Veel (top)clubs kwamen eind jaren zeventig met knikkende knieën naar Kaalheide, de toenmalige thuishaven van Roda JC. Het boegbeeld van de zwart-gele formatie was in die tijd zonder twijfel Dick Nanninga. Hij was eigenlijk geknipt voor het Engelse voetbal: groot, sterk in de lucht en gezegend met een fantastische wedstrijdinstelling. Een targetman die elk seizoen regelmatig met het hoofd scoorde. Tegen Dick Nanninga had geen enkele verdediger het ooit gemakkelijk. Tussen 1974 en 1981 scoorde hij meer dan honderd doelpunten voor wat hij altijd “mijn cluppie” is blijven noemen.
Als kind ging ik ooit samen met mijn vader naar zijn Kerkraadse bloemenzaak om een vaantje van Roda te kopen. Dick stond als vanzelfsprekend zelf achter de toonbank, signeerde het vaantje en gaf mij bij het afscheid een aai over de bol. Het was niet lang na zijn beroemde doelpunt voor Oranje in de WK-finale tegen Argentinië.
Zo’n jaar of tien geleden sprak ik met hem in een wegrestaurant in de buurt van Eindhoven. Hoewel de bakkebaarden grotendeels waren verdwenen, herkende ik hem al van grote afstand. Het verbaasde me wel een beetje dat hij niet extreem groot was. Niet à la Jan Koller of Edwin van der Sar in ieder geval. Hij was uitermate vriendelijk en beantwoordde zonder poespas al mijn vragen.
Tastbare herinneringen aan zijn carrière waren aan de geboren Groninger – die, voordat hij naar Kerkrade kwam, een seizoen voor Veendam speelde, waarin hij vijftien maal scoorde – niet besteed. Hij had nooit shirts van tegenstanders of van zichzelf bewaard. Enige uitzondering was de zilveren medaille die hij had overgehouden aan het WK van 1978 en die “ergens op zolder moest liggen”.
Hoewel hij bij Roda JC full-prof was, heeft Dick Nanninga gedurende zijn gehele carrière, dus ook in zijn Kerkraadse tijd, altijd gewerkt naast het voetbal. Voor De Lange, zijn bijnaam bij Roda, was hard werken de normaalste zaak van de wereld.
No-nonsense
Zijn no-nonsense houding strekte zich uit over alle geledingen van zijn carrière. Over zijn doelpunt tijdens de WK-finale van 1978 zei hij: “Ach, het had net zo goed een ander kunnen wezen die ‘m gemaakt had. Ik ben daar heel nuchter in. Het was een hele goeie voorzet, bijna niet te missen. Het enige dat ik daarover weleens denk, is dat ik liever de winnende goal had gemaakt. Het is jammer dat we na die 1-1 niet hebben doorgedrukt, want volgens mij is er na mijn goal geen hoge bal meer geweest.”
De moderne voetbalwereld was steeds minder aan Nanninga besteed. “Als je ziet dat een gemiddelde speler bij wijze van spreken 500.000 euro moet verdienen en je ziet wat-ie kan en ervoor doet, zakt mijn broek weleens naar beneden.” Liever ging hij naar zijn kleinzoon kijken toen dat nog mogelijk was. Ook kon hij ervan genieten als een van zijn kleinkinderen tegen hem zei: “Opa, je staat op YouTube, je bent wereldberoemd!” Maar zelf vond hij dat hij gewoon z’n werk had gedaan.
Vandaag zeven jaar geleden ging zijn naam nog eenmaal de wereld rond. De enige Nederlander die ooit een velddoelpunt maakte in een WK-finale, overleed op 21 juli 2015.
Inmiddels is een promenade naar hem vernoemd in het Parkstad Limburg Stadion. Maar het zou hem meer eer aan doen als dat het hele stadion zou zijn geweest.
Foto header: Pro Shots/Stanley Gontha