Vandaag in 1989 viel de Muur. Enige weken later, op oudejaarsavond 1989, was bij de Brandenburger Tor een groot feest. In een hoogwerker, gekleed in een jasje met flikkerende lampjes en een sjaal met pianotoetsenmotief, zong David Hasselhoff zijn hit Looking for Freedom, geproduceerd door Jack White.
Het Duitse publiek wordt wild, want voor hen is dit nummer het anthem van de val van de Muur. Hasselhoff zelf denkt dat zijn nummer zelfs dé reden is voor de ondergang van de DDR, en klaagt vandaag de dag nog altijd dat er geen foto van hem in het museum bij Checkpoint Charlie hangt. De schrijver van dit nummer, muziekproducent Jack White, staat ook tussen het publiek. Hij is al multimiljonair, maar dit nummer heeft hem nog een stukje rijker gemaakt. White is zelfs zo rijk dat hij zich tweeëneenhalf jaar later inkoopt bij Tennis Borussia Berlin en zichzelf voorzitter maakt.
Tennis Borussia Berlin
White was geen supporter van de club, maar voormalig speler. Hij werd in 1940 in Keulen geboren onder de naam Horst Nussbaum. Hij begon zijn carrière bij Viktoria Köln en kwam via FK Pirmasens bij PSV terecht. Nussbaum werd in 1965 als een grote aankoop gepresenteerd, maar kon het niet waarmaken. Na één seizoen in Eindhoven vertrok hij weer. Tennis Borussia Berlin werd zijn nieuwe club.
Bij TeBe startte hij ook zijn muziekcarrière en alleen al in 1967 bracht hij vijftien nummers uit. Zijn naam veranderde hij in Jack White. Hij had namelijk gezien dat het Roy Black (die eigenlijk Gerhard Höllerich heette) een meer internationale uitstraling had gegeven. Vanwege zijn artiestenleven speelde White zelden meer in het eerste, maar hij bleef betrokken bij Tennis Borussia. Zo richtte hij in 1969 een vrouwenelftal op en deed hij mee met de artiestenelftallen van Hans Rosenthal.
Nadat Tennis Borussia in 1974 promoveerde naar de Bundesliga moesten er versterkingen worden gehaald. White besloot te helpen en betaalde uit eigen zak de komst van Karl-Heinz Schnellinger van AC Milan. Voor de zanger geen probleem, want hij had een paar maanden eerder weer een financiële klapper gemaakt. Voor het WK in eigen land schreef hij het nummer Fußball ist unser Leben – dat werd gezongen door het Duitse elftal dat later wereldkampioen zou worden – maar daar hebben we het niet over. De melodie van het nummer is een typisch Duitse mars en je hebt weinig fantasie nodig om voor te stellen dat dit lied ook gezongen kon zijn door de Wehrmacht op weg naar Stalingrad.
Bundesliga-kriebels
De aankoop van Schnellinger was overigens niet voldoende om in de Bundesliga te blijven. Tennis Borussia degradeerde, maar promoveerde het seizoen erop weer. Bij White begon het te kriebelen. Hij had nooit in de Bundesliga gespeeld en aangezien hij al 36 was en zelfs in het tweede van TeBe amper meer meekon, was de kans klein dat het ooit zou gebeuren. Maar White wilde heel graag en had veel geld. Hij bood het bestuur van Tennis Borussia een half miljoen Duitse mark als hij een keer mee mocht spelen. De club zat weer eens krap bij kas en het was een aanbod dat men eigenlijk niet kon weigeren. Trainer Rudi Gutendorf zag het wat minder zitten en stelde voor om White op te stellen in een bekerwedstrijd.
JACK WHITE WAR EIN REINFALL
De zanger ging akkoord, want de tegenstander was 1. FC Köln uit zijn geboortestad en het was een wedstrijd tussen twee clubs uit de Bundesliga. De volgende dag kopte het tijdschrift Kicker “5:1! JACK WHITE WAR EIN REINFALL!” in chocoladeletters op de voorpagina. TeBe had dik verloren en White was een drama. Gutendorf had hem als libero opgesteld, omdat hij dacht dat White daar het minste kwaad kon doen. Dat bleek tegen te vallen. White werd er steeds uit gelopen en veroorzaakte een strafschop. Uiteindelijk besloot Gutendorf hem in de tweede helft maar te wisselen om verdere schade te voorkomen.
Producer
White was tevreden en besloot na de wedstrijd te stoppen met voetballen. Hij ging zich compleet richten op zijn artiestencarrière en dat was geen verkeerde keuze. In Duitsland bleef hij groot als zanger, maar in het buitenland werd hij vooral bekend als producer. Laura Branigan, Engelbert Humperdinck, Paul Anka, Barry Manilow: allemaal werkten ze samen met White, die multimiljonair werd. Jack White produceerde in 1984 ook de soundtrack voor de film Voyage of the Rock Aliens.
Hou je van films waarvan je spontaan pijn aan je ogen krijgt, dan is dit een aanrader. Het gaat over buitenaardse wezens die in een ruimteschip in de vorm van een gitaar op zoek zijn naar de bron van rockmuziek en op aarde terechtkomen. Waarom aliens nooit eens naar Mars of Venus gaan, blijft een groot raadsel. Hoofdrolspeler in de film is Pia Zadora, die dankzij deze film veel prijzen won als slechtste actrice van het jaar, het decennium en zelfs de hele eeuw. Maar de matige film zorgde wel voor haar doorbraak als zangeres. Vooral When the Rain Begins to Fall werd een groot succes. Samen met Jermaine Jackson zong ze deze door White geproduceerde evergreen. Beroemd is ook de foute clip waarin een soort nazi’s met hoofddoeken en make-up intimiderend op brommers rondrijden door het dorp van Jackson.
De plaat ging miljoenen keren over de toonbank en bereikte het de nummer één-positie in Nederland, België, Frankrijk en Duitsland. White vulde dankzij dit nummer weer eens flink zijn zakken. Een zoveelste succes van hem. Maar het grootste succes moest nog komen.
David Hasselhoff
White werd eind jaren tachtig benaderd door David Hasselhoff, op dat moment vooral bekend vanwege Knight Rider (de serie over de geheim agent Michael Knight en zijn auto KITT), die een zangcarrière wilde beginnen. Voor het album Looking for Freedom schreef White acht nummers. Het albumnummer werd de grootste hit. In zowel Duitsland, Zwitserland als Oostenrijk bereikte het de nummer één-positie en het leverde Hasselhoff verschillende platinaplaten op. Ook in Nederland was het nummer een redelijk succes. Toevallig stortte het communisme eind 1989 helemaal in elkaar. Hasselhoff zag de vrijheid van de bevolking achter het IJzeren Gordijn en legt een link met zijn single. Hij denkt zelfs verantwoordelijk te zijn voor de val van de Muur.
Mocht je een keer in Berlijn zijn en stiekem fan van David Hasselhoff, bezoek dan het David Hasselhoff-museum. Het zit in de kelder van het Circus Hostel, eigenlijk geen plek voor een grootheid als The Hoff. Er is daar een muurschildering van hem, zijn jasje uit Baywatch, verschillende dvd’s, cd’s en andere prullaria en een straatnaambordje met de naam David-Hasselhoff-Straße. Het museum is namelijk een campagne begonnen om de Weinbersgweg, een straat waar de Muur ooit liep, te vernoemen naar The Hoff. Overigens trad Hasselhoff op oudjaarsavond 2019, precies dertig jaar later, weer op aan de Brandenburger Tor. Inclusief de pianotoetsensjaal.
Na zijn zoveelste financiële klapper kan White zich weinig meer wensen. Toch blijft de voetbalmicrobe kriebelen. Als in 1992 Tennis Borussia weer eens flink in de financiële problemen zit, stapt hij in de club. Hij investeert flink wat geld en wordt voorzitter van zijn favoriete vereniging. TeBe wordt meteen ongeslagen kampioen in de Regionalliga en speelt de eindronde tegen onder andere Union Berlin. De club uit Köpenick wint die minicompetitie, maar na een klacht van Tennis Borussia en Jack White over de door Buschbom eerder genoemde ongedekte cheque zijn het de Veilchen die naar de Tweede Bundesliga promoveren. Het jaar erop degradeert TeBe weer, maar bereikt het wel de halve finale in de DFB-Pokal.
White wil ontzettend graag weer terug naar het tweede niveau, maar geeft veel te veel geld uit. De club staat in 1997 op omvallen en de boeven van de Göttinger Gruppe nemen de club over. White wordt bedankt voor bewezen diensten en is voorzitter af. Veel supporters hebben hem zijn risicovolle avontuur niet vergeven. White woont nog altijd in Berlijn, heeft een vrouw die 44 jaar jonger is en kreeg twee jaar geleden zijn zesde kind. Met voetbal bemoeit hij zich niet meer.
Dit is een hoofdstuk uit Voetbalstad Berlijn, geschreven door Joris van de Wier, te bestellen via de Staantribune Webshop en nu ook verkrijgbaar als welkomstgeschenk bij een abonnement op Staantribune.