Objectief gezien is dit mijn allerslechtste plan ooit. Tegelijkertijd is dit mijn beste plan ooit. Op 24 februari 2022 ben ik namelijk begonnen aan mijn langste wandeltocht tot nu toe, zo’n tweeduizend kilometer door Groot-Brittannië. Onderweg ga ik – The Rambling Groundhopper – jawel, groundhoppen.
“Steve Bruce described West Bromwich’s 1-0 defeat to Birmingham today as the worst game of football I’ve ever seen’. Considering Steve Bruce himself has seen every game involving a Steve Bruce side, that’s truly horrifying. Thoughts with all those who had to sit through it.” Het is een pakkende samenvatting van Football Ramble op Twitter over een wedstrijd die alles had om geweldig te zijn, maar door letterlijk een constructiefout niet tot grote hoogte kwam.
Birmingham
Ik ben ondertussen aangekomen in Birmingham en heb dus ongeveer een derde van mijn tocht erop zitten. Dus wordt het langzamerhand tijd om de rekening op te maken als het gaat om het bouwgedrag van Britten. Al eerder heb ik vraagtekens gezet bij de stedenbouwkundige keuzes om uiterwaarden vol te bouwen, maar daarnaast maken Britten nogal vreemde keuzes als het gaat om de constructie van gebouwen. Het zijn vaak hokkerige huisjes omdat het concept vierkante meter hier niet lijkt te bestaan.
Ten eerste weten ze niet wat een meter is en ten tweede zijn ze alleen geïnteresseerd in hoeveel slaapkamers een woning heeft. Dus is het doel om zoveel mogelijk kleine kamertjes te maken in een huis, zodat de woningwaarde omhoog kan. Daarnaast lopen er regelmatig waterleidingen langs de buitenkant van het huis en is vervolgens iedereen verbaasd dat je leidingen stukvriezen, lopen er regelmatig stroomdraden langs de gevels en zit je dus bij elk zuchtje wind zonder stroom.
Geen water of stroom
Het gebeurt dan ook regelmatig dat er nauwelijks waterdruk is of de stroom uitvalt, al moet ik bekennen dat het deze trip minder is dan voorheen. Om over de vele kolenkachels, enkel glas en muren van bordkarton nog maar te zwijgen. Om het af te maken, hebben de Britten ook een ongekende voorliefde voor het overal tapijt leggen op plekken waar dat echt extreem onhandig is, zoals pubs vol wandelaars en badkamers. Kritische vragen hierover worden niet op prijs gesteld, heb ik gemerkt.
Ik begin mijn zoektocht naar ‘Engels bouwen’ bij Birmingham City FC. Daar waar de meeste Leagueclubs geen interesse in mijn wandeltocht hebben, zijn de Blues zeer gastvrij. David Brown heeft een hoop tijd in zijn agenda voor mij vrijgemaakt en laat me het stadion zien. De prijzenkast is niet geweldig gevuld. Ik krijg hun gewonnen League Cup uit 2011 in mijn handen gedrukt. Blijkbaar zijn ze er ook niet heel erg aan gehecht.
Renovering hoognodig bij Birmingham City
We wandelen rustig door het stadion, terwijl ik hem zijn hemd van het lijf vraag en er bouwvakkers bezig zijn in het stadion. Dat lijkt wat vreemd en dat is het ook zo midden in het seizoen. De Kop Stand en Tilton Road Stand zijn namelijk gebouwd in 1994 en zien er nog redelijk nieuw uit, maar er staan wel allemaal steigers. Dat de renovering hoognodig was, lijkt evident.
De Bluenoses staan niet bekend als kostschooljongetjes en in de laatste wedstrijd in het seizoen 1984-1985 tegen Leeds United – ook geen schatjes – overleed een jongetje toen een muur op hem viel. De oude stands werden vervolgens gesloopt en de nieuwe gebouwd.
Tot zover geen klachten, ware het niet dat er niemand de fundamenten had geïnspecteerd. Die bleken de oude tribunes wel te kunnen houden, maar totaal niet geschikt te zijn voor de nieuwe stands. Dat het een paar decennia duurde om daarachter te komen, laten we maar even voor wat het is.
National Trust
Om meer te weten te komen over de oorsprong van dit bouwgedrag gaan mijn meeloper en ik naar de Back to Back houses. Dat zijn een soort hofjes waarin de ruggen van de huizen tegen elkaar aan zijn gebouwd. Enkelsteens welteverstaan. Dus van enige vorm van privacy was geen sprake. Omdat de bouwkwaliteit erbarmelijk is, aldus onze gids, zijn ze bijna allemaal weer gesloopt en zijn er maar een paar overgebleven, die tegenwoordig door de National Trust worden beheerd.
Het is inderdaad erg boeiend om de matige sanitaire voorzieningen, het gebrek aan stromend water en bouwkundige onkunde in het echt te zien, al moeten mensen van mijn lengte eigenlijk met een bouwhelm naar binnen om niet elke kamer hun hoofd te stoten. In Nederland zijn hofjes mateloos populair. In Engeland moeten ze worden gesloopt omdat ze allemaal op instorten staan.
Cleary’s Irish Bar
Op de wedstrijddag word ik welkom geheten in de Cleary’s Irish Bar door een fanatieke supporters van Birmingham City. Aangezien ik door Staantribune-lezer Marvin ben geïntroduceerd, doet hij wel erg zijn best om mijn meeloper en mezelf welkom te heten en iets meer over de club te vertellen.
We drinken een pint en wandelen rustig naar het stadion om naar de burenruzie met West Bromwich Albion te kijken. Geen derby vol haat en nijd, maar enige banter heen en weer zal niet ontbreken. Zelf kon ik geen kaartjes kopen door de restricties, maar via de club zijn wij gratis en voor niets naast het uitvak gezet. Zo kunnen we beide groepen goed in de gaten houden, maar echt ontsporen wil het niet.
Niks op het spel
Dat heeft er voor een groot deel mee te maken dat er dus twee tribunes voor de onderste helft in de steigers staan. De bovenste helft is tijdens de pandemie onder handen genomen. Daar kan je makkelijker onder komen en die zijn ondertussen veilig. Voor de onderste helft geldt dat ze waarschijnlijk pas in de zomer aangepakt kunnen worden en dus lijkt het alsof het halve stadion leeg is. Dat komt de sfeer niet ten goede.
Voor Birmingham City staat er verder behalve de eer niks meer op het spel en de bezoekende Baggies lijken vergeten te zijn dat zij nog gewoon play-offs kunnen halen. De wedstrijd is erbarmelijk slecht en dat terwijl ik een hoop non-league duels achter de kiezen heb. Dat het 0-0 is bij rust zal dan ook niemand verbazen.
Lege maag
Tot overmaat van ramp zijn alle eettentjes op onze korte zijde dicht dan wel uitverkocht, dus zitten we met een lege maag aan het begin van de tweede helft. Waar de meeste verdedigers tegenwoordig met hun handen achter hun rug verdedigen, dacht Conor Townsend dat hij een vliegtuig was en deed zijn armen zo wijd mogelijk en kreeg daar vervolgens een bal tegenaan. Lyle Taylor schoot hem vervolgens bijna uit stand in de hoek en dus was het vervolgens groot feest.
Ik hoopte nog dat er boefjes in de steigers zouden klimmen, maar helaas besloten ze zich te gedragen. De tweede helft was het vooral recht voor ons groot feest. Op de main stand zaten een paar tienermeisjes zich te misdragen richting alle spelers van de Baggies die zich aan een verre ingooi wilden wagen. Mijn meeloper leerde een hoop nieuwe verwensingen en gebaren en vooral het wankergebaar maakte veel indruk.
Overwinningspilsje
Ondanks de druk blijft het 1-0 voor Birmingham City en blijven de drie punten bij de thuisploeg. We wandelen door Small Heath weer terug de stad in voor een overwinnigspilsje. Terwijl we door Small Heath trekken, beroemd door de platte petten van de Peaky Blinders, valt op dat tussen de oude vervallen pakhuizen heel veel renovatiewerkzaamheden plaatsvinden.
Tussen sloopkogel en renovatie zitten een hoop stappen en het lijkt erop dat dit industrieel erfgoed ten dele wordt bewaard. Hopelijk kunnen ze op een aantal plekken de mooie oude stijl intact laten, terwijl ze de bouwkundige kwaliteit een tikje omhoog gooien. Ik heb er een hard hoofd in.