“Die hamburger had ik niet moeten nemen. Zijn dat stukjes champignon? Ik moet er wel voor zorgen dat mijn airpods niet in de wc vallen. Zou ik mezelf wel op mute hebben gezet?” Het zijn vier niet helemaal willekeurige gedachten, terwijl ik kotsend boven de wc van mijn Engelse schoonouders hang in het idyllische Milton Keynes, terwijl ik daar een weekje thuiswerk. En dat allemaal omdat ik weer eens een potje Engels non-leaguevoetbal heb gekeken. Ik ging onlangs namelijk op bezoek bij Dulwich Hamlet – Hungerford Town.
Op Rotterdam Centraal stappen we in de Eurostar naar Londen. Het moet gezegd – en ik ben niet iemand die ruimhartig is met complimenten over de NS, Eurostar of welke treinmaatschappij in Groot-Brittannië dan ook – die directe trein is een weergaloze uitvinding. Smooth en pleasant, zoals de Engelsen zouden zeggen.
Terwijl ik eens aan het kijken ben wat de groundhopmogelijkheden zijn, verzuip ik bijna in de keuzes. Onder meer Dulwich Hamlet, de hipste club van Londen, waar ik nodig een keer naartoe moet, komt langs. Google meldt mij dat de wedstrijd op zondag wordt gespeeld, maar dat lijkt me toch wat vreemd. De website van de club bevestigt echter dat tegenstander Hungerford Town een coronabesmetting in de selectie heeft gehad en de verplichte quarantaineperiode zorgt ervoor dat de teams pas zondag tegen elkaar mogen spelen. Dat biedt mogelijkheden.
The Battle of Bedfordshire
Zo wordt de weg vrijgemaakt om zaterdag de derby The Battle of Bedfordshire te kijken tussen Bedford en Ampthill op het prachtige Goldington Road. Een derby gespeeld met een rugbybal, maar zeker het bezoeken waard. Mijn in Londen woonachtige maatje William, met wie ik normaal de Londense rugbyclubs bezoek, lijkt wel te porren om Zuid-Londen onveilig te maken en begint meteen allerhande hippe lunchlocaties op te noemen, en plekken waar we goed bier kunnen drinken.
Nu willen de meeste groundhoppers naar rauwe locaties, met slecht bier, vies eten en onsympathieke mensen. Want dat is authentieker. Die mensen zou ik adviseren om niet verder te lezen en Dulwich Hamlet over te slaan.
Verkeerde kant van Londen
Dulwich Hamlet ligt aan de ‘verkeerde kant’ van Londen, aan de zuidkant van de Thames. Maar zoals dat gaat in deze tijden zijn dit nu de hoeken die sterk gegentrificeerd zijn, wat een duur woord is voor dat de oude armere bewoners de stad uit worden gegooid en vervangen door nieuwe, hippe mensen met meer geld. Google even op de Rotterdamse Tweebosbuurt, als je meer wil weten over dit fenomeen.
Meestal is dat het einde van lokale volksclubs, maar zo niet bij Dulwich Hamlet. De club werd immers geadopteerd en uiteindelijk min of meer overgenomen door de nieuwe yuppen. Onze reis begint met een lunch bij ‘The Prince of Peckham’ in het gelijknamige district. Naja, eigenlijk begint die van mij iets te ver naar het zuiden. De Londense equivalent van ‘De NS zet bussen in’ ging niet helemaal goed en dus dwaal ik in een zonnig (!) Londen door Peckham.
De Caribische hamburger is uitstekend en het lokale speciaalbier gaat er ook goed in. Ook is er genoeg om over bij te praten en wandelen we richting het stadion. Nog even een pint in The Prince Albert, een echte Zuid-Londense pub volgens mijn reisgenoot, en we komen steeds gezelliger aan bij Champion Hill, terwijl het roze en paars steeds prominenter wordt.
Champion Hill
Champion Hill is, het moet gezegd, gewoon een heel leuk non-leaguestadion, al zou je dat qua hoeveelheid publiek niet zeggen. Met iets meer dan drieduizend toeschouwers is het goed vol. Of dat komt doordat we eindelijk weer mogen of dat de zondag toch wel goed uitkomt, durf ik niet te zeggen. Met meer speciaalbier in de hand gaan we op zoek naar een mooi plekje, maar dat valt door alle drukte niet mee. We proberen wat verschillende plekken en staan elke keer tussen heel hippe Londenaren van alle rangen, standen en geslachten.
Gewoon gezellig met je vrienden (m/v) een biertje drinken bij de lokale voetbalclub, lijkt hier de standaard en ik moet zeggen: dat bevalt me wel. Uiteindelijk vinden we ons nieuwe thuis tussen The Hamlet, de fanatieke aanhang die ook vooral blij lijkt weer terug te zijn. Keith Emmerson, verdediger van Hungerford Town die met zijn kale hoofd en prominente neus wel wat weg heeft van Voldemort, is tussendoor vaak slachtoffer van het publiek. “He’s coming for you, He’s coming for you, Harry Potter, He’s coming for you” schalt een paar keer over het veld. Keith zelf lijkt daar weinig last van te hebben, want hij speelt een puike wedstrijd.
Stadionvoer
De thuisploeg is sterker, maar toch gaan we met 1-1 rusten. Terwijl William zich ontfermt over meer bier ga ik toch maar iets te eten regelen. Ik ben geïnspireerd geraakt door de podcast van Staantribune over stadionvoer en besluit, tegen alle adviezen in, toch maar voor een hamburger te gaan. Dit is ook volledig tegen mijn eigen regels in, maar alle hippe voedselstandjes zijn door de drukte uitverkocht.
De belangrijkste regel is immers dat je in Engeland alleen dingen mag eten die uit de oven komen en in hoge uitzondering uit de frituur. Engelsen kunnen immers – en ik neem het risico dat deze zin gaat leiden tot een echtscheiding – namelijk niet koken. Ze kunnen alleen bakken. Iedereen kent ‘The Great British Bake-Off’ maar niemand heeft gehoord van ‘The Great British cook-off’. Bestaat ook niet. Ik bedoel maar. Bestel daarom met een gerust hart pies, warme toetjes en een sunday roast, maar blijf ver weg van dingen die uit pannen en van bakplaten komen.
De mensen die twee cheeseburgers voor ons maken, zijn zeer aardig en bieden veelvuldig excuses aan voor de vertraging, dat de bakplaat in de fik vliegt, de vele rook en het feit dat de kaas op is, en uiteindelijk sta ik na twintig minuten met twee zeer matige cheeseburgers zonder kaas in mijn handen, à acht pond per stuk. Een bijna criminele transactie die met een “Well, that’s London for you” geneutraliseerd wordt. Gelukkig kun je het veld goed zien terwijl je wacht, dus ik mis niks van de tweede helft die in een nog hoger tempo gespeeld wordt dan de eerste.
Ouderwets
De tweede helft gaan we aan de andere kant staan, want de fanatieke supporters wisselen hier nog ouderwets van helft. Zo zie ik dat graag. Een prima helft met twee gemiste penalty’s, een rode kaart, twee doelpunten en naast ons wordt het zoontje van een typisch Engelse familie voorgesteld aan een van de geblesseerde selectiespelers, die in driedelig pak rustig babbelt met zijn bewonderaar.
Met een 3-1-overwinning is de sfeer opperbest en zet Dulwich Hamlet weer een stap richting promotie naar de National League. Ik wil nog een mooi sjaaltje of petje bemachtigen in de clubshop, die strategisch gepositioneerd is in een zeecontainer, maar de rij is enorm. Dat komt een volgende keer wel.
Dulwich Hamlet is geen club voor mensen die graag een rauwe volksclub met veel klepperij ziet. Voor mensen die, zoals ik, echter een potje voetbal willen kijken met lekker bier en een goede sfeer, kan ik ’t zeker aanbevelen. Alleen de hamburger zou ik niet nemen.
Heb jij ook een leuke groundhoptrip gemaakt? Stuur jouw verhaal (plus foto’s) dan naar info@staantribune.nl. De leukste artikelen worden op de website geplaatst.