De grootste supporter van Telstar is niet meer. Honderden supporters namen deze week afscheid van Peter Zoontjes, beter bekend als Jomanda.
27 november 1994. Een dag die er voor Peter Zoontjes één lijkt te worden als zo velen, verandert zijn leven. Die avond wordt tijdens de thuiswedstrijd tegen AZ zijn alter-ego geboren: Jomanda.
Nederland is halverwege jaren negentig in de ban van gebedsgenezer Joke Damman, beter bekend onder haar artiestennaam Jomanda. Op radio en televisie trekt ze de aandacht door flessen kraanwater in te stralen, naar eigen zeggen voorzien van een helende werking. Tijdschrift Panorama vraagt het populaire medium om hun weekblad in te stralen. Zoontjes plakt de voorpagina op een billboard. “Daar schreef ik ‘Telstar – AZ, 2-1’ op.”
Jomanda! Jomanda!
Lang lijkt de Noord-Hollandse derby die dag af te stevenen op een gelijkspel. Tot Walter Smak in blessuretijd de bal tegen de touwen werkt: 2-1! De supporters van Telstar beginnen luidkeels te scanderen: “Jomanda! Jomanda! Jomanda!” Peter Zoontjes is vanaf die dag niet meer Peter Zoontjes, maar Jomanda.
Jomanda is de bekendste supporter van Telstar. Een man die overloopt van de clubliefde en niet vies is van een showtje. Jarenlang rent hij in de 63e minuut, een verwijzing naar het oprichtingsjaar, met een vlag van Telstar langs het veld. Ook beroemd zijn z’n geplastificeerde billboards met onnavolgbare slogans als ‘Hossen met Kate Moss’ en ‘Support the Telstar Rockets, Never Give up, Kim il Sung offensief! Lets go Cats!’ Het bekendst is: ‘HOS, hergroeperen, oprukken, scoren!’
Rock ’n Roll
Ook staat hij vaak met foto’s van Elvis of Duane Eddy te zwaaien. Die artiesten hebben niets met Telstar te maken, maar bij Jomanda gaan Telstar en rock-‘n-rollmuziek hand in hand. Meer nog dan voetbal is dat immers de liefde van zijn leven. Want die rock’n’roll, die heeft zijn leven veranderd. Peter Zoontjes wordt in 1939 geboren. Als halverwege de jaren vijftig de rock’n’rollmuziek komt overwaaien uit de Verenigde Staten, heeft dat een verpletterende werking op hem. “Voor die tijd hoorde je op de radio de Silvera’s. Die hadden een heel sloom liedje. ‘Twee reebruine ogen die keken de jager aan’. Vond ik geen kloot aan. En toen kwam ineens Bill Haley. Ge-wel-dig.”

Opvallend genoeg is het de liefde voor rock’n’roll in combinatie met een levenslange fascinatie voor de Sovjet-Unie die Zoontjes begin jaren zestig op het spoor van Telstar zet. Hij groeit op als zoon van een stakingsleider bij de Hoogovens in Velsen-Noord. Thuis wordt De Waarheid gelezen, een krant met een communistische signatuur. Als het de Sovjet-Unie in 1957 lukt om voor de Amerikanen als eerste een satelliet de ruimte in te sturen, vindt hij dat geweldig.
Sputnik
Wanneer Zoontjes in 1965 het logo van de nieuwe fusieclub Telstar ziet, moet hij meteen denken aan de Sputnik 1-satelliet. Het Telstar-logo lijkt misschien nog wel meer op de Russische satelliet dan degene waar hij naar is vernoemd. De naam Telstar refereert voor Zoontjes bovendien aan het gelijknamige nummer van The Tornado’s dat in 1962 is uitgekomen. “In Telstar kwamen mijn liefde voor de rock-‘n’-rollmuziek en Rusland samen.”
Protest
De bekendste gimmick van Zoontjes is misschien wel het rennen met de Telstar-vlag in de 63e minuut van wedstrijden. Wat veel mensen niet weten is dat die gewoonte ontstaat als protest. In 2001 besluit Telstar te fuseren met de amateurclub Stormvogels. Idee is dat de jeugdafdeling van Stormvogels samen met Telstar talenten kan klaarstomen voor het eerste. De nieuwe naam wordt Stormvogels Telstar. Dat doet Zoontjes pijn.
Telstar is Telstar, een samenvoeging van de betaaldvoetbalclubs Stormvogels en VSV. Niet Telstar + Stormvogels. Dat de club er ook voor kiest om een nieuw logo te voeren, is Zoontjes een doorn in het oog. In plaats van de communicatiesatelliet staat de vogel van Stormvogels prominent op het logo. “Die kokmeeuw schijt alles onder. En dan stond er 1912 onder. Toen is Stormvogels opgericht, niet Telstar.”
En dus rent hij zeven jaar lang met de vlag. In de 63e minuut, het enige echte oprichtingsjaar. Het is niet de enige vorm van protest die Zoontjes en andere tegenstanders van de fusie voeren. Ze noemen zichzelf de logoïsten.
Fusie kwam niet van de grond
Het verzet wordt uiteindelijk beloond. In 2008 krijgt Zoontjes een telefoontje met het verzoek om naar café Telstar in de Trompstraat in IJmuiden te komen. Directeur Pieter de Waard en Jack Zwart, ontwerper van het logo, hebben een verrassing: de fusie, die in praktijk nooit echt van de grond kwam, is voorbij en het oude logo komt terug. “Ik wist niet wat ik hoorde. We hebben ervoor gestreden en het is gelukt.”

Jarenlang zegt Zoontjes dat hij 63 jaar oud was. Zelfs als hij al voorbij de tachtig is. Tot het lichaam het niet meer toelaat, neemt Zoontjes altijd een akoestische gitaar mee naar wedstrijden van Telstar. Terwijl de Telstar-tune van The Tornado’s door de speakers knalt, geeft Jomanda een show weg. “Gitaar spelen kan ik niet. Het is nepperij. Maar van een afstand zie je dat niet.” Met die act wordt hij zelfs eens tweede in de voorronde van het NK Luchtgitaar.
Laatste goal
Tijdens de play-offs van 2025 heeft Zoontjes het in zijn rug. Toch komt hij naar de wedstrijden. In een schokkerig filmpje op X zien we hem tijdens de heenwedstrijd van de finale leunend tegen de railing maar vol overgave het publiek opjutten. Plots richt de camera zich op het veld. Youssef el Kachati maakt een schitterende goal. Jomanda mist het.
Het blijkt de laatste goal te zijn van Telstar waar hij bezig is. Vanaf de bank ziet hij Telstar bij Willem II promoveren. Ook de huldiging mist hij. Het gaat niet meer. Fans zetten samen met de IJmuider Courant een kaartenactie op om hem te steunen. Hij maakt het niet meer mee en sterft vijf dagen na de promotie van zijn geliefde club.
Een kleine week later brengen honderden fans, oud-spelers en bestuursleden een laatste groet aan de geliefde fan. Zijn kist staat op de middenstip. “Hij hoopte op 163 aanwezigen”, zegt een zijn van twee zonen in een toespraak. “Het zijn er veel meer. Hij zou het geweldig hebben gevonden.”

De medewerkers van Staantribune wensen alle nabestaanden veel sterkte met het verlies.
Dit is alvast een voorproefje van een van de verhalen in het boek van schrijver én supporter Milo Lambers over Telstar, dat volgend jaar (als de club 63 jaar bestaat) onder de vlag van Staantribune zal verschijnen.