8 april 1990. SVV speelt met 1-1 gelijk bij en tegen Excelsior en hengelt daarmee het kampioenschap in de eerste divisie binnen. Clubeigenaar John van Dijk leunt tegen een muurtje in de catacomben van stadion Woudestein. “SVV heeft mijn leven meer inhoud gegeven. Ik zou niet meer zonder deze club kunnen”, zegt Van Dijk tegen het aanwezige journaille.
Als NRC Handelsblad een dag later de quote van de puissant rijke clubvoorzitter afdrukt in de krant, maakt journalist Hans Klippus in zijn artikel de vergelijking met FC Amsterdam en DS’79, twee clubs die na het vertrek van een weldoener failliet zijn gegaan of zijn afgezakt naar de anonimiteit. “Als ik ooit vertrek zal ik proberen een andere hoofdsponsor te vinden”, reageert Van Dijk.
De woorden van Klippus hebben een profetische waarde, want dik veertien maanden later doet Van Dijk ‘zijn’ SVV van de hand. “Iedereen dacht dat we overgenomen zouden worden door Feyenoord. Dat werd Dordrecht’90. Ik ken nagenoeg niemand van de vaste schare SVV-supporters die na die fusie ooit voetbal is gaan kijken in Dordrecht. Ik dus ook niet”, aldus Bob Vellinga.
De sloop van Harga was echt een dieptepunt
Harga
Vellinga, Schiedammer van geboorte, is nog steeds bijna wekelijks te vinden op de tribunes van sportpark Harga. Sportpark, want de iconische tribunes van het oude stadionnetje langs de snelweg A20 in Schiedam zijn in 2017 gesloopt. Eén van de vier lichtmasten torent nog boven de bosjes uit, maar de lampen ontbreken. “Er zijn er drie weggehaald en van eentje is een telefoonmast gemaakt. De sloop van Harga was echt een dieptepunt”, vindt Vellinga.
“Het deed me pijn. Die lichtmasten en de oude tribunes waren een fysieke herinnering aan onze profperiode. Thuis heb ik nog een vlag die ik elke week meenam naar de uitwedstrijden. Ik dacht uit 1987. SVV is bijna letterlijk vergeten. Hooguit mensen van vroeger praten nog wel eens over de tijd dat SVV een profclub was. Ik ben denk ik de laatste die er nog waarde aan hecht. Of in ieder geval de jongste.”
Nostalgie
SVV is tegenwoordig een zondagamateurclub. “Ik denk dat er maar weinig voetbalsupporters zijn die kunnen zeggen dat ze hun clubje zowel in de eredivisie als in de vijfde klasse van de amateurs hebben zien spelen. Ik heb SVV bij meer dan tweehonderd verschillende clubs aan het werk gezien. Bizar eigenlijk”, lacht Vellinga. “Noem me gerust een voetbalnostalgist. Het liefst was ik in de jaren tachtig blijven hangen. De sfeer van vroeger vind ik meer in het amateurvoetbal dan bij de profs. Zodoende ga ik vooral naar uitwedstrijden van SVV. Groundhoppen deed ik al toen het woord nog niet eens bestond. Alleen in het buitenland voel ik soms nog de sfeer van vroeger. SVV is mijn cluppie, maar ik kom uit nostalgisch oogpunt ook graag bij Racing Mechelen in België.”
Vellinga wordt supporter van SVV op het moment dat het betaald voetbal in Schiedam op zijn laatste benen loopt. “Mijn eerste wedstrijd was SVV-Heracles in 1983. Een midweekse speelronde. Er was misschien vijfhonderd man publiek, maar de beleving beviel me goed. Daarna ben ik de club fanatieker gaan volgen. In 1987 had ik mijn eerste seizoenkaart voor slechts 25 gulden en ik ging naar de meeste uitwedstrijden”, vertelt hij. “Ik kan me herinneren dat ik bij Wageningen- en MVV-uit de enige uitsupporter was. Meestal ging een vast groepje naar de uitwedstrijden.”
Toeschouwers
“Het laatste seizoen in de eerste divisie en dat jaar in de eredivisie werden dat er een paar honderd. Zeker bij derby’s. SVV moest het puur van mensen uit Schiedam hebben. Vlaardingers gingen al niet naar hun eigen profclub kijken, laat staan in Schiedam, waar er ook nog de rivaliteit met Hermes DSV was. Mensen die daar naartoe gingen, zag je niet zo snel op Harga, hoor. Daarvoor was de rivaliteit historisch gezien te groot. En Rotterdammers zijn ook nooit naar SVV gegaan. Waarom zouden ze ook met drie clubs in hun eigen stad? Overigens, als er geen uitsupporters waren, kon je op Harga gewoon van tribune wisselen. Dan ging je in de tweede helft achter de andere goal staan. Harga was echt een heerlijk stadion.”
“Ik had graag gezien dat SVV zich zou hebben doorontwikkeld als bijvoorbeeld Racing Mechelen. Ik ben er trots op om een Schiedammer te zijn. Als anderen thuis een potje in de Champions League gaan kijken, spring ik op mijn fiets om ergens een wedstrijd voor de Rijnmond Cup te bekijken”, zegt Vellinga.
Hij mist Harga, maar snapt dat het stadionnetje gesloopt moest worden. “Voor die tweehonderd man langs de kant hoef je geen tribunes te hebben. Daarnaast was de oude hoofdtribune in verval. Op de onoverdekte staantribunes stond op sommige plekken het onkruid een meter hoog.”
Vellinga herinnert zich hoe SVV in 1988 worstelt om het hoofd boven water te houden. De toeschouwersaantallen zijn laag. De thuiswedstrijden op Harga trekken incidenteel meer dan duizend toeschouwers, maar duels voor vijfhonderd man publiek zijn geen zeldzaamheid. “Excelsior en Telstar hadden er niet veel meer, hoor”, zegt Vellinga.
Dat zou allemaal veranderen als Henk Salari, die als speler zijn gehele loopbaan SVV trouw blijft, samen met ploeggenoot Hans Loovens en de toenmalige trainer Jan van der Velden op Mercedesdealer John van Dijk afstapt…
Uit: het (inmiddels uitverkochte!) boek Verdwenen Profclubs, verbonden door de ondergang van Martijn Schwillens, hét boek over de clubs die sinds 1991 uit het betaaldvoetbal in Nederland zijn verdwenen: Haarlem, FC Wageningen, SVV, Veendam, VC Vlissingen/VCV Zeeland, RBC en AGOVV.