Duitsland is precies een maand herenigd en de Berlijnse Muur is nog geen jaar weg als op 3 november 1990 FC Berlin naar Sachsen Leipzig afreist. Namen die overigens geen supporter gebruikt. Voor hen is het nog altijd BFC Dynamo en Chemie Leipzig. Maar na de Wende moet alles veranderen, zo ook de namen van de Oost-Duitse voetbalclubs. Wat niet verandert zijn de hooligans uit Berlijn.

Wat niet is veranderd, is de hekel die beide clubs aan elkaar hebben. Dat het uit de hand gaat lopen tussen de rechtse aanhang van Dynamo en de linkse supporters van Chemie is iets wat zeker is. Dat klinkt de boefjes van Wismut Aue, 1. FC Magdeburg, VfL Bochum en Lokomotive Leipzig als muziek in de oren en ook zij reizen af naar station Leipzig-Leutzsch om rotzooi te trappen. Het wordt een veldslag en de politie krijgt het niet onder controle.

Mike Polley

Ze trekken hun wapens en schieten vijftig keer met scherp. Verschillende hooligans worden geraakt en eentje sterft zelfs: Mike Polley, een achttienjarige supporter van BFC Dynamo. De dood van Polley wordt nog vaak gebruikt in discussies over politiegeweld. De zaak is nooit opgelost, maar stinkt aan alle kanten. De hooligans waren natuurlijk vervelend, maar waarom met scherp schieten van veertig meter afstand en zo vaak? Dat is bijna vragen om dodelijke slachtoffers.

Behalve Polley zijn er ook nog zeven zwaargewonden en een flink aantal lichtgewonden. Dat er buitenproportioneel geweld is gebruikt, is wel duidelijk. Ik ben zelf een keer naar Leipzig-Leutzsch geweest, tegenwoordig een verlaten spookstation, en daar is een gedenkbordje te vinden waarop is te lezen wat er met Polley is gebeurd. Het eindigt met de zin dat de precieze omstandigheden nooit zijn opgelost.

De supporters van Dynamo herdenken Polley nog altijd. Vooral rondom wedstrijden tegen Chemie Leipzig. De politie is dan altijd extra alert, maar houdt zich op de achtergrond. Dat het uitgerekend een supporter van Dynamo was die werd doodgeschoten, is geen toeval geweest. De club had in de tien jaar ervoor namelijk een beruchte reputatie opgebouwd.

Hooligans in Berlijn

Hooliganisme in de DDR kwam pas in de jaren tachtig echt op. Het begon met de komst van de punkbeweging die overwaaide uit Groot-Brittannië. De punkers verzamelden zich op de Alexanderplatz, tot groot afgrijzen van De Partij die hen goed in de gaten hield. Punk was een anti-beweging, bedoeld om te provoceren tegen alles wat gangbaar was en de aanhangers hielden ervan om gehaat te worden. Denk maar aan de Britse punkers die armbanden met hakenkruizen droegen. Meestal niet uit ideologische overwegingen, maar puur om te choqueren.

De Oost-Duitse punkers besloten daarom naar BFC Dynamo te gaan. Geen club werd zo intens gehaat als de Stasiclub. Een perfecte provocatie dus om daar supporter van te zijn. Het mes sneed aan twee kanten, want als de Stasi ergens een hekel aan had waren het punkers. Dat zij supporters werden van BFC Dynamo deed hun veel pijn. Waar in de jaren zestig en zeventig De Partij hier hard tegen had opgetreden, was dat in de jaren tachtig niet meer mogelijk. De tijdgeest was veranderd.

Het voorbeeld van de punkers werd snel gevolgd door skinheads. In hun bomberjacks stonden ze op de staantribune en zongen ze “Gib Gas, wenn der BFC durch die Gaskammer rast” en andere antisemitische spreekkoren. Een relatief hoog percentage van deze rechtsextremisten waren de kinderen van mensen die hoog in de boom zaten bij de communistische partij. Het was een pure provocatie om zich af te zetten tegen hun ouders. Zij keken op tegen de Britse hooligans en wilden zoveel mogelijk op hen lijken.

Dynamo

De skinheads van Dynamo waren niet vies van een knokpartij en iedere wedstrijd was het raak. Het was het zoveelste teken dat De Partij langzaam de grip op de samenleving aan het verliezen was, want het lukte niet om het hooliganprobleem onder controle te krijgen. Dat uitgerekend de supporters van de club van de Stasi het ergste waren, was een gruwel voor Stasibaas Erich Mielke.

Na de val van de Muur bleef Dynamo in Berlijn veel aantrekkingskracht houden op hooligans. De club had weinig supporters, maar degenen die kwamen hielden wel van een potje vechten en ze waren er ook goed in. Op het veld was het een drama voor Dynamo, maar op de tribunes waren de fans heer en meester. Supporters van andere clubs sloegen de uitwedstrijd naar de voormalige Stasiclub maar wat graag over en ook in hun eigen stad moesten zij vaak rennen als Dynamo op bezoek kwam. Veel Berlijnse vechtersbazen die verder niets met voetbal hadden, bezochten wedstrijden van Dynamo.

Destijds kwam je er in een voetbalstadion wel mee weg als je ging vechten, terwijl je wel werd opgepakt als je dat op straat deed. Terwijl nu vaak wordt gesproken van een kleine minderheid van lastpakken die het verpest voor de rest, was dat in de jaren negentig bij Dynamo niet het geval. Daar was de meerderheid juist hooligan en zij waren maar wat trots dat zij als de nummer één van Duitsland werden gezien.

BFC Dynamo – Kaiserslautern

In 1999 ging FC Berlin weer BFC Dynamo heten, maar de pret voor de hooligans in Berlijn was wel over. De club zakte af naar het vijfde niveau en daar stonden wedstrijden tegen clubs op het programma die niet eens supporters hadden. Er viel dus weinig meer te vechten. De hooligans kwamen steeds minder, maar voor de juiste wedstrijd wilden ze nog weleens komen opdagen. De meest beruchte van de laatste jaren is het bekerduel BFC Dynamo – Kaiserslautern in 2011.

Dynamo had op dat moment al twaalf jaar niet in de DFB-Pokal gespeeld. Vanwege veiligheidsredenen werd de wedstrijd in het Friedrich-Ludwig-Jahn-Stadion gespeeld, want de autoriteiten waren bang dat het een grote puinzooi zou worden op het Sportforum. De hooligans wisten wel beter. Het zou namelijk hoe dan ook een veldslag worden, want al het schroot kwam uit gaten en kieren om deze wedstrijd bij te wonen. Kaiserslautern nam tweeduizend man mee, dus eindelijk zou er wat tegenstand zijn.

Het had een mooie dag moeten worden voor Dynamo. De club dacht het hooliganprobleem redelijk onder controle te hebben en de wedstrijd tegen Kaiserslautern was dé mogelijkheid om zich te presenteren aan het Berlijnse voetbalpubliek als een club waar het leuk was om te komen kijken. Maar liefst 10.104 mensen zaten in het stadion, het hoogste aantal voor een Dynamo-wedstrijd in meer dan twintig jaar. De eerder in dit boek genoemde Michael Stoffl was bij deze wedstrijd aanwezig.

Knokken

Hij blikt terug: “Ik heb een zwak voor Kaiserslautern en omdat ik in Berlijn woon, was dit een uitstekende mogelijkheid om de club eens live aan het werk te zien. Ik had een kaartje voor het uitvak geregeld. Kaiserslautern won de wedstrijd eenvoudig met 0-3, maar tien minuten voor tijd merkte ik dat de sfeer bij de thuissupporters omsloeg. Er werden rookbommen en betonstrijkers op het veld gegooid en de scheidsrechter moest het duel een paar minuten stilleggen. De ME had vlak na het laatste fluitsignaal de bufferzone tussen het thuis- en uitvak verlaten en dat was het signaal voor de stewards van Dynamo om het hek tussen de supporters te openen.”

“Zo’n driehonderd hooligans bestormden het uitvak. Ze besloten niet alleen voor de harde kern van Kaiserslautern te gaan, maar ook gewone supporters werden aangevallen. Of het bejaarden, vrouwen of kinderen waren, maakte hun niets uit. Iedereen kreeg klappen. De ME stond buiten te wachten en tegen de tijd dat ze eindelijk in actie kwamen, hadden de stewards van Dynamo de hekken weer gesloten zodat de politie niet naar binnen kon. Eenmaal thuis zat ik nog een kwartier te trillen van de angst.”

Vingertje wijzen

Naderhand gingen mensen met het vingertje wijzen. Zo zouden het geen Dynamo-fans zijn geweest, maar hooligans uit Leipzig, Dresden en Polen die zich hadden verkleed als thuisfans. Dat soort verhalen gaan vaak de ronde. Ik was in 2012 bij Willem II – FC Den Bosch toen er flinke rellen waren, maar volgens de Bosschenaren zouden het supporters van Spartak Moskou zijn geweest. En toen in 2008 de binnenstad van Manchester werd verbouwd rondom Rangers – Zenit waren het schijnbaar geen Schotten maar Chelsea-hooligans. Net zoals in die twee gevallen bleken de onwaarschijnlijke verhalen toch niet te kloppen. De 27 man die werden opgepakt woonden bijna allemaal in Berlijn.

Sinds die wedstrijd in 2011 is er soms nog gezeik, maar over het algemeen is het vrij rustig bij Dynamo. Zelfs rondom grote wedstrijden. In 2018 speelde Dynamo tegen 1. FC Köln in de DFB-Pokal en daar gebeurde ook vrij weinig, mede door een gigantische politie-inzet. Het is niet zo dat de Dynamo-hooligans helemaal verdwenen zijn, want in de scene van de bosgevechten zijn zij heel actief en schijnbaar vrij sterk. Maar om naar een bos te gaan om zo’n knokpartij te vincken gaat mij ook weer te ver.

Dit is een hoofstuk uit het boek Voetbalstad Berlijn. Het boek is uiteraard te koop in onze webshop, maar ook verkrijgbaar als welkomstcadeau bij een abonnement op Staantribune.

Foto: Pro Shots/Imago