Het Georgisch voetbalelftal speelde in 1990 de eerste interland uit de geschiedenis, hoewel het land formeel nog niet onafhankelijk was. Het duel in Tbilisi tegen Litouwen eindigde in 2-2. Dé topclub uit Georgië ten tijde van de Sovjet-Unie was Dinamo Tbilisi.
Dinamo Tbilisi was in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw een wonderploeg voor wie iedereen in de Sovjet-Unie en Europa ontzag had. Een wisselvallige ploeg ook, want het werd maar tweemaal kampioen van de Sovjet-Unie en won ook slechts twee keer de beker. Tegen topteams konden de Georgiërs het vaak wel opbrengen (zo versloeg het ooit kampioen Dynamo Moskou met 9-5), maar juist in uitwedstrijden tegen kleine clubs ging het vaak mis. De bijnaam in de Sovjet-Unie voor Dinamo Tbilisi was dan ook De Kampioen zonder Prijs.
Pas in 1964 werd voor het eerst de landstitel gepakt. Het tijdschrift France Football had Dinamo Tbilisi een tijdje gevolgd en kwam met een ronkend artikel over de ploeg: “Dinamo heeft geweldige spelers. Hun techniek, kunde en intelligentie zijn van zo’n hoog niveau dat het zeker de Spaans-Italiaanse hegemonie kan beëindigen als de club mee zou doen aan de Europa Cup I.”
Europacup
Maar deelnemen aan de Europese toernooien deden de clubs uit de Sovjet-Unie niet. Dat veranderde in de jaren zeventig. Dinamo Tbilisi maakte meteen flink indruk. Internazionale en Napoli werden uitgeschakeld, maar het meest indrukwekkende was het vernederen van Liverpool in 1979. Met een 3-0 nederlaag in Tbilisi hadden de Reds niets te klagen. Twee jaar later werd ook West Ham United helemaal weggespeeld. In de kwartfinale van de Europa Cup II werd het 1-4 op Upton Park. Een ronde later werd Feyenoord uitgeschakeld, mede dankzij een 3-0 in Tbilisi.
Dinamo Tbilisi was in de finale tegen Carl-Zeiss Jena daarom de grote favoriet. De Oost-Duitsers waren overigens ook geen pannenkoeken, want zij hadden op weg naar de finale onder andere AS Roma, Valencia en Benfica uitgeschakeld.
Het treffen tussen beide Oostblokclubs was misschien wel de vreemdste Europese finale ooit. Van beide clubs mocht bijna geen enkele supporter afreizen naar Düsseldorf. En zo waren amper vijfduizend mensen, waaronder enkele tientallen Georgiërs, getuige van de Europese toernooizege van Dinamo Tbilisi. In Georgië had iedereen het gevolgd op de tv. Miljoenen mensen gingen de straat op en bleven tot de volgende ochtend feesten. Waar er normaal dagelijks 150 inbraken waren in Tbilisi, stond achter 13 mei 1981 een 0. Zelfs de inbrekers waren te druk bezig met feesten.
De overwinning was belangrijk voor Georgië. Het team was een symbool van eenheid want het bestond uit spelers met allerlei achtergronden. Zo was de absolute vedette van de ploeg, David Kipiani, een echte Georgiër, terwijl de doelpuntenmakers Vladimir Gutsaev (Zuid-Ossetië) en Vitaly Daraselia (Abchazië) uit gebieden kwamen waar minderheden woonden. Daardoor was die avond de republiek één dankzij Dinamo Tbilisi. Lang zou dat niet duren. Anderhalf jaar later was Daraselia gestorven tijdens een auto-ongeluk en Kipiani gestopt vanwege een zware blessure. Het sprookje was over en de ploeg viel uit elkaar.
#Rheinstadion #Düsseldorf (1981) FC Dinamo Tbilisi vs FC Carl Zeiss Jena #Georgia #DDR #F95 #Deutschland #Germany pic.twitter.com/65S0WOWuNl
— MotherSoccer (@MotherSoccerNL) August 31, 2016
Georgische competitie
In 1990 werd een Georgische competitie opgezet en die won Dinamo Tbilisi tot nu toe zestien keer. Europees gezien kunnen de Georgiërs soms stunten, maar van de successen uit de jaren zeventig en tachtig kan alleen nog worden gedroomd. Als de club een goede speler voortbrengt, is die binnen een jaar of twee weg.
Om meer over het huidige Dinamo Tbilisi te weten te komen heb ik afgesproken met Giorgi Pirtskhelani die ik ken van Instagram. Hij is gek van voetbaltijdschriften en fan van Staantribune, ook al kan hij dat niet lezen. Hij werkte jarenlang voor de club voordat hij overstapte naar de Georgische voetbalbond.
Tbilisi is geen voetbalstad
Vooraf heb ik op foto’s gezien dat Dinamo Tbilisi amper publiek trekt en ik wil weten hoe dat komt. Pirtskhelani: “Het klinkt heel gek gezien de vroegere successen van Dinamo Tbilisi, maar dit is geen voetbalstad. Daarvoor moet je de provincie in. Bij Dinamo komen vooral oudere mannen kijken. In Tbilisi is het voor jongeren belangrijk om gezien te worden en dan moet je niet in een stadion zitten, maar het nachtleven induiken. Samen met mijn vriend Nikoloz probeerden we die werelden samen te brengen. Daarom werd in 2013 in de kelder waar vroeger het zwembad was de nachtclub Bassiani geopend. Dat is sindsdien uitgegroeid tot een van de beroemdste technoclubs ter wereld.”
Voetbal en uitgaan
“Ons idee was dat mensen eerst naar het voetbal zouden gaan en daarna naar de club. Het werkte een beetje, maar Bassiani is tegenwoordig veel populairder en bekender dan Dinamo. De toeschouwersaantallen gingen wel omhoog, maar niet spectaculair. Het probleem is dat mensen in Tbilisi van succes houden en dat moet in Europa worden behaald. Een zoveelste titel zegt ze niets. Tegenwoordig komt er maar een paar honderd man naar Dinamo kijken en bij de andere clubs van Tbilisi is het nog veel erger. Veel clubs vragen niet eens meer entreegeld om toch maar volk te trekken. Locomotive Tbilisi is traditioneel gezien de tweede club van de stad en zij betalen zelfs mensen om te komen kijken. Dat zegt genoeg.”
In de jaren zestig, zeventig en tachtig was dat wel anders. Het stadion zat vaak ramvol met tienduizenden Georgiërs, vooral als er tegen een van de clubs uit Moskou of Dynamo Kiev werd gespeeld. Pirtskhelani: “Wedstrijden tegen Spartak Moskou en Dynamo Kiev waren een soort interlands. In de Top League van de Sovjet-Unie had je vooral Russische clubs, maar veel van de andere republieken hadden ook een club op het hoogste niveau. Die werd vaak gezien als het nationale elftal van die republiek.”
“Jij had het net over Kairat, dat was eigenlijk Kazachstan. Zalgiris Vilnius was Litouwen, Dinamo Riga was Letland en Dinamo Tbilisi was Georgië. Wat het verschil was met de andere republieken is dat Georgië meerdere clubs op het hoogste niveau heeft gehad. Locomotive Tbilisi bijvoorbeeld, maar ook Torpedo Kutaisi en Guria Lanchkhuti. Die laatste club is de kleinste die ooit in de Top League heeft gespeeld. Lanchkhuti is een dorpje van 8.000 inwoners in het westen van het land.”
Neergang
“Op YouTube staat nog een reportage die vlak na de promotie is gemaakt door een Russische journalist. Hij vraagt mensen in Moskou op straat of zij weten wat Guria Lanchkhuti is. De een denkt dat het een gerecht is, de andere een nieuw automodel en weer iemand anders denkt dat het de vicepresident van de Verenigde Staten is. Fantastisch om te zien. Het was ook heel bijzonder van die club dat zij op dat niveau uitkwamen. Ik denk niet dat buiten Rusland een andere Sovjetstaat vier verschillende clubs op het hoogste niveau heeft gehad. Misschien Oekraïne, maar dat weet ik niet zeker. Het zegt wel iets over het overschot aan goede spelers in Georgië.”
Toen de Sovjet-Unie uiteenviel, verdween ook het geld voor de sportclubs
Volgens Pirtskhelani is er een verband tussen het ineenstorten van de Sovjet-Unie en de neergang van Dinamo Tbilisi. “Toen de Sovjet-Unie uiteenviel, verdween ook het geld voor de sportclubs. Er is genoeg aan te merken op het communistische systeem, maar qua sport was het allemaal goed georganiseerd. Overal lagen sportvelden die goed werden onderhouden, maar dat was meteen over toen Georgië onafhankelijk werd. Het gras verdorde en de velden werden een wildernis. Er is zoveel talent verloren gegaan.”
“Als je kijkt naar de laatste echt goedeGeorgische spelers zoals Kinkladze, Arveladze en Ketsbaia zie je dat die allemaal nog zijn opgeleid in het oude Sovjet-systeem. De voetbalbond gaat nu proberen om dat weer terug te krijgen, maar er is nog een lange weg te gaan om weer terug te komen op het niveau van de Sovjet-Unie. Ik denk dat het talent er wel is en de liefde voor het voetbal ook. De selectie van de Sovjet-Unie bestond altijd uit vooral Russen, Oekraïners en Georgiërs. Het kan niet zo zijn dat er nu geen goede voetballers meer in ons land zijn.”
Dit is een hoofdstuk uit het boek Pot 6 – Op bezoek bij de voetbaldwergen van Europa van Joris van de Wier. Het boek is alleen te koop in de Staantribune Webshop. NB: nog minder dan 25 exemplaren beschikbaar!