Tijdens het ‘coronaseizoen’ 2020-2021 reisde Joris van de Wier (Tilburg, 1978) naar alle uithoeken van Groot-Brittannië om toch maar voetbal te kunnen zien. Om toch zijn shot voetbal te krijgen, moest de lat steeds lager. Op een bepaald moment stond Van de Wier omringd door verbaasde schapen een veld in de achttiende divisie te vincken. Zijn boek Terraces & Floodlights is een terugblik op een bijzonder seizoen dat we hopelijk nooit meer meemaken. Zo bezocht Joris in coronatijd onder meer de wedstrijd Nairn County A – Inverness Athletic.
Nairn is altijd een bijzonder plaatsje geweest. In 1589 bezocht koning James VI de stad en het viel hem op dat, hoe klein het ook was, er twee talen werden gesproken. In het noorden woonden vissers die Gaelic, een oude Keltische taal, spraken. De boeren in het zuiden spraken Doric, een Schots dialect. Tussen beide groepen was weinig contact, omdat ze elkaar niet verstonden.
The Brighton of Scotland
Nairn bleef lange tijd een arbeidersstad, totdat in 1855 het spoor werd doorgetrokken. Vijf jaar later vestigde de beroemde dokter John Grigor zich in Nairn. Hij was razend enthousiast en schreef naar zijn rijke cliënten dat ze de zomer in het kustplaatsje moesten doorbrengen vanwege het milde klimaat. In het westen van Nairn ontwikkelde zich een villawijk, omdat velen het advies van Grigor opvolgden. Nairn kreeg de bijnaam The Brighton of Scotland.
In de decennia daarop werd Nairn ook populair bij Jan Modaal. Het werd een toeristische trekpleister vanwege de brede stranden en het gunstige microklimaat. En ondanks de goedkope vluchten naar de Middellandse Zee is het nog steeds populair. Voor de liefhebber van vervallen seaside resorts is Nairn daarom geen aanrader. Ik mag zulke totale verpaupering graag zien, maar hier bevalt het mij ook goed.
Het centrum is behoorlijk groot voor een plaats met nog geen 10.000 inwoners. Er zijn veel authentieke winkels in plaats van ketens. Hier kun je de vrouw wel mee naartoe nemen.
Artikel gaat verder onder de foto’s