Het was vorig weekend van de streekderby’s in de Spaanse regio Valencia. Staantribune-redacteur Eric de Jager bezocht er twee: Eldense – Elche en Hercules – Alcoyano. Er vielen weinig doelpunten, maar hij keek toch zijn ogen uit.
“Klootzakken!” Niet de ondersteuning die je verwacht van een trouwe supporter, vlak voor de grote streekderby. Maar een groot aantal fans van CD Eldense voelt zich genaaid. Door hun club. Seizoenkaart of niet, voor de belangrijkste wedstrijd van het jaar, tegen Elche, moeten ze toch een kaartje kopen. Het is día del club, de dag waarop supporters worden geacht hun team te steunen met een extra zakcentje.
Spaanse voetbalfans
Hoewel Spaanse voetbalfans niet vies zijn van een beetje drama, is de sfeer rond het stadion Nuevo Pepico Amat gemoedelijk. Supporters drinken een biertje en snacken een tapa in het winterzonnetje. Ze zijn er wel, de Eldense-aanhangers die weigeren bij te betalen, maar ze maken geen herrie. Dat doen ze vooral op sociale media.
Ook de aanwezigheid van zo’n duizend bezoekers uit Elche leidt niet tot wrijving. Integendeel, iedereen loopt, staat en zit door elkaar bij de barretjes in de buurt. Elda is, zoals collega Joris van de Wier zou zeggen, geen ‘ stad om de vrouw mee naar toe te nemen’. Maar op de speeldagen van Deportivo is er wat te doen.
De grote tegen de kleine broer
De derby die op het programma staat, is er een tussen de kleine en de grote broer. Aan de ene kant Elche, uit de grote stad, met een verleden in de Primera División, een stevige begroting en een prachtig groot voetbalstadion voor bijna 34.000 fans. Aan de ander kant Eldense, uit een uit de hand gelopen dorp, dat bekend staat om zijn schoenenindustrie en de laagste huizenprijzen in de regio. Het Pepico Amat-stadion is klein, er kunnen iets meer dan 5.500 toeschouwers in. En dat is vooral te danken aan een grote tijdelijke tribune aan de lange zijde.
Ondanks de gebrekkige capaciteit, 3.000 seizoenkaarthouders en de massaal aanwezige Elche-aanhang, zitten er op de derby-avond maar 3.800 bezoekers in het stadion. Bij het omroepen van dat aantal klinkt een stevig fluitconcert. Sommigen fluiten tegen het bestuur, dat vandaag tot día del club heeft uitgeroepen. Anderen tegen de fans die de club in de steek hebben gelaten. Hoe dan ook, de lege plekken in het kleine stadionnetje, waar de koude bergwind vrij spel heeft, doen pijn.
Día del club
De día del club, of día económico, is een Spaans fenomeen dat al sinds de begindagen van het voetbal in het land de fans verdeelt. De club vraagt seizoenkaarthouders zo’n twee keer per jaar om extra financiële steun door ze te verplichten alsnog een toegangskaart te kopen. Daarvoor kiest de clubleiding natuurlijk altijd de grote wedstrijden uit, anders betaalt niemand. Vandaag dus de derby tegen Elche.
Supporter Juan vindt het geen probleem, zegt hij voor de aftrap. Hij heeft een iets te klein Eldense-shirt aan, een blikje bier in de hand en een clubmuts tegen de winterkou. Hij betaalt bijna 300 euro voor zijn seizoenkaart en moest nu 25 euro bijbetalen. “Het is een manier om de club te helpen. Dat doen we met onze steun op de tribune, en een of twee keer per jaar door financieel iets bij te dragen. Ik vind het normaal.”
Juan weet dat er medefans zijn die er anders over denken. “Die vinden het te veel geld, daar kan ik niet over oordelen. Of ze geven hun geld liever aan iets anders uit. Dat begrijp ik niet, als supporter. Je steunt je club toch? En je weet als je je seizoenkaart koopt dat er een dia de club bij hoort.”
Onooglijk schouwspel
De fans die er wel zijn, steunen hun club hartstochtelijk, hoewel ze regelmatig worden overstemd door de meute uit Elche. Ook een club die días económicas gebruikt. In de goede dagen zelfs in de hoogste divisie. Daar is het geen gewoonte, maar als het gebeurt, zijn het steevast de duels tegen Barcelona en Real Madrid die aan de beurt zijn.
De wedstrijd mist alles wat een derby nodig heeft. Elche, dat wil promoveren, wil vooral niet verliezen. Eldense, dat in de lagere regionen bivakkeert, ziet 0-0 als een overwinning. Het is een onooglijk schouwspel. Zelfs de fanatieke Elche-fans geven het tegen het einde van de wedstrijd op.
Juan en zijn vrienden vind het, ondanks de kou en het gebrek aan spektakel, hun 25 euro wel waard: een punt tegen de grote broer en 50.000 euro extra voor de clubkas.
Artikel gaat verder onder de foto’s