Patrick Patje Boem Boem Goots speelde voor veel clubs, waaronder Beerschot, waar hij trainde onder Barry Hughes.
“Op een bepaald moment zitten we op het Kiel te eten. ‘Iedereen vrij namiddag, behalve Pettrick Goowts’, zei de coach met dat grappige Engelse accent van hem. Dat gaf een aantal logistieke problemen. Ik was ne jonge gast die meereed met andere spelers. “Hoe ga ik in godsnaam thuis geraken?” spookte door mijn hoofd. Hughes kwam elke dag met de glimlach op en af vanuit Nederland, twee uur enkele reis, met die grote Citroën van hem. Ik kon dus best niet beginnen zagen over mijn vervoer, of net mijn gebrek aan vervoer.
Rond een uur of half drie reden we samen naar de Wilrijkse Pleinen. Hij vroeg me om op te warmen. Dat was redelijk lullig, zo helemaal alleen. Daarna gingen we drie kwartier aan een stuk afwerken. De ene na de andere bal, zonder te stoppen. Hij stond naast het doel, ik in de kleine backlijn. En maar ballen gooien. Bats, bats, bats! Dat weekend scoorde ik tweemaal op Anderlecht, het grote Anderlecht met Nilis, Oliviera, Musonda, Gudjohnsen, Keshi, enz. “Dèh woare gien prutsers, hè.”
Training van Barry Hughes
Ik heb altijd een goal kunnen maken, dat was een van mijn natuurtalenten. Maar bij Beerschot heb ik mijn traptechniek serieus bijgeschaafd. Ik werd er ook de man van de stilstaande fases, dat had Barry Hughes snel in de gaten. Ik trapte altijd tussen de palen. Helemaal anders dan bij Lommel, daar was elke vrije trap voor Vital Vanaken, de vader van Hans.
Nog zo’n memorabele match dat seizoen: de 5-1 thuis tegen Antwerp. Ik scoorde tweemaal. Het was geloof ik de eerste keer dat de BRT een competitiematch live uitzond. Er was ook een matchke in de match: tussen de twee trainers. Georg Kessler was de grote man bij topclub Antwerp. Een paar jaar eerder had hij onze coach, Barry Hughes, gebuisd voor z’n trainersexamen.
Toen Hughes later als trainer van een bescheiden Nederlandse club Kessler klopte, was het tijd voor de grote revanche. Barry had zo’n uitschuifbaar carnavalsfluitje in zijn binnenzak zitten. Dat haalde hij boven om in de richting van Kessler te fluiten. Die gaf geen krimp. Vanbinnen bereikte hij ongetwijfeld het kookpunt.
Beerschot – Antwerp 1988
Die tweestrijd voelde je onmiddellijk in de aanloop naar Beerschot – Antwerp in 1988. Ik geloof dat wij één schamel punt hadden, Antwerp deed mee voor de prijzen. De speech die Barry Hughes toen afstak! Menneke, hadden wij tegen Liverpool, of Real of Brazilië gespeeld, we hadden die match gewonnen. Het was ongelofelijk! “Drie dagen vakantie als we winnen”, zei hij. Daarna pakte hij een paar spelers individueel aan, zoals verdediger Alex Camerman. “Zie je die deur hier? Die heeft evenveel techniek als jij. Maar vandaag is die deur niet te verslaan.”
We gingen buiten, speelden fenomenaal en ik scoorde twee goals. Hughes keek in de richting van de tegenstander en zette zijn duim op z’n neus. Kessler werd gek. In de terugronde kregen we 4-1 op ons bakkes.’
De anekdotes van Patrick Goots over Barry Hughes zijn een gedeelte uit Patje Boem Boem, geschreven door Dave Peters. Het boek is nu verkrijgbaar als welkomstgeschenk bij een abonnement op Staantribune.