Verschillende clubs in Nederland hebben een vriendschapsband met een buitenlandse club. Zo ook ADO Den Haag en Club Brugge. Vanaf de jaren zeventig tot de dag van vandaag gaan de supporters regelmatig bij elkaar op bezoek. In Staantribune #39, geheel over België, een verhaal over Europese trips, Haagse tieten, eeuwige vriendschap en ja, af en toe wordt er ook een potje geknokt.
Brugge-supporter Nico Bollaert (54), oprichter van de groep Blue Army en bekend als Bollie, kan erg genieten van de Haagse directheid en humor. Hij weet nog goed dat hij een keer op de tribune in Den Haag zat en het vak ineens massaal een nummer inzette: ‘Haagse tieten! Haagse tieten!’ De Vlamingen begrepen er in eerste instantie weinig van, tot er ineens een vrouw met een mooie boezem voor de tribune kwam staan. “Ze doet haar trui omhoog. En daar hingen ze, de Haagse tieten.” Klaarblijkelijk stond de vrouw in heel het stadion bekend als Haagse Tieten. “Een treffende bijnaam. Het waren ook wel twee deftige exemplaren.”
Humor
Die humor is volgens Bollaert ook vaak te zien op de spandoeken in Den Haag. Hij kan zich nog goed herinneren dat Ajax en de club uit Den Haag in die tijd op een plek hadden afgesproken om te gaan knokken. “Alleen die jongens van Ajax waren gaan lopen”, vertelt hij. De volgende wedstrijd hing er een spandoek in het stadion met de tekst: ‘Ajax wint de honderd meter sprint.’ Bollie: “Dat vond ik geniaal.”
Op een andere wedstrijddag tegen Ajax zag Bollaert hoe de Den Haag-supporters een mooie stunt hadden uitgehaald. “Voor de wedstrijd was er stiekem vuurwerk in hun uitvak gelegd”, zegt hij. Op het moment dat de spelers het veld opliepen, kwam ineens allemaal groen-gele rook uit het vak van Ajax. “Die reactie van die Ajacieden was zo geweldig. Het was het begin van een heel mooie middag.” Tijdens de rust probeerden de supporters naar het vak van ADO te gaan. “Alleen de wouten – zoals jullie dat zeggen – kwamen ertussen. Naderhand hebben we nog geprobeerd die Ajacieden te onderscheppen bij Hollands Spoor. Het was gezellig.”
Qua humor en gevoel voor gezelligheid klikt het goed tussen beide groepen, al kan de taal nog weleens een struikelblok zijn. Slier kan door zijn jarenlange vriendschap met verschillende Vlamingen meestal wel chocola maken van het Vlaamse accent. Regelmatig komen er Hagenaars naar hem toe om te vragen: “Ed, wat zeggen ze nou precies?” Het Vlaamse accent kan ook een voordeel zijn in Den Haag, weet Bollie: “We krijgen altijd gratis bier. Het is wel Heineken, maar beter iets dan niets.”
Het hele verhaal over de band tussen ADO Den Haag en Club Brugge is te lezen in Staantribune #39, te bestellen in onze webshop.
