In het archief van de supportersvereniging van FC Dordrecht ligt een brief uit 1987, geschreven in het Huis van Bewaring in Middelburg. Het papier is vergeeld en, afgezien van twee ronde gaten aan de zijkant, nog helemaal intact. Het is een spijtbetuiging aan DS’79, een van de voorlopers van het huidige FC Dordrecht. In hoekige letters betuigt een supporter spijt van zijn daad.
Hij snapt waarom hij niet meer welkom is maar nu, drie maanden verder, mist hij zijn grote liefde: DS’79. De scheiding werd veroorzaakt door zijn verleidelijke minnares: alcohol. Twee liefdes die elkaar behoorlijk in de weg zaten. Het verklaart ook de inhoud van de brief en zijn tijdelijke logeeradres.
Vriendelijke reus
J. was een grote vriendelijke reus die, zodra er drank in het spel was, veranderde in een veelkoppige draak. Eentje die een rondje gaf in het supportershome nadat hij veel geld op zak had (herkomst onbekend, helaas was er niet genoeg wisselgeld voor een briefje van duizend). Een week later moest hij zijn hand ophouden. Alles had hij uitgegeven aan cadeaus en hoeren. Iemand die zijn spierballen gebruikte om te helpen met sjouwen en verbouwen, maar ze ook kon gebruiken om mensen van gedachten te laten veranderen.
Ik hoop dat jullie mijn de dingen willen vergeven
Wanneer je de brief leest, heb je genoeg inspiratie voor een compleet smartlappenrepertoire. “Ik hoop dat jullie mijn de dingen willen vergeven. Nu ik alweer drie maanden vast zit mis ik de Krommedijk. Maar het duur nog wel een jaar of 2 dat ik weer in Dordrecht ben.”
Ik dacht aan zijn cel, hoe hij op wedstrijddagen ijsbeerde door de kleine ruimte. Misschien mocht hij naar de radio luisteren om te horen hoe zijn club het deed. Hoe hij aan iemand hulp had gevraagd om een spijtbetuiging aan DS’79 te schrijven, want J. kon volgens kenners geen volzin schrijven. Mijn fantasie sloeg steeds verder op hol, een rivier van tranen stroomde inmiddels over de koude gevangenisvloer. “Het is klasse dat jullie bovenaan mee doen (ik had het niet verwacht). Jongens nogmaals sorry”, was de slotzin van zijn brief.
Arme J. Uitgerekend dat seizoen promoveerde DS’79 naar de eredivisie. Hij was er niet bij, maar moest het vernemen van horen zeggen. J. heeft ondanks zijn levenslange stadionverbod nog één keer zijn grote liefde bezocht. Een kort weerzien, want zijn redelijk markante hoofd werd vrij snel herkend. Hij zocht troost in de drank, nu zijn club de verbinding had verbroken. Het kwam nooit meer goed met J.