Jean Black is niet alleen voetballer, hij is ook predikant. Juist, iemand die preekt over het geloof. Vanuit Congo en Angola vluchtte hij naar Europa. Via Kiev kwam hij terecht in München, waar hij in een verkeerde trein stapte en als negenjarig ventje aankwam in Nederland, moederziel alleen.
Jean Black speelde sinds seizoen 2016-2017 voor het Belgische FC Esperanza Pelt, maar die club ruilde hij onlangs in voor Achel VV. Daarvoor kwam hij onder meer uit voor De Treffers en RWDM uit Molenbeek en eerder nog voor een club uit Angola. Een jaar daarvoor etaleerde hij zijn voetbalkunsten in Thailand. Jean Black heeft een bijzondere jeugd gehad. Via Congo kwam hij terecht in Angola. Voetballen was wat de jonge Black het liefst deed. “Ik weet niet meer zo veel van die tijd”, blikt hij terug. “Voetbal was toen al mijn grootste passie. We voetbalden met blote voeten op straat. Nee, de omstandigheden waren niet ideaal. Er was oorlog.” Door de burgeroorlog vluchtten hij en zijn familie naar Europa. Dwars door Afrika via Marokko het water over.
Al gauw wordt duidelijk dat de rappe aanvaller liever niet praat over die tijd. Ik geef aan dat hij er niet over hoeft te praten als hij dat niet wil. “Weet je wat het is?”, zegt Black. “Het gaat altijd over dat.” Met ‘dat’ doelt hij op zijn jeugd en het feit dat hij als vluchteling naar Nederland kwam. “Als ik word gebeld, willen mensen altijd alleen dat weten. Eindhovens Dagblad, Brabants Dagblad, noem maar op. Dan kan ik steeds dat zelfde riedeltje gaan opdreunen. Ik praat liever over nu.”
Via Kiev ging hij met zijn oom naar München. Daar pakte hij een verkeerde trein. In plaats van naar huis bracht de rit de negenjarige Black naar Nederland. Black kwam uiteindelijk terecht bij een pleeggezin in het Brabantse Budel. Zijn voetbaltalent viel al snel op en toen hij dertien was, kwam hij in de jeugdopleiding van FC Eindhoven terecht. Black debuteerde op zijn zeventiende in het eerste van Eindhoven, maar echt doorbreken in het Nederlands betaald voetbal lukte hem niet. Via NEC en wederom FC Eindhoven kwam hij bij FC Oss terecht, met wie hij in 2011 kampioen van de Topklasse werd. Een jaar later verhuisde Black voor het eerst naar Groesbeek. Bij De Treffers voelde hij zich thuis.
Thailand
Na een jaar bij de Topklasser en een jaar bij het Belgische KV Turnhout, verkast Black naar Thailand. “Mijn zaakwaarnemer gaf aan dat hij een club voor me had in Thailand. Dat zag ik wel zitten.” De club waar het over ging was Krabi FC, op het Thaise tweede niveau. Eén training was genoeg om de trainer van de club te overtuigen. Het niveau moet volgens Black niet worden onderschat. “Elke transferperiode worden er nieuwe buitenlanders gehaald bij zo’n club. En je mag daar maar met vijf buitenlanders in je elftal spelen. De mensen houden van je als je het goed doet.Tegelijk weet je dat als het even minder gaat, er genoeg spelers in de rij staan van hetzelfde of misschien zelfs een nog hoger niveau.”
“We hadden bij Krabi een Egyptische trainer”, blikt de vleugelflitser terug. “Och, wat hebben die mensen een temperament. Hij gooide een keer uit woede een bekertje hete thee naar mij en een teamgenoot”, herinnert Black zich. In het Aziatische land genoot hij wel van het respect. “Alles was goed geregeld, de betalingen waren altijd op tijd. De mensen zijn open en behandelen je met respect. In plaats van een hand sluiten zij de handen in elkaar en dan volgt er een buiging.”
In een jaar tijd zag Black heel het land: van Krabi, tot Chiang Mai, tot Bangkok. “Schitterend om te zien, maar dat vliegen was niks voor mij. Volgens mij heb ik in die tijd wel vijftig keer in een vliegtuig heb gezeten. Ik kan me nog herinneren dat het een keer bijna misging bij het opstijgen. Ik moet er niet meer aan denken.”
Terug naar zijn jeugd
Ondanks dat Black voor twee jaar had getekend in Azië, besloot hij na een jaar te vertrekken. Hij kreeg een aanbieding uit Angola, het land waar hij een deel van zijn jeugd had doorgebracht. In Angola kon hij twee keer meer verdienen dan in Thailand. “Dan zegt het stemmetje in je hoofd: geduld Jean, doe het niet. Heb geduld”, legt hij uit. “Uiteindelijk doe je er niks tegen, het was gewoon niet te weerstaan.” Hij begon met de hoop om via de nationale competitie international van Angola te worden. Black heeft namelijk een Nederlands en een Angolees paspoort. Het werd echter een fiasco. “Van het beloofde geld heb ik vrijwel niks gezien. Ik moest constant overal achteraan gaan. Ik kon mij niet volledig concentreren op het voetbal.”
Black had in Angola ook de kans om een groot deel van zijn familie te bezoeken. Er waren veel mensen die hem alleen kenden van toen hij nog een jochie was. Ondanks dat zijn roots in Afrika liggen, is hij als Nederlands jongen wel geschrokken. “Er is in Angola geen middenmoot qua inkomen. Je bent schatrijk of straatarm. Het was pijnlijk om te zien. Jongetjes die op school horen te zitten, zag ik op straat oliebollen verkopen voor hun ouders. En je kunt er zo weinig aan doen. Als ik tien euro geef, hebben ze de volgende dag weer hetzelfde probleem. Ik bid voor ze. In het geloof ben je er om elkaar te helpen.”
Predikant
Het geloof is een belangrijk onderdeel van het leven van de voetballer. Black is naast zijn voetbalcarrière ook predikant. Hij wordt regelmatig gevraagd door verschillende kerkgemeenschappen om zijn verhaal te doen. In Eindhoven, Antwerpen en zelfs in Thailand preekte hij. “De pastoor in Thailand zag al snel dat ik iets van God had”, vertelt hij. Het geloof maakt Black sterker en geeft hem houvast. “Hij sprak tot mij in dromen en in visioenen. Ik kreeg steeds meer dorst om meer over het geloof te weten.”
“Ik zie alles dat gebeurt als iets van God. Dat ik vroeger niet onder ideale omstandigheden ben opgegroeid, geeft me alleen maar kracht. Als je altijd gewend bent om in luxe te leven en het op een dag niet meer hebt, dan heb je geen idee hoe je ermee om moet gaan. Ik ben van niets naar iets gegaan. Het heeft me als mens alleen maar sterker gemaakt.”
Geloof in God verliest Jean Black ook zeker niet door de armoede die hij heeft gezien in Azië en Afrika. “God geeft je altijd keuzes. Adam en Eva gaf hij ook de mogelijkheid om wel of niet de giftige appel te pakken. Afrika heeft daarin een aantal verkeerde keuzes gemaakt.” Dat zijn voetbalcarrière niet bij Barcelona eindigde, maar hem via Thailand, Angola en De Treffers naar België bracht, ziet hij ook als iets van bovenaf. “Het zijn gewoon ups en downs. Ik ben er altijd even goed weer uitgekomen. Het heeft me gevormd als mens.”
Na ongeveer vijf maanden in Angola keerde Black terug naar Europa. Via RWDM verscheen hij in 2016 weer in Groesbeek. Black hoopte een langere periode bij een club te blijven. Of het nou in Groesbeek is of ergens anders. “Ik merk dat ik behoefte heb aan vastigheid”, vertelde de aanvaller nog in dat jaar. Na dat seizoen verliet Black de club, om eerst naar EVV te verkassen, maar diezelfde zomer nog de overstap te maken naar het Belgische FC Esperanza Pelt.
Als hij ooit de keuze moet maken tussen een grote voetbalwedstrijd of een mooie lezing? “Er gaat niks boven God, maar hij heeft me ook geleerd altijd te werken voor mijn brood. Als het tegelijk valt, zal ik gaan voetballen. Ik zie het ook als een signaal van boven dat die lezing dan blijkbaar niet voor mij is voorbestemd.” Jean Black: een bijzondere voetballer, maar vooral een bijzonder mens.