De komende dagen lichten we alle boeken uit die zijn genomineerd voor de verkiezing van Voetbalboek van het Jaar 2019. Je kunt tot en met aanstaande zondag (8 maart) stemmen op jouw favoriete titel. Vandaag: Verdwenen Profclubs, het boek van Martijn Schwillens. Een fragment:
Het dorp Veendam heeft 25.000 inwoners. Dat er ooit betaald voetbal is gespeeld, is in die zin eerder een wonder te noemen dan een vanzelfsprekendheid. Dat komt door de lokale aardappelzetmeelindustrie in de Veenkoloniën. Die floreert op het moment dat het betaald voetbal zijn intrede doet in Nederland. Veenbaronnen als Duintjer en Wilkens hebben de nodige affiniteit met voetbal. Bovendien is Veendam 1894, de plaatselijke amateurclub, een jaar eerder gepromoveerd naar de eerste klasse. Bij de amateurs trekt de club al regelmatig meer dan tweeduizend toeschouwers. “Een grote meerderheid van de leden heeft er in 1954 voor gekozen om de overstap naar het betaald voetbal te wagen. Temeer omdat de grote directeur van zetmeelfabrieken in deze regio zich achter het idee had geschaard”, verduidelijkt Fleurke.
Maar liefst 103 van de 118 leden stemmen in met profvoetbal. “De directeur, de heer Roelofs, zei letterlijk: ‘Ik gun mijn werknemers elke twee weken dit verzetje.’ De coöperatie van de zetmeelfabrieken financierde indirect ook de transfers van spelers uit de omgeving, die als semiprof (15 gulden voor een gewonnen wedstrijd, 10 gulden bij een gelijkspel en 5 gulden bij een verloren partij) aan de slag gingen bij SC Veendam en deeltijds aan het werk gingen in de fabriek. Met Bart Nijland kreeg Veendam later ook iemand uit deze regio in het KNVB-bondsbestuur. Die heeft er mede voor gezorgd dat Veendam bij de grote sanering van het betaald voetbal in 1971 (opheffing tweede divisie) behouden bleef, want juist in die tijd speelde Veendam regelmatig voor hooguit duizend toeschouwers. Want het is echt niet zo dat Veendam altijd een grote aantrekkingskracht heeft gehad op de voetballiefhebbers in Oost-Groningen. Zo eerlijk moet ik wel zijn.”
Beenhakker
De statistieken geven overigens een ander, wat positiever beeld, maar het is bekend dat veel clubs in die jaren bewust de toeschouwersaantallen laag communiceren omdat een soort recreantenbelasting betaald moet worden over elk verkocht kaartje. Bovendien is Veendam juist in de aanloop naar de ‘Grote Sanering’ drie seizoenen (1965-1968) actief geweest in de tweede divisie, dus onlogisch zijn de woorden van Fleurke niet. In die sportief magere jaren gaat de geboren Veendammer voor het eerst naar De Langeleegte. “Leo Beenhakker begon net aan zijn carrière als trainer. Hij stapte als 26-jarig broekie binnen voor zijn eerste klus. Uiteindelijk heeft hij vier jaar bij Veendam gezeten. Hij heeft exact één wedstrijd minder op de bank gezeten aan De Langeleegte dan bij Real Madrid”, lacht Fleurke, die zelf in 1970 gaat spelen bij Veendam 1894. “Zodra je negen werd, mocht je lid worden. Op zaterdagochtend speelden we onze eigen wedstrijdjes en op zaterdagmiddag gingen we op de tribune zitten om naar het C-elftal te kijken.”
Fleurke is van christelijke huize. Veendam speelt op zondag, dus het is eigenlijk niet de bedoeling dat hij op die dag naar het stadion gaat. “Maar op zondagmiddag ging ik altijd bij een vriendje spelen die aan het Prins Hendrikplein woonde. Dat was letterlijk de weg oversteken en dan was je bij De Langeleegte. De tweede helft kon je altijd gratis naar binnen en we wisten ook wel wat hoekjes waar je ongezien naar binnen kon glippen. Sowieso probeerden we ons altijd zo onopvallend te gedragen, want ik wilde niet dat collega’s van mijn vader de dag erop aan hem zouden vertellen dat ik stiekem naar Veendam was wezen kijken. Voor en na schooltijd waren we ook altijd in de buurt van het stadion aan het voetballen. Het zwembad lag in die tijd ook nog achter de hoofdtribunes. De Langeleegte was in mijn jeugd zo’n beetje mijn tweede thuis”, herinnert hij zich. “Iedereen die ik ken vindt het doodzonde dat de club niet meer bestaat.”
Stemmen
De verkiezing Voetbalboek van het Jaar is een publieksprijs. Een Staantribune-jury heeft vijftien boeken geselecteerd, waarop je via deze website kunt stemmen.
Prijsuitreiking
De prijsuitreiking is op zaterdag 14 maart, vanaf 15.00 uur, bij boekhandel Donner in Rotterdam. Alle boeken worden in het zonnetje gezet en de top 3 wordt bekendgemaakt. De uitreiking is uiteraard voor iedereen vrij toegankelijk.