FC Utrecht speelde in het seizoen 1981-1982 zijn wedstrijden ‘op de Veemarkt’, in het Veemarktstadion. Door de bouw van de nieuwe Galgenwaard moest de club uitwijken naar een tijdelijk onderkomen. Ondanks de financiële malaise bij de club uit de Domstad werd het een seizoen om nooit te vergeten. In Staantribune #38 meer over poepen in politiepetten, de chaoswedstrijd tegen HSV en een eigen lied om de club te redden. Een voorproefje.

Omdat de oude Galgenwaard – we herinneren ons allemaal de beelden van de eigenhandige sloop – werd vervangen, speelde Utrecht  één seizoen in het Veemarktstadion. Ton du Chatinier, een bikkelharde verdediger bij FC Utrecht, kan zich nog goed voor de geest halen. “Het Utrechtse publiek was voor veel tegenstanders best wel beangstigend. Als je door het tunneltje kwam en de weg over ging richting het stadion, werden er allerlei verwensingen naar het hoofd van de tegenstander geslingerd.”

Hij legt uit dat het Utrechtse publiek vooral passie en strijd wilde zien en dat het voetbal dan niet altijd technisch hoogstaand hoefde te zijn. “Als ze zagen dat je er met de pet naar gooide, kwamen er weleens ziektes voorbij die niet eens in de medische encyclopedie staan.”

De supporters zaten in het Veemarktstadion ontzettend kort op het veld zaten. Du Chatinier: “Die zaten bijna tegen de zijlaan aan. De supporters stonden ook in het algemeen veel dichter bij de spelers. Dan kwamen ze na de wedstrijd een kwartier tegen je aan zeiken. Op een gegeven moment gaf ik dan aan: jongens, we weten dat we klote hebben gespeeld, maar nu pakken we gewoon lekker een glas bier. Volgende keer beter.”

FC Utrecht op de Veemarkt

Feestjes

Stef Snel is al sinds jaar en dag een fanatieke Utrecht-supporter en miste vrijwel geen wedstrijd op de Veemarkt. “Met alle respect, maar eigenlijk was het gewoon een varkensstal”, zegt de marktkoopman. “Het waren houten tribunes en een veld midden in de polder.”

Na een overwinning – bijna iedere thuiswedstrijd dus – waren er altijd tot in de late uurtjes feestjes in de kantine van Voorwaarts, al was keeper Hans van Breukelen niet per se lid van het feestteam. “Meestal pikte ik mijn vrouw en vader op, dronken we een drankje en gingen we naar huis. Ik ben niet zo’n feestbeest. In tegenstelling tot Chat.”

Du Chatinier: “Het was altijd een beetje platvloers. Een zangertje erbij, allemaal meezingen, polonaises en op de bar staan.” De volkszangers die in die tijd weleens optraden voor de selectie van FC Utrecht waren Ronnie van Bemmel en Michael Oomen, die later op beide huwelijken van Wesley Sneijder zou zingen.

Lees meer over het legendarische seizoen van FC Utrecht aan de Veemarkt in Staantribune #38, (na) te bestellen in de Staantribune Webshop en tot aanstaande donderdag verkrijgbaar bij alle verkooppunten!

FC Utrecht op de Veemarkt