De supporters van SC Cambuur hebben vanavond weer een lange reis voor de boeg, voor de uitwedstrijd tegen Jong FC Utrecht. Nou ja, eigenlijk hebben zij altijd lange awaydays, net als de supporters van MVV, FC Groningen, Fortuna Sittard, Roda JC, FC Emmen en sc Heerenveen. De verste uitwedstrijden? SC Cambuur – Roda JC en, vijf kilometer korter, MVV – SC Cambuur (of andersom natuurlijk). Die laatste wedstrijd was vorige week.
Toen ik Wouter Schollema, Cambuur-supporter in hart en nieren, vroeg of hij naar de uitwedstrijd tegen MVV ging, moest hij lachen. “Die sla ik over, het is nogal een stukje ;)” appte Wouter. Even later stuurde hij: “Mariët heeft geen extra middelen nodig om de kilometers door te komen. Ik zou haar benaderen.”
En zo kwam ik uit bij Mariët Lap (28), leerkracht op een basisschool, dertien jaar seizoenkaarthouder en opgegroeid in een Cambuur-familie. Zij pakt álle uitwedstrijden die haar agenda toelaat, hoe ver ze ook zijn.
Ze reed Friesland uit met een achterbak vol snoepjes en koffiebekers. De navigatie zei: 3 uur en 27 minuten, zonder file. Ter vergelijking: de langste uitwedstrijd in de Eredivisie FC Groningen – Fortuna Sittard (316 km). MVV – Cambuur doet er nog een schepje bovenop: 325 km – dat is de ware loyaliteitstest van een supporter.
Top 5 verste uitwedstrijden in Nederland
- SC Cambuur – Roda JC: afstand 330 km
- MVV – SC Cambuur, afstand: 325 km
- FC Groningen – Fortuna Sittard, afstand: 316 km
- FC Emmen – MVV, afstand: 307 km
- Roda JC – FC Emmen, afstand: 299 km
en vooruit, nummer 6: Fortuna Sittard – sc Heerenveen, afstand: 274 km
Van polders naar heuvels
Mariët zat op de bijrijdersstoel. “Ik moest tot half drie werken,” vertelde ze. “Kinderen naar huis, lokaal opruimen, plankgas naar Leeuwarden. Twintig minuten thuis en toen hup, de auto in. Het was écht op het nippertje.” Naast haar zat haar vader, achterin haar halfbroertje met zijn vriend en diens vader. Een volle bak.
Een hotelletje boeken, dat deden anderen, maar dat vonden ze overbodig. “We rijden wel. Na twee uur rijden dacht ik: we zijn er bijna. Maar we moesten nog meer dan een uur.”
De kilometers gleden voorbij: Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Brabant, tot het landschap langzaam veranderde van platte polder naar de glooiende heuvels van Zuid-Limburg. Elk uur in de auto maakte de afstand tastbaar, en gaf een vergeten KKD-pot de allure van een Europese uitwedstrijd.
In het uitvak
Een kleine 130 Cambuur-supporters hadden de pelgrimstocht gemaakt. Een stukje Maastricht werd overspoeld door Friese tongval, geel-blauwe sjaals en een onverwoestbaar gevoel van plicht. De lange reis maakte het uitvak intenser: alsof elke afgelegde kilometer werd terugbetaald in spanning en adrenaline. “Als we hem maar niet verliezen,” dacht Mariët. “Die terugweg zou dan zo zuur zijn.”
“Ik heb een paar keer met mijn rug naar het veld gestaan,” vertelde Mariët. “Het was billenknijpen.” Tot Cambuur uiteindelijk scoorde: 0-1. Een opluchting die de terugrit draaglijk maakte.

De terugweg
Voor veel Cambuur-supporters is zo’n uitwedstrijd een pure uitlaatklep: negentig minuten zingen, ongeacht hoe het spel verloopt. Soms keren de bussen pas om 05.00 terug door pech, soms gaat het plankgas in de auto, snoepjes delend in het donker.
De auto draaide weer de A2 op. Het was nog uren rijden naar het noorden. Mariët’s vader was de enige chauffeur, zowel heen als terug, ondanks dat zij aanbood een stukje over te nemen. Hij hield het vol op plastic bekertjes lauwe koffie, terwijl zij naast hem alert bleef om de lange rit in de gaten te houden. “Het meest uitdagende was wakker blijven,” zei ze.
Maar het lukte. Cambuur had gewonnen, de rit was niet voor niets geweest. De lichten van Maastricht doofden in de achteruitkijkspiegel.
De verste awayday van Nederland. Vier uur heen, vier uur terug. Drie punten, en een avond die, ongeacht de uitslag, precies is waarvoor je het doet.