Welke Nederlander speelde in de Champions League maar nooit in de eredivisie? Deelnemers van een voetbalquiz zullen veelal met Jordi Cruijff op de proppen komen of met Jimmy Hasselbaink. Een ander goed antwoord is André Krul, voetbalnomade en afgelopen seizoen onder contract bij Allemania Aachen.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in 2016 in Staantribune #7, alleen te koop als pdf-bestand in de Staantribune webshop.

Het was in 2016 even wennen voor André Krul, een compleet seizoen bij één club. De dagen in Leeuwarden vulden zich relatief voorspelbaar: een appartement in de stad dat hij moest delen met Jergé Hoefdraad, af en toe een wedstrijd in Jong Cambuur en geregeld met een clubautootje de Afsluitdijk over naar zijn ouderlijk huis in het Noord-Hollandse Grootschermer. Met wat geluk mocht hij zo nu en dan op de bank plaatsnemen, bij een blessure of schorsing van de eerste of tweede keeper.

Hoe anders was dat in de jaren daarvoor. Vanaf 2012 werkte hij zes clubs in vijf landen af, en dan rekenen we nog niet eens de stages in Zuid-Afrika en Spanje mee. De werkgevers van Krul lijken nog willekeuriger dan wat er bij een loting van de Europa League uit de koker komt. En niet zelden moet de avontuurlijke keeper er halsoverkop heen. Of het nu om een paar weken Malta gaat, een seizoen op het Colombiaanse hoogste niveau of een half jaartje in de Belgische derde klasse.

Het is een allesbehalve uitgestippeld pad in een carrière waarin contractverlenging en basisplaats zeldzame begrippen zijn. Maar, zo geeft Krul verzekerd aan, van niet één keuze heeft hij spijt. “Ik keepte jarenlang voor FC Utrecht en wilde altijd al naar het buitenland. Dat is inmiddels wel gelukt, haha. Vooral de periode in Colombia was een waanzinnige ervaring.”

Cambuur

Het is begin van de middag in het Cambuur-stadion, vlak na de besloten training op een donderdag in april. De meeste spelers snellen gedoucht en wel door de hoofdingang naar buiten. Fjurdel Narsingh, Leonard Nienhuis en Martijn Barto stappen in hun auto’s en verdwijnen onopvallend tussen bet winkelend publiek.Het Cambuur-stadion mag dan midden in een woonwijk staan, de profvoetballers moeten hun parkeerplaats delen met een grote supermarkt pal tegen het stadion.

André Krul loopt intussen nog in trainingspak door het hoofdgebouw. Bij conditietrainer Jeroen van Os informeert hij welke krachtoefeningen hij die middag moet doen en in welke frequentie. Eenmaal in de interviewruimte lepelt hij anekdote na anekdote op over ieder land waar hij onder de lat stond. Ter illustratie laat hij op zijn telefoon een tv-reportage zien. Gemaakt door een Nederlandse reporter op bezoek in Colombia. In het filmpje vertelt hij openhartig dat het toch wat tegenvalt in Tunja, op drie uur rijden van de hoofdstad. “Bij Colombia denk je aan tropische gebieden, het strand en mooie vrouwen, maar ik zit in een klein stadje in de bergen waar niks te doen is”, hoor je hem zeggen, terwijl hij in trainingskleren en met pet op door het kleine centrum loopt.

Het item werd veelvuldig bekeken door Colombianen. André Krul was tenslotte de allereerste Nederlander én op dat moment de enige Europeaan in de Colombiaanse hoogste afdeling, de Primera A. Opvallend, terwijl hij in het Nederlands spreekt over koeien en paarden op het trainingsveld, verschijnen in de Spaanse ondertiteling teksten over Saddam Hussein en Macauly Culkin. En terwijl het interview gaat over voetbalfans, suggereren de ondertitels (‘500 dólares’) dat Krul over geld praat. “Ja, volgens mij is dit een soort Colombiaanse Lucky TV”, zegt de keeper als hij erop gewezen wordt.

De trainer bezocht ook onverwacht spelers thuis om hun koelkast te checken op alcohol

Satire of niet, hij verbaast zich er al lang niet meer over. Het was een bizarre periode bij het Colombiaanse Boyacá Chicó, met een in de paardenhandel steenrijk geworden eigenaar. “Een echte macho. Hij reed in de grootste auto die ik ooit gezien heb.” Veelzeggend is dat de eigenaar supporters betaalde voor foto’s van bierdrinkende spelers. “Hij en de trainer hadden zo hun eigen informanten rondlopen. De trainer bezocht ook onverwacht spelers thuis om hun koelkast te checken op alcohol. In mijn tweede seizoen brak ik tijdens een training mijn kaak en was ik maanden uitgeschakeld. Kwam de trainer me thuis opzoeken om te controleren of ik wel thuis zat en echt nog niet kon spelen.”

Malta

De vraag is hoe een blonde Noord-Hollandse jongen als André Krul, die als huurling van FC Utrecht bij achtereenvolgens Telstar, Sparta en AGOVV de sluitpost werd, ineens bij Zuid-Amerikaanse clubs in beeld kwam. De wereldreis begon nadat het Maltese Valetta FC interesse toonde in Krul, na een prima seizoen in Apeldoorn. “Ik wilde altijd al graag naar het buitenland en AGOVV, waar het al een beetje chaotisch was vlak voor het faillissement, bleef erg vaag. De keuze voor Valetta was dus niet moeilijk. Het was mooi meegenomen dat ze Europees zouden spelen. Ik dacht toen nog dat het om de Europa League ging.”

De club, waar eerdergenoemde Jordi Cruijff zijn carrière afsloot, had echter niet zomaar Europese wedstrijden: het ging om de voorronde van de Champions League. En Krul werd juist vanwege die duels gehaald. Valetta vond de vaste doelman niet voldoende voor deze krachtmetingen. “Eerst troffen we een club uit Andorra en hield ik twee keer de nul. We wonnen met 1-0 en 8-0. Daarna moesten we tegen Partizan Belgrado. Een fantastische ervaring, zeker de wedstrijd in Servië met die fanatieke Partizan-aanhang. Ze waren met 4-1 en 3-1 echt te sterk voor ons.’’

Dat was in de zomer van 2012. Net zo plotseling als hij kwam, moest hij na een paar weken weer vertrekken toen de club Europees was uitgespeeld. Vanaf dat moment, alle serieuze competities waren ondertussen begonnen, was Krul overgeleverd aan de inspanningen en contacten van zaakwaarnemers. “Mijn zaakwaarnemers Eelco Groen en Peter van Meerten hadden weer contacten met een Mexicaanse zaakwaarnemer. Ik zou betrokken worden in een ruil tussen een club in Guatemala en een in Colombia. Het leek er dus op dat ik in Guatemala zou gaan spelen. Maar bij de Colombiaanse club, Boyacá Chicó dus, zagen ze beelden en wilden ze me direct hebben. Dat was een YouTube-filmpje, in elkaar gezet door mijn broer. Dus eigenlijk heb ik het avontuur aan hem te danken.”

Boyacá Chicó

Zo kwam Krul terecht in het Andes-gebergte. Het stadion van de club bestond uit twee betonnen kolossen die dienstdeden als staantribune. De raampjes van de kleedkamer waren stuk, overal hingen spinnenwebben en het trainingsveld lag vol met koeienvlaaien. Niet de lekkerste plek om in te duiken, iets wat doorgaans wel van keepers wordt verwacht. “Ik was een opmerkelijke verschijning, ze hadden daar nog nooit een blanke met blond haar en blauwe ogen gezien. Maar het welkom was niet bepaald warm. Ik wilde de coach, een man met de haardos van Carlos Valderrama, bij mijn eerste training een hand geven, maar hij draaide zich om en liep weg.” Krul viel van de ene verbazing in de andere. Zo werden complete trainingen besteed aan tijdrekken.

Sportief ging het wel lekker: de eerste wedstrijd met Krul onder de lat won Boyacá Chicó met 0-1, uit bij topclub Millionare. Toch werd het avontuur niet echt een succes, mede door die kaakbreuk die hij tijdens een training opliep. Na Boyacá Chicó kwamen FC Groningen en Bayamón FC uit Puerto Rico om de hoek kijken. Voor geen van de clubs speelde hij een competitiewedstrijd. Maar voor laatstgenoemde wel een wedstrijd in de Midden-Amerikaanse Champions League. In het immense Aztekenstadion kreeg Krul er zes om zijn oren van Club América (6-1). Krul haalde de krantenkoppen, maar dat kwam niet door de wedstrijd.

Om Puerto Rico in te komen, moest ik bij de douane zeggen dat ik een toerist was

“Om Puerto Rico in te komen, moest ik bij de douane zeggen dat ik een toerist was. De voorzitter zei dat ik zo het makkelijkste het land in zou komen. Ze wilden natuurlijk liever geen duur sportvisum voor me betalen. Maar de douaniers bleven doorvragen en zochten op internet op mijn naam. Toen wisten ze voldoende. Kwam ik een dag in de gevangenis terecht, met een oranje boevenpak aan in de handboeien.” Krul werd op het allereerste vliegtuig terug naar Nederland gezet. Met – de geschiedenis herhaalt zich – alleen speeltijd in de Champions League achter zijn naam.

Dromen

De droom van de Noord-Hollander, een transfer naar een Braziliaanse of Argentijnse club afdwingen, is niet uitgekomen. Wel diende zich twee jaar terug nog een Braziliaanse club aan. “Kreeg ik opeens een sms’je van Eric Botteghin: dat mijn komst al in de Braziliaanse kranten stond. Ik werd aangekondigd als de “broer van penaltykiller Tim Krul”. Maar ik zag ervan af. Het was de bedoeling dat ik eerst 5.000 euro zwart aan een zaakwaarnemer zou betalen voordat ik kon tekenen. Die zou het dan delen met de trainer. Bovendien ging het om een klein plaatsje in de provincie São Paolo. Als het nou Rio was geweest, dan had ik het wel geweten.”

André Krul: “Ik heb in het voetballen geleerd dat een toezegging niets waard is als er niks getekend is. In Zuid-Amerika geldt zelfs dat als er wél een contract is getekend, eigenlijk nog niets vaststaat.” Maar vreemde dingen gebeuren ook gewoon in Nederland en België. “Bij RKC Waalwijk liep ik twee jaar terug stage en lag er een contract voor me klaar. Maar op het allerlaatste moment wilde trainer Martin Koopman opeens een jonger iemand. En van KV Turnhout, mijn laatste buitenlandse club, krijg ik nog 700 euro. Binnenkort maar eens bellen.”

Dit artikel is eerder gepubliceerd in 2016 in Staantribune #7, alleen te koop als pdf-bestand in de Staantribune webshop.