Nederlander Peter Nederlof (50) uit Amstelveen belandde 27 jaar eerder bij Kilmarnock FC, de op-een-na-oudste club van Schotland, om er nooit meer weg te gaan.
Nederlandse supporters voor Rangers of Celtic – grote clubs met een prachtige historie, een indrukwekkende erelijst en schitterende stadions – zijn waarschijnlijk makkelijk te vinden. Maar dat is niets voor Peter Nederlof. Zijn grote liefde voetbalt 35 kilometer ten zuidwesten van Glasgow op het stokoude Rugby Park, waar al in 1894 een interland van Schotland plaatsvond.
Kilmarnock FC, opgericht in 1869, werd eenmaal landskampioen (1965), won de Scottish Cup voor het laatst in 1997 en pakte de League Cup in 2012, maar was de laatste decennia niet erg succesvol. Dat kan Nederlof, die per toeval bij Killie terechtkwam, niet deren. “In het najaar van 1996 was ik met vrienden in Edinburgh. We zagen dat die vrijdagavond een wedstrijd op het programma stond: Kilmarnock tegen Hibernian. We stapten in de auto en reden achter een bus met Hibs-supporters aan, in de verwachting dat zij naar het stadion zouden gaan. Alleen stopte die bus bij een pub in een dorpje.”
“Toen stonden we er alleen voor en moesten we zelf een route uitstippelen. In Kilmarnock zagen we de lichtmasten wel, maar nergens een ingang van het stadion, dat in een woonwijk ligt. Uiteindelijk vonden we de enige naar het parkeerterrein. Het was pay at the gate en vervolgens gingen we door smalle turnstiles naar binnen. Het was een pot met alles erop en eraan: sneeuw, hagel, regen, harde tackles en zes doelpunten. Mede door de vriendelijke Schotten om ons heen, kreeg ik het gevoel: hier ga ik vaker heen.”
Familieclub
Dat gevoel wordt al snel sterker. “De Schotten zijn heel leuke, vriendelijke, gastvrije mensen, met wie je makkelijk contact maakt”, zegt de Dutch Killie. “Al bij het eerste bezoek waren er mensen die vroegen waar we vandaan kwamen en zeiden dat we de volgende keer wel bij hen konden slapen. Een paar maanden later ben ik samen met een vriend teruggegaan naar Schotland. Toen zijn we met de supportersbus meegereden naar Hearts. Dat was ook weer een hele belevenis. Na de wedstrijd vroegen veel mensen wanneer ik weer kwam. Toen Kilmarnock de halve finale in de beker won, kwam er antwoord op die vraag: in mei naar de finale op Ibrox. We wonnen met 1-0 en het werd een ongekend volksfeest.”
“Het mooie aan Kilmarnock is dat het een echte familieclub is. Een ‘ons-kent-onsclub’”, vervolgt Nederlof. “Iedereen kent elkaar en heeft veel voor elkaar over. Zo was ik een paar maanden na de gewonnen bekerfinale tegen Falkirk met wat Schotse vrienden in een pub. Iemand vroeg of ik de man achter de bar ook herkende. Bleek het Raymond Montgomery te zijn, de aanvoerder die een paar maanden daarvoor nog de beker boven zijn hoofd had gehouden.”
De grootte van Kilmarnock
“We raakten in gesprek en in plaats van dat ik hém vragen ging stellen, was hij heel geïnteresseerd en vroeg hij waar ik vandaan kwam en wat ik hier kwam doen. Inmiddels heb ik al jaren contact met zijn hele familie, zoals ik met meerdere oud-spelers en stafleden contact heb. Dat typeert voor mij de club. Vergis je ook niet in de grootte van Kilmarnock. Vorig seizoen namen ze op een regenachtige vrijdag zomaar twaalfhonderd supporters mee naar een uitwedstrijd tegen Inverness Caledonian Thistle, wat toch minstens vier uur rijden is.”
Lees het hele verhaal over Dutch Killie Peter in Staantribune nummer 51, (na) te bestellen in de webshop.