vaste waarde in de Regionalliga, de vierde divisie. Ook werd de Berliner Pokal het afgelopen decennium maar liefst vijf keer gewonnen. Het leverde mooie bekerwedstrijden op tegen Kaiserslautern (al werd dat een veldslag op de tribunes), VfB Stuttgart, Schalke 04 en 1. FC Köln. De club heeft een grote en florerende jeugdopleiding en hoopt ooit eens te promoveren naar de Derde Liga. Het beschouwt zichzelf als de enige ware Dritte Macht van Berlijn en gezien het verleden heeft het wel recht op die titel. Maar de toeschouwersaantallen blijven achter. Meestal komt er een mannetje of vijfhonderd opdagen voor een normale competitiewedstrijd. Als de club echt wil groeien, zal het moeten promoveren.

Voetbalstad Berlijn

Dit is een hoofdstuk uit Voetbalstad Berlijn, geschreven door Joris van de Wier, te bestellen via de Staantribune Webshop en nu ook verkrijgbaar als welkomstgeschenk bij een abonnement op Staantribune.

Bert Westerink, schrijver van ‘Onmachtig of onmeunig – Een seizoen met FC Twente in de Keuken Kampioen Divisie schreef in het Friesch Dagblad een verhaal over voetbal achter het IJzeren Gordijn, waarin die ‘Elf Schweinen’ van BFC Dynamo ook ter sprake komen. Oost-Duits talent mocht niet op de transfermarkt te gelde worden gemaakt. De carrière van Dresden-middenvelder Gerd Weber werd er om geknakt, waarbij Enschede ongewild een rol speelde.