Meer dan 35 jaar na dato lijkt er nog steeds geen opheldering te zijn in het mysterie rond de Bende van Nijvel. Bizar genoeg had de bende ook een enorme impact op het Belgische voetbal. Een verhaal dat vandaag de dag grotendeels vergeten is.
Een van de eerste misdaden die aan de Bende van Nijvel werd toegeschreven, vond plaats in december 1982 in de Auberge du Chevalier, in de schaduw van het welbekende Kasteel van Beersel. De Auberge was in handen van een ’vereniging zonder winstoogmerk’, die beheerd werd door oud-international Jef Jurion. Hij had van de Auberge een succesverhaal gemaakt. Er kwam veel schoon volk over de vloer: Eddy Merckx, Julio Iglesias, Lomme Driessens, enzovoorts. Maar de Auberge was door zijn ligging, vlakbij de autosnelweg en een beetje verscholen in het duister, ook een ideaal doelwit voor rondtrekkende dievenbendes.
Er hadden in het verleden al verschillende inbraken plaatsgevonden. Daarom had Jurion een conciërge in dienst genomen: de 72-jarige vader van zijn kok. Die man werd op 23 december door zijn zoon dood aangetroffen in de zaak. Hij was op een erg brutale manier vermoord. Van de daders ontbrak elk spoor.
Kasteel van Beersel
Hoewel de moord zelf nooit opgehelderd zou worden, werd er wel diep in iets anders gegraven, namelijk in de zwarte boekhouding van Jurion, die men ter plekke aantrof. Men stelde vast dat er heel wat onregelmatigs in de papieren terug was te vinden. En Jurion had al geen al te beste reputatie. Een paar jaar eerder was hij al betrokken geweest bij een omkoopaffaire tussen Berchem en La Louvière, de club waarvan hij toen trainer was. Die zaak had hem een levenslange schorsing door de voetbalbond opgeleverd, maar die schorsing werd vrij snel weer ingetrokken.
Jurion keerde terug in het voetbal, maar ditmaal als makelaar. Hij was onder meer degene die de toenmalige recordtransfer van de sublieme rechtsbuiten Roger Van Gool van Club Brugge naar FC Köln had weten regelen. De recherche besloot verder te graven in de papieren van Jurion, ook bij hem thuis. Daar ontdekte men, naar verluidt, het nodige belastende materiaal rond de miljoenentransfer van Alexander Czerniatinsky, van Royal Antwerp FC naar RSC Anderlecht, in de zomer van 1982. Bij die overgang bleek behoorlijk wat zwart geld omgegaan te zijn.
Verhoor
Antwerp-voorzitter Eddy Wauters, topman bij de toenmalige Kredietbank, belandde net als Jurion voor verhoor een aantal weken in de gevangenis. Ook Michel Verschueren en Constant Vanden Stock mochten het uit gaan leggen aan de recherche. Onderzoeksrechter Guy Bellemans werd op het dossier gezet en beet zich er stevig in vast. Hij zou de wijdverbreide zwartgeldcultuur van het Belgische voetbal tot op het bot proberen bloot te leggen. Als een uitloper van datzelfde onderzoek ontdekte men ook de zwarte boekhouding van Standard Luik. Die werd, naar verluidt, zonder al te veel gêne door Roger Petit, toenmalig secretaris-generaal van Standard, open en bloot gepresenteerd aan de Bijzondere Belastingsinspectie.
Eric Gerets
In het kasboek bleek een onverklaarbaar bedrag opgenomen voor 1982, bestemd voor toenmalig trainer Raymond Goethals. Die werd opgepakt voor verhoor. Raymond la Science ging snel door de knieën. Hij beweerde dat het bedrag voor Eric Gerets bestemd was. Het verlinken van zijn aanvoerder zou tot een jarenlange vete tussen beide grootheden van het Belgische voetbal leiden. Gerets had zogezegd de opdracht gekregen om er zijn dorpsgenoot Roland Janssen van Waterschei mee te benaderen.
Het bedrag moest dienen om de spelers van Waterschei ervan te overtuigen het ‘rustig aan te doen’ in hun wedstrijd tegen Standard, dat op het punt stond kampioen te worden. Dat gebeurde ook. Standard won met 3-1. Maar de omkoopaffaire kwam twee jaar later als gevolg van het onderzoek toch aan het licht en deed het Belgische voetbal vervolgens op zijn grondvesten schudden.
Goethals en een groot deel van de spelers van Standard werden geschorst, net voor het EK 1984. Strafrechtelijk werden ze niet vervolgd, want omkoping was nog niet onwettelijk op dat moment. Voor jonge spelers als Georges Grün en Enzo Scifo betekende het een vervroegd debuut onder de internationale spotlights. Maar voor een hele generatie opkomende Standard-internationals, zoals Jos Daerden en Guy Vandersmissen, zorgde het voor een serieuze knik in hun carrière.
Met het zwarte geld dat (deels) aan banden werd gelegd (maar dat wel nog vlot zijn weg zou vinden naar de lagere divisies), verloor het Belgische voetbal meteen ook een van zijn voornaamste competitieve voordelen ten opzichte van de andere Europese competities.
Ondanks het feit dat de gruwelijke moord van de Bende van Nijvel in wezen niets met de zwartgeldcircuits in het Belgische voetbal te maken had, bracht het wel een ongrijpbaar balletje aan het rollen. Zowel België als het voetbal in België zouden nadien nooit meer hetzelfde zijn.