Een paar maanden geleden stonden 28.000 mensen in het stadion van Union kerstliederen te zingen tijdens de zeventiende editie van het zogenaamde Weihnachtssingen. Tegenwoordig populair in heel Duitsland, maar ooit begonnen in het Stadion An der Alten Försterei.
Heel goed gaat het niet met Union Berlin in de winter van 2003. Na een 1-2 nederlaag tegen Wacker Burghausen lijkt degradatie bijna niet meer te ontlopen. Iedereen gaat wat chagrijnig naar huis, ook Torsten Eisenbeiser. Hij baalt niet echt van de nederlaag, want dat is hij wel gewend met Union, maar meer dat iedereen met een bokkenpruik op naar huis is gegaan.
Die avond post hij op een Union-forum onder zijn nickname EisernTorsten een oproep om de nacht voor Kerstmis naar het stadion te komen. Zo kan iedereen elkaar toch nog vrolijk kerstfeest wensen. Uiteindelijk dagen er 89 mensen op. Ze klimmen over de hekken van het stadion en op de middencirkel steken zij kaarsen op. Zonder het op dat moment te weten, heeft Eisenbeiser de traditie van het Weihnachtssingen gestart, die jaren later meer dan 28.000 mensen naar Stadion An der Alten Försterei zal lokken.
Unioner voetbalcultuur
Zodra ik heb besloten dat ik Voetbalstad Berlijn ga schrijven, maak ik een lijstje met onderwerpen die ik wil behandelen. Bovenaan staat het Weihnachtssingen. Dat moet en zal ik bezoeken. Helaas voor mij spelen in dat weekend zowel Union Berlin als Hertha BSC een uitwedstrijd. De rest van de competitie is al bezig met de winterstop. Alleen voor het Weihnachtssingen naar Berlijn gaan, is misschien wat veel van het goede, maar ik vind van mijzelf dat ik moet gaan. Voetbalcultuur vind ik eigenlijk nog leuker dan voetbal zelf en dat is dit evenement natuurlijk. Ik mag het echt niet missen.
Zodoende zit ik een paar dagen voor kerst in het vliegtuig naar Berlijn. Ik regel alvast wat interviews en bezoek enkele bijzondere voetbalplekken in de stad. Een van de interviews is met Martin Endemann en die is als Tennis Borussia-supporter natuurlijk geen fan van het Weihnachtssingen. Als wij afscheid van elkaar nemen, ga ik nog even naar de kitscherige kerstmarkt op Alexanderplatz.
Bedorven kip
Omdat ik eigenlijk geen zin heb om ergens te gaan zitten om te eten, koop ik een broodje kip. Ik weet dat je dat eigenlijk nooit moet doen, maar Berlijn lijkt mij wel veilig. Dat is een grote denkfout. Die avond hang ik de hele avond boven de pot om te kotsen. Op een bepaald moment is zelfs mijn gal op, maar toch blijf ik maar overgeven. Ik heb ooit een hartaanval gehad, maar toen voelde ik mij minder beroerd dan nu. Na een paar uur lig ik uitgeteld op de badkamervloer en daar val ik in slaap. Daar is niets mis mee na een avond drankgelag, maar wel van slecht eten.
De volgende ochtend ben ik nog steeds hondsberoerd. Ik hang het niet-storen-kaartje aan de deur en ga in mijn bed liggen. Een paar slokjes water probeer ik, maar die gaan er weer net zo snel uit. Ik heb die middag afgesproken met iemand in Köpenick, maar dat gaat echt niet lukken. Geen ramp, want dat kan verzet worden. Het Weihnachtssingen niet en dat is die avond al. Ik ben zo slap als een vaatdoek en vrees dat ik niet kan gaan. Tegen het eind van de middag lukt het mij om eindelijk wat water binnen te houden. Ik voel mij iets beter en kan weer, zij het trillend, op mijn benen staan en besluit om toch te gaan. Vlak voordat ik bij het station ben, moet ik weer kotsen. Mensen denken dat ik een dronken lor ben die iets te veel kerstborrels op heeft. De treinreis naar Köpenick is veertig minuten en ik vrees dat niet te gaan redden, maar gelukkig zijn er plastic tasjes.
Zum kotzen
In de trein is het al volop feest. Mensen in Union-kleuren zingen volop en werken halve liters bier naar binnen. Ik heb gelukkig een zitplaats en vecht tegen het opkomende gal. Traag als een slak loop ik van het station Köpenick naar het stadion. In het bos kan ik het niet meer aan en een willekeurige boom is het slachtoffer. Doordat ik flink verzwakt ben, kan ik niet meer op mijn benen staan en zak ik door mijn knieën. Een vrouw komt naar mij toe en vraagt bezorgd of het gaat. Ik steek mijn duim op en vertel met een neplach dat ik iets te diep in het glaasje heb gekeken.
Het lukt mij om het stadion binnen te komen en daar maak ik een van de beste beslissingen in mijn leven door een thee te bestellen. Ik knap er iets van op. Het lukt mij niet om de hele twee uur uit te zitten, maar de negentig minuten haal ik wel. Daarna is het genoeg geweest. Ik wil de drukte voor zijn en voel de thee alweer opkomen. In de bossen geef ik nog een keer over en in de trein in mijn plastic zak, maar tevreden lig ik even later in mijn bed. Ondanks dat ik mij zo ziek voelde, was het Weihnachtssingen een heel bijzondere ervaring om mee te maken.
Vreetfestijn
Mijn geluk was dat ik van de club een kaart had gekregen voor de zittribune. Daarmee had ik niet alleen een goed overzicht, maar hoefde ik ook niet de hele tijd te staan. Het was echt indrukwekkend, die hele mensenmassa met kaarsen. Op Twitter vergeleek iemand het met een partijbijeenkomst van de NSDAP en ik snap waar dat vandaan komt, maar in het stadion zelf had ik die associatie helemaal niet. Zelf ben ik totaal niet gelovig, maar al die kerstliedjes hadden wel wat. Het zijn dezelfde liederen die wij hebben, maar dan met Duitse tekst. Kerst is oorspronkelijk een feest van bezinning, maar is tegenwoordig veranderd in een vreetfestijn. Hier bij Union had ik weer het oorspronkelijke gevoel. Mensen hielden elkaar vast, ik zag hier en daar een traan en iedereen was enorm vriendelijk voor elkaar.
Ik kreeg Glühwein aangeboden van een totaal onbekende. Gezien mijn fysieke staat weigerde ik vriendelijk, maar het tekende wel de sfeer. Tegenstanders van dit evenement vinden het commercieel, maar dat gevoel had ik helemaal niet. Misschien is dit bij andere clubs die het idee hebben overgenomen wel het geval, maar hier voelde het heel authentiek aan. De club vraagt sinds 2014 wel entree, maar al het geld komt ten goede aan de jeugdopleiding. Het voelde als een privilege om hier bij te zijn en ik kan iedereen aanraden om het eens te bezoeken. Je hoeft daarvoor echt niet religieus te zijn. Koop alleen geen broodje kip van tevoren.
Dit is een hoofdstuk uit het boek Voetbalstad Berlijn, te bestellen in de Staantribune Webshop.