De Kuip, zondag 11 september, 20.27 uur. Een bericht in een groepsapp. Een afbeelding van Facebook waaruit ik opmaak dat de broer van Gerrit-Jan zou zijn overleden. ‘Heel veel sterkte GJ’, wenst de afzender hem toe. Een verschrikkelijk bericht natuurlijk, maar ik zit midden in de Rotterdamse derby, en doe mijn telefoon weer in mijn broekzak. Vlak voor het rustsignaal lees ik het appverkeer nog eens goed. Ik krijg het helemaal warm. Het is niet zijn broer, die had hij helemaal niet. Het is GJ zelf. Overleden aan een hartaanval na een voetbalwedstrijd. 44 jaar. Ik kan het nog steeds niet bevatten.
“Ger-rit-Jan van Heemst”, nam ik altijd ietwat triomfantelijk de telefoon op als zijn naam op het beeldscherm verscheen.
“Eh… ja, met Gerrit-Jan”, reageerde hij dan meestal.
Ik wist: als GJ belt, zit je minstens een halfuur te praten over van alles en nog wat, maar vooral over voetbal en Feyenoord in het bijzonder, ons favoriete gespreksonderwerp. Vaak had hij een vraag voor Stadion Sport Nieuws, het programmaboekje van Feyenoord waarvoor hij voorbeschouwingen schreef, of het ging over Hand in Hand, het magazine van supportersvereniging De Feijenoorder, waarvoor we beiden schreven. Of het was een idee voor Staantribune of voor een boek. Hij had er al drie geschreven (Rijnmond, een voetbalbolwerk, God op de middenstip en De dag van Pim en Pierre), maar was altijd op zoek naar een geschikt onderwerp voor een nieuw boek. Dat zou er nooit van komen.
Maar hij kon ook gewoon zomaar bellen. Dan vroeg hij – belangstellend als hij was – naar mijn kinderen, vriendin, broer, moeder, Staantribune of vertelde hij zelf over artikelen die hij had geschreven voor Hard Gras, AD of Nederlands Dagblad, zijn tijd bij Voetbal International (“Als Johan weer eens een bui had, was Tom van Hulsen er altijd om de boel gerust te stellen”), zijn Oekraïense ex-vriendin, die de vele boeken in zijn boekenkast op kleur had gesorteerd, zijn nieuwe hondje, Cas, of over zijn neefjes, op wie hij trots was. Altijd met zijn kenmerkende lach, een beetje grinnikend, en tussendoor een paar seconden pauzerend om een lange hijs van zijn sigaret te nemen. GJ was zo’n gast met wie je uren kon ouwehoeren.
Ik hoorde ook wel eens een tijdje niks van hem. Dan zat-ie niet zo lekker in zijn vel en kwam er weinig uit zijn handen. Maar hij nam altijd wel weer contact op, of ik (of mijn collega Joris) vroeg of hij een artikel voor Staantribune kon schrijven. Dat waren leuke verhalen. Zo dook hij onder meer in de opkomst en ondergang van de NCRV Mini-voetbalshow, schreef hij een verhaal over jeugdvoetbalboeken (Koen Kampioen!), volgde hij Jack van Gelder een middag bij zijn club AFC, bekeek hij een wedstrijd van FC Utrecht in de kroeg van oud-voetballer Joop van Maurik en interviewde hij onder anderen voormalig VI-collega Iwan van Duren en oud-trainers Rob Jacobs en Thijs Libregts, die beiden clubs in Griekenland hadden getraind.
Dat laatste interview was bij een Grieks restaurant in Rotterdam-Nesselande, waarbij ik zelf ook aanschoof. We zaten uren over voetbal en andere bijzaken des levens te lullen, ook toen het daadwerkelijke interview allang was afgelopen. Vooral Jacobs sprong daarbij van de hak op de tak, maar GJ slaagde erin om een prima verhaal af te leveren, zonder dat hij veel aantekeningen had gemaakt.
Soms nam ik de telefoon niet op als GJ belde. Want dan was ik weer eens te druk, met een of andere deadline, of ‘t kwam effe niet zo goed uit. Maar weet je: er is altijd wel een deadline, we zijn heel vaak te druk. Nu zal zijn naam nooit meer op mijn beeldscherm verschijnen. Gerrit-Jan is er niet meer, uit het leven gerukt, van de ene op de andere dag.
Geniet van het leven en trek af en toe gewoon even een halfuur uit om slap te ouwehoeren met een goeie gast, zoals Gerrit-Jan. Ik zal onze gesprekken missen.
Gerrit-Jan van Heemst
10 april 1978 – 11 september 2022
De redactie en medewerkers van Staantribune wensen de familie en nabestaanden veel sterkte met dit plotselinge verlies.