Het is in Baskenburg niet lastig voor te stellen hoe drommen mensen in de hoogtijdagen van de Voetbal Combinatie Vlissingen (VC Vlissingen) hun weg vonden naar de Irislaan. De stadionwijk oogt volks, rauw zelfs. Kleine rijtjeswoningen met vuurrode daken en typische jaren vijftig-portiekflats domineren de skyline van deze buurt. De omgeving doet nog het meest denken aan de Vetkampstraat in Deventer.
In elke zijstraat en vanaf elk pleintje zijn de lichtmasten van het stadion te zien. Ruim 25 jaar nadat VCV Zeeland actief was in het profvoetbal, zijn de vier masten nog steeds een ijkpunt voor automobilisten op de rondweg. Een magneet voor de echte voetballiefhebbers zijn de lichtmasten niet meer. Zoals ze dat wel waren in de jaren zestig, tachtig en in de zomer van 1990, toen Vlissingen een Zeeuws voetbalbolwerk was. “Ik vergelijk onze periode in het profvoetbal met mijn eigen militaire dienst. Ik heb gebaald als een stekker dat ik opgeroepen werd, maar ik had die tijd nooit willen missen”, vertelt supporter en clubhistoricus Kees Lindenberg.
Twee jaar een profclub
Slechts twee jaar heeft Zeeland een profclub gehad. Twee laatste plaatsen in de eerste divisie – zowel in 1991 als in 1992 – vormen niet meer dan een voetnoot in de 65-jarige geschiedenis van het Nederlandse betaald voetbal. Maar schijn bedriegt. Nog steeds is er trots bij de betrokkenen van toen. Niet in de laatste plaats bij Lindenberg. “In de jaren tachtig leefde het voetbal enorm.”
“Ook van de andere Zeeuwse eilanden kwamen mensen toen voetbal kijken in Vlissingen. Wedstrijden tegen DESK en Geldrop trokken in de hoofdklasse met gemak 2.500 toeschouwers en zelfs als het slecht ging, zaten er minimaal 1.200 toeschouwers. In essentie is Vlissingen een echte voetbalstad. Net voor de betaald voetbalperiode had VC Vlissingen duizend leden en heel veel jeugd. Sponsors afficheerden zich graag met deze vereniging. Het enthousiasme om in 1990 de stap te wagen laat zich gemakkelijk verklaren”, vertelt Lindenberg. “Maar alleen enthousiasme is niet genoeg.”
Succes in de KNVB-beker
De naam Vlissingen wordt gevestigd door een historische reeks in de KNVB-beker. Peter van Vossen, die later bij Ajax, Feyenoord en het Nederlands Elftal successen viert, is die bekerreeks de grote man bij Vlissingen, dat in 1989 de kwartfinales van de beker bereikt. Van Vossen treft doel in de eerste ronde tegen De Graafschap (2-1) en in de tweede ronde tegen eredivisionist BVV Den Bosch (2-0). Tegen de Bosschenaren is hij er met twee solodoelpunten bijna eigenhandig verantwoordelijk voor dat Vlissingen zich plaatst voor de derde ronde. Daarin is Telstar de tegenstander.
In Velsen-Zuid weet Vlissingen zich gesteund door zevenhonderd supporters. Na verlenging wordt Telstar met 0-2 verslagen. “Die bekerperiode was fantastisch. Natuurlijk de wedstrijden tegen De Graafschap en BVV, maar persoonlijk keepte ik mijn beste wedstrijd ooit bij Telstar. In de verlenging wonnen we. Op de terugreis zijn we gestopt in Bergen op Zoom, waar het carnaval was. We hebben tot diep in de nacht gefeest”, vertelt oud-doelman Ruud Pennings.
Vlissingen hoopt op een topclub in de kwartfinales, maar Jo Jansen – die de loting mag verrichten op de nationale tv – ‘trekt’ FC Den Haag. De Hagenaars zijn in die jaren berucht vanwege de vele hooligans die de club achterna reizen. Burgemeester Jaap van der Doef laat zich echter overtuigen van de meerwaarde van een thuiswedstrijd en gaat overstag. Ruim 5.500 toeschouwers zijn op 19 februari 1989 getuige van de uitschakeling van VC Vlissingen. Na de 0-3 in de slotminuut nemen de Haagse fans bezit van het veld, maar rellen blijven uit.
“We verloren die wedstrijd kansloos, maar het was bijzonder om mee te maken. De fans van Den Haag stonden op een gegeven moment zo’n beetje naast mij in het strafschopgebied, maar er gebeurde niets. Het was één groot feest en ik zie dat jaar als een van de hoogtepunten van mijn carrière. Die bekerreeks was voor mij net zo mooi als de jaren in het betaald voetbal”, benadrukt Pennings.
Enthousiasme in Vlissingen
De wedstrijden in het KNVB-bekertoernooi maken in ieder geval twee zaken duidelijk:
- Er lijkt voldoende draagkracht voor betaald voetbal;
- Het sportpark aan de Irislaan zal grondig verbouwd moeten worden om een profclub te kunnen huisvesten.
Een golf van enthousiasme overspoelt Vlissingen, dat klaar lijkt voor het betaald voetbal. De bekersuccessen zorgen voor landelijke media-aandacht voor dit streven en de KNVB laat weten dat een periodekampioenschap in het geval van Vlissingen waarschijnlijk niet nodig is als het de overstap wil maken. In maart 1989 wordt de ‘Onderzoekscommissie Profvoetbal Zeeland’ opgericht, die de haalbaarheid moet onderzoeken. Alle lichten staan op groen…
Uit: het (inmiddels uitverkochte!) boek Verdwenen Profclubs, verbonden door de ondergang van Martijn Schwillens, hét boek over de clubs die sinds 1991 uit het betaaldvoetbal in Nederland zijn verdwenen: Haarlem, FC Wageningen, SVV, Veendam, VC Vlissingen/VCV Zeeland, RBC en AGOVV.