Engeland heeft veel vernederingen meegemaakt op het voetbalveld, met de nederlaag tegen IJsland op het EK 2016 als voorlopig laatste hoofdstuk van een heel dik boek. Een van de andere hoofdstukken gaat over het record van Davide Gualtieri. Stuart Pearce wordt nog weleens badend in het zweet wakker als hij aan deze San Marinees denkt.
In november 1993 moest Engeland met zeven doelpunten verschil van San Marino winnen en hopen op een nederlaag van Nederland in Polen. Alleen dan zouden de Engelsen naar het WK in de Verenigde Staten gaan. Maar na 8,3 seconden had Gualtieri, terwijl radiocommentator Jonathan Pearce nog bezig was sponsor Tennent’s te pluggen, mede dankzij een te zachte terugspeelbal van Stuart Pearce al gescoord. Engeland won uiteindelijk met 1-7, maar dat was niet genoeg. Manager Graham Taylor werd de volgende dag afgemaakt in de tabloids en ook voor Stuart Pearce had niemand een goed woord over.
Jeugdheld
Door zijn snelle doelpunt en record staat de naam van Davide Gualtieri in mijn geheugen gegrift. Hij is een van mijn drie helden van de kleine voetballanden, samen met Jens Martin Knudsen van de Faeröer en Peter Jehle van Liechtenstein. Idool is misschien een groot woord, maar ik zou meteen een nier aan hem afstaan mocht hij die nodig hebben. Het doelpunt van Davide Gualtieri is op het moment dat ik afreis naar San Marino nog altijd het snelste dat ooit is gescoord in een WK-kwalificatiewedstrijd, een record.
Ironie
De ironie is dat uitgerekend Davide Gualtieri, een speler van het slechtste voetballand van Europa, dit record in handen heeft. Een land waarover Engelse journalisten vaak denigrerende stukken schrijven. Er gaat geen jaar voorbij zonder dat er een ‘opiniestuk’ in de Britse pers staat dat San Marino niets te zoeken heeft in de kwalificatiegroepen en dat het de Engelsen onnodig vermoeit. Ik denk ook dat als de Three Lions niet meer tegen San Marino zouden spelen Engeland een volle prijzenkast zou hebben. Dat het altijd San Marino is dat wordt uitgelicht, is opvallend te noemen. Het doelpunt van Gualtieri lijkt stiekem nog steeds pijn te doen.
Micronics
Na een paar mislukte pogingen lukt het op mijn laatste dag in San Marino om Gualtieri te spreken te krijgen. Hij werkt tegenwoordig in een computerwinkel genaamd Micronics. Bij binnenkomst zie ik alleen een blonde vrouw. Ik vraag aan haar of Davide Gualtieri aanwezig is. Zodra ze mij hoort praten, verschijnt er een glimlach. Zij weet al genoeg. Geen Italiaans, dat zal een journalist zijn die komt voor het snelle doelpunt. “Ik ben de vrouw van Davide. Hij zal er zo zijn”, antwoordt ze vriendelijk.
En inderdaad, ineens verschijnt de legende in de winkel. Ik val bijna flauw, maar probeer mij niet te veel als een fanboy te gedragen. Gualtieri is een sympathieke, wat kleine man. Hij verontschuldigt zich dat hij amper Engels spreekt, maar geeft aan dat zijn vrouw zal vertalen. Uiteraard vraag ik hem als eerste naar hét doelpunt. Gualtieri lacht, want dat had hij wel verwacht. “Die snelle goal was vooral een kwestie van geluk. Ik ben niet eens een spits. Het is ook mijn enige doelpunt voor San Marino. Helaas scoorde ik zo snel dat mijn broer het heeft gemist. Hij zat nog niet op z’n plek, haha.”
“Natuurlijk is het geweldig om te scoren en dan ook nog eens tegen Engeland, maar het was eigenlijk nog knapper dat we de voorsprong twintig minuten vasthielden. Uiteindelijk verloren we met 1-7 en ik had verwacht dat het doelpunt daarna snel vergeten zou zijn. Maar tot de dag van vandaag komen journalisten langs, vooral als het een kroonjaar is.”
Apocalyps
Het snelle doelpunt zal Gualtieri voor altijd blijven achtervolgen. Waar Engelsen er met afschuw aan terugdenken, is het voor andere landen juist een vreugdemoment. Voor de Schotten bijvoorbeeld. Gualtieri: “Anderhalf jaar na mijn doelpunt tegen Engeland speelden we tegen Schotland. Ik wist natuurlijk wel dat er enige rivaliteit tussen die twee landen was, maar niet dat die zo heftig was. Er kwamen Schotten in de winkel om mijn handtekening vragen en supporters hadden de naam Gualtieri achter op hun Schotse shirt laten zetten, haha.”
“Helaas kon ik zelf niet meespelen door een blessure. Ik vond het wel mooi om te zien wat voor impact mijn doelpunt heeft gehad. Ik wist niet dat het zo groot was in Groot-Brittannië. Zo stuurde later iemand een krant op uit Engeland van de dag na de wedstrijd. Daar stond op de voorpagina met chocoladeletters END OF THE WORLD en daarnaast mijn foto. Ik werd gezien als de Apocalyps, haha.”
Rijkaard
Mede door blessures speelde Gualtieri minder interlands dan hij had gehoopt. Uiteindelijk bleef hij steken op negen, maar het zijn onuitwisbare herinneringen. Zo kwam hij onder meer uit tegen Nederland, een ploeg die ontzettend veel indruk op hem maakte. “Het Nederlands Elftal is het sterkste team waar ik ooit tegen heb gespeeld. Jullie hadden echt een topploeg toen. Bergkamp deed mee, de broertjes De Boer, Overmars, Wim Jonk. Ik stond voorin tegenover Ronald Koeman en Frank Rijkaard. Dat waren echte toppers.”
“Met Koeman heb ik nog mijn shirtje geruild na afloop. Het was heel gek om tegen Rijkaard te spelen. Ik ben supporter van Juventus en dan sta je ineens tegenover een verdediger van je grote rivaal AC Milan. Dat is net een droom. Dat zijn de leuke dingen die je meemaakt als voetballer van San Marino.”
Amateurteam
Gualtieri kijkt met veel genoegen terug op zijn interlandcarrière. “Mensen zeggen weleens dat ik pech heb om San Marinees te zijn, omdat wij altijd verliezen. Maar ik vind juist dat ik geluk heb. Een speler met mijn capaciteiten had in geen enkel ander land international kunnen worden. Ik heb de droom geleefd en dat telt ook voor mijn teamgenoten. Tijdens mijn reizen heb ik gemerkt dat veel mensen sympathie hebben voor San Marino. Zij kunnen zich met ons identificeren. Iedereen bij San Marino was amateur en voor interlands kregen wij hooguit een kleine onkostenvergoeding.”
“Wat dat betreft zijn wij hetzelfde als ieder ander amateurteam in de wereld, alleen mogen wij tegen Engeland, Nederland en Duitsland spelen omdat wij een land zijn. Veel mensen vinden dat leuk en hebben daardoor sympathie voor ons. Ik heb ook nooit meegemaakt dat we werden uitgelachen of bespot en ik denk dat het komt doordat veel mensen zich in ons herkennen.”
Als we afscheid nemen, vraagt zijn vrouw of zij een foto van ons samen mag maken. Uiteraard wil ik dat wel, op de foto met een van mijn jeugdhelden.
Dit is een fragment uit het boek Pot 6 – Op bezoek bij de voetbaldwergen van Europa van Joris van de Wier, alleen te bestellen in de Staantribune webshop.