Victor Sikora (43) kwam tot zes interlands voor Oranje en speelde voor Go Ahead Eagles, Vitesse, Ajax, sc Heerenveen en NAC Breda. Dertien jaar geleden verliet Sikora Nederland, en terugkeren ziet hij niet zitten. In Staantribune #38 vertelt hij over zijn liefde voor Australië, het verdriet om zijn vader en lachen met Pierre van Hooijdonk en Harry Vermeegen.
Na zijn doorbraak bij Go Ahead Eagles, waar hij van 1994 tot 1999 speelde, verhuisde Victor Sikora naar Vitesse. Daar maakte de vinnige vleugelaanvaller Herbert Neumann, Edward Sturing en Ronald Koeman als trainers mee. In 2000 werd Sikora bij Vitesse uitgeroepen tot Speler van het Jaar. Een jaar later werd hij door Van Gaal opgeroepen voor Oranje. “Ik ben meneer Van Gaal nog altijd dankbaar voor de kans die ik heb gekregen om in het Nederlands Elftal te spelen. Dat is toch niet voor iedereen weggelegd.”
Leuk feitje: vandaag precies twintig jaar geleden verliet Victor Sikora het veld tijdens Nederland – Andorra (4-0) voor debutant Rafael van der Vaart (foto header).
Zes interlands
“Ik heb uiteindelijk zes interlands gespeeld. Het haasje en het shirt van mijn eerste interland liggen nog bij mijn ouders thuis. Die hebben wel een speciaal plekje gekregen. Van Gaal was een topcoach om mee te werken. Net als Koeman. Ik kreeg bij hem altijd de drang om voor hem door het vuur te gaan. Ik heb een mooie periode gehad met hem bij Vitesse. Toen kreeg ik de ruimte om te zwerven in de aanval. Daar lag ook mijn kracht. Dat ik die rol bij Ajax later niet kreeg, was een van de oorzaken dat het daar niet helemaal lekker ging. Ik was in Amsterdam veel meer vastgebonden aan de zijlijn. Maar er speelden meer factoren.”
Ajax nam Sikora in de zomer van 2002 voor ruim vier miljoen euro over. Op dat moment was Koeman de trainer in Amsterdam. “Ik ben kampioen geworden met Ajax, maar ik heb in Amsterdam ook veel lastige momenten beleefd. Ik had last van blessures, maar ook de sfeer binnen een topclub is anders dan bij de clubs waar ik had gespeeld. Bij een topclub kom je meer ego’s tegen, er is meer arrogantie. Ook op het veld.”
“Er waren spelers die liever zelf een actie maakten dan dat ze iemand aanspeelden die vrij stond. Dat was wel frustrerend. Achteraf was ik misschien ook te lief voor de absolute top. Ik had meer van mij af moeten bijten om hogerop te komen. Ik ben van nature wat meer op mezelf en ook nuchter. Helaas zijn er weinig topvoetballers die sociaal zijn. Ze vergeten dat er meer in het leven is.”
Jan van Halst
Toch waren er ook jongens met wie Sikora goed kon opschieten, vertelt hij. “Zo reed ik vaak mee met Jan van Halst, die vanuit Enschede naar Amsterdam reed. Jan pikte me dan ‘s ochtends vroeg op bij de McDonald’s in Deventer en dan gas erop. Jantje is een topper. Henk Timmer was ook een topkerel. Ik kon het ook goed vinden met Rafael van der Vaart, Wesley Sneijder, John Heitinga, Tomáš Galásek, Cristian Chivu, André Bergdølmo en Andy van der Meijde. Andy was toen al zo gek als een deur. We hebben vaak om hem gelachen. Dat doe ik nu nog weleens als ik hem soms op internetfilmpjes zie.”
Lees het hele interview met Victor Sikora in Staantribune nummer 38, te bestellen in de webshop of natuurlijk verkrijgbaar bij een abonnement op Staantribune.
Foto’s: Pro Shots