Na vier boeken over voetbalsteden is het tijd om mezelf weer eens uit te dagen. En hoe doe je dat beter dan met een queeste. Maar wat voor queeste? Ga ik de Heilige Graal vinden met een Monty Python-esque gezelschap? Een ring vernietigen met een pervers rariteitenkabinet? Of een prinses bevrijden door een draak neer te steken (mijn naam heb ik in ieder geval mee)? Neen, ik kies lafjes voor een voetbalqueeste. Mijn doel is om een seizoen lang de FA Cup te volgen en in ieder van de veertien rondes minstens één wedstrijd te bezoeken. Van Whickham naar Wembley.
Wat er ook gebeurt, dit is mijn vierde en laatste bezoek aan Nottingham Forest dit FA Cup-seizoen. De halve finales zijn namelijk op neutraal terrein. Maar wat een einde: Nottingham Forest – Liverpool. Dit waren, samen met Everton, de grote clubs toen ik eind jaren tachtig het Engelse voetbal begon te volgen. Deze wedstrijd had van mij wel de finale mogen zijn, maar je kunt niet alles hebben.
Voor de Reds is de City Ground een zogeheten bogey ground. De laatste keer dat Liverpool hier won was in 1984. De twaalf wedstrijden daarop lukte dat niet, al zal het jongere deel van de supporters er nooit een van bezocht hebben, want de laatste ontmoeting tussen beide clubs was in 1999.
Groot verleden
Gevoelsmatig hoort Nottingham Forest in mijn ogen in de Premier League, maar het is al 23 jaar geleden dat de club daarin speelde. Sindsdien heeft het zelfs drie seizoenen op het derde niveau gespeeld. Voor de generatie na mij is Forest gewoon een club uit de lower leagues die toevallig een groot verleden heeft.
Maar voor iedereen boven de 35 is dit een topaffiche. Dat was ook te merken bij de kaartverkoop. Op de maandag voor de wedstrijd gingen de tickets om middernacht in de verkoop en toen ik kwart voor twaalf inlogde was er al een gigantische wachtrij. Ondanks dat het systeem zo traag was als dikke stront door een trechter, was het binnen acht minuten uitverkocht.
De sfeer in de stad op de wedstrijddag is weer anders dan de vorige drie keer. Tegen Arsenal was er een ‘we zien het wel’-stemming, terwijl tegen Leicester klepperij overal de boventoon voerde. De vorige ronde tegen Huddersfield was er juist erg veel vertrouwen, iets wat nu ook aanwezig is. De meeste mensen die ik spreek geloven wel in een stunt vanavond. Dat dit een grote wedstrijd is, merk ik overal in de stad. De pubs zitten afgeladen vol en overal zie ik uitgelaten supporters lopen.
Onofficieel clublied van Nottingham Forest
Rond het stadion zit de stemming er helemaal goed in. Twee doedelzakspelers zetten Mull of Kintyre in, het onofficiële clublied van Forest. “City Ground, mist rolling in from the Trent.” Dat nummer wordt ook keihard gezongen als de spelers het veld opkomen. De City Ground is deze avond een heksenketel, om maar eens een cliché uit te braken.
In de eerste helft is Liverpool veel te sterk, maar Nottingham Forest weet de 0-0 tot de rust vast te houden. Na de pauze gooien de Tricky Trees al hun schroom van zich af en zijn minstens gelijkwaardig. Forest krijgt zelfs de grootste kansen. Het volle uitvak, dat redelijk tam is deze avond, krijgt een “Where’s your famous atmosphere?” over zich heen.
Toch zijn het de Scousers die het laatst lachen, want Liverpool maakt het enige doelpunt van de avond. Er zit een buitenspelluchtje aan, maar de VAR besluit dat het niet genoeg stinkt om de goal af te keuren. De cuprun van Forest is over, maar het is er eentje waar de supporters nog jaren met plezier naar zullen terugkijken.