“En Luijpers haalt verschrikkelijk hard uit. Eén-nul staat Roda voor. Geweldig. Dat is dat sprookje, Roda JC vóór in San Siro, tegen AC Milan.” Het is misschien niet zo beroemd als zijn ‘Bergkamp-uithaal’, maar voor supporters van Roda JC zorgt dit radiofragment van Jack van Gelder voor net zo veel kippenvel. Zeker bij de Limburgers die op 28 februari 2002, vandaag precies twintig jaar geleden, in Milaan waren en deze mooie zinnen pas weer bij thuiskomst hoorden.
“Eigenlijk moest ik stage lopen, maar ik had me ziek gemeld en ben naar Milaan gegaan. Deze wedstrijd wilde ik echt niet missen.” Ludo Gulpen verwoordt het gevoel dat in 2002 bij veel Roda JC-fans heerste. Met meer dan tweeduizend supporters waren de Limburgers afgereisd naar Milaan. Het plein voor de Dom in het centrum van de Italiaanse modestad kleurde voor één dag geel-zwart.
Europees voetbal
Negen dagen eerder had AC Milan in Kerkrade met 1-0 gewonnen van Roda JC, dankzij een buitenspeldoelpunt van José Mari. De Rossoneri hadden een selectie om van te watertanden. In Kerkrade speelde AC Milan met onder andere Christian Abbiati, Andrea Pirlo, Demetrio Albertini, Rui Costa en Andriy Shevchenko. In de return hadden de Limburgse supporters dan ook niet veel vertrouwen. “Eigenlijk legden we ons al neer bij uitschakeling”, zegt Jerome Sterman die ook aanwezig was in Milaan. “De reis en de ambiance waren het belangrijkste van het tripje.”
Rond de eeuwwisseling was Roda JC gewend om Europees voetbal te spelen. Tussen 1995 en 2002 bleven de Limburgers alleen in het seizoen 1998-1999 thuis. Meestal was het avontuur na een paar rondes alweer ten einde. In 1997-1998 hadden de Koempels nog wel de kwartfinale in de Europa Cup II gehaald. Roda verloor van het Italiaanse Vicenza, met een doelsaldo van in totaal 9-1. In alle andere seizoenen overwinterde de club niet, behalve in 2001-2002. Juist in het jaar waarin het verval van de club voor het eerst te zien was – in de eredivisie eindigde Roda JC op een teleurstellende dertiende plek – beleefden de Limburgers een Europese droom.
11 september
Roda JC begon het Europese seizoen in september 2001 tegen het IJslandse Fylkir. De heenwedstrijd in Kerkrade werd gespeeld op 11 september, de dag van de aanslag op de Twin Towers. De winst van 3-0 voor de ploeg uit Kerkrade was voor niemand belangrijk. Twee weken later was de return in Reykjavik.
Swen Muyrers was een van de weinige Roda-supporters die zijn team volgde naar IJsland. “De gevolgen van de aanslag waren nog duidelijk te merken. Ik had met zeven vrienden een reis naar New York geboekt, op de terugweg zouden we via IJsland vliegen. Maar we besloten om New York over te slaan en alleen naar Reykjavik te gaan. De wedstrijd zelf was erg saai. Alleen de hoofdtribune was open. Er waren dertig Roda-supporters, ruim honderd sponsoren en ongeveer tweehonderd IJslanders aanwezig. We verloren met 3-1, maar haalden door de thuiszege de volgende ronde.”
In de tweede ronde versloeg Roda over twee wedstrijden Maccabi Tel Aviv (4-1 in Kerkrade, 2-1 in Israël). Toen vervolgens Bordeaux uit de koker kwam, had elke Roda-supporter bij voorbaat vrede met een voortijdig afscheid in Europa. Maar Roda JC stuntte door na een 1-0 nederlaag in Bordeaux, thuis met 2-0 te winnen.
En dus zat heel Kerkrade op 12 december voor de televisie om naar de loting van de vierde ronde van de UEFA Cup te kijken. Middelbare scholier Jerome Sterman deed dit zelfs met zijn hele klas: “Vooraf riep ik al: ‘Als we tegen Leeds of AC Milan moeten, ga ik naar de uitwedstrijd.’ Ook Borussia Dortmund of Valencia waren mogelijk. Het werd Milan en dus boekte ik dezelfde dag met een vriend een vlucht naar Italië. Een hotel hadden we niet geregeld. We dachten na een zware nederlaag in San Siro wel de avond door te komen in het Milanese nachtleven.”
Het hele verhaal over het laatste Europese avontuur van Roda JC stond in Staantribune #1.
NB: dit nummer is volledig uitverkocht in de Staantribune Webshop, maar nog wel in PDF verkrijgbaar!
Foto’s: Tobias Delahaye en Swen Muyrers.