In de rubriek Het Seizoen in het magazine blikken oud-spelers, supporters en anderen terug op een memorabel seizoen. Zoals 1988-1989, toen NEC na jaren in de anonimiteit van de eerste divisie, met een elftal vol karaktervoetballers promotie wist af te dwingen naar de eredivisie. “De NEC-spelers van ’88-’89 zijn de namen waar alle oudere supporters nog steeds over praten.”
“NEC is voor mij een avondje lekker nuilen, zoals we in Nijmegen zeggen. Negatief doen over van alles en nog wat”, zegt Richard (49), supporter van NEC sinds 1979 en prominent lid van de Harde Kern Nijmegen (HKN), over die periode eind jaren tachtig, begin jaren negentig in het artikel in Staantribune . “Ze noemden ons balkenshirt het lelijkste shirt van Nederland en De Goffert het lelijkste stadion van het land. Het gaf ons een zekere cultstatus.”
“Je aanwezigheid voelde als een symbolische middelvinger naar iedereen die zei dat het stadion niks was. We zagen zelf ook wel dat het een lelijke bak was, maar de gevoelens eromheen waren prachtig. Ik herinner me de tijd dat er amper duizend man verspreid zaten over het hele stadion. Iedere veertigplusser verlangt wel eens terug naar die tijd. Het is nostalgie, maar het was wel onze plek. Net als het Goffertpark. Waar de EastSide in de bosjes rond het stadion ook de dienst uitmaakte. De bijnaam van de harde kern was niet zomaar ‘Bosjesmannen’, hè.”
Karakterjongens
“We hadden dat seizoen een elftal dat paste bij het NEC van toen. Weinig geld, maar als club ideaal voor jongens die iets wilden bereiken. Arno Arts en Frans Janssen waren van een uitzonderlijke klasse, maar de anderen waren vooral harde werkers. Karakterjongens, het karakter dat het huidige NEC nog steeds typeert en in ieder geval de fans aanspreekt. We speelden met en voor elkaar. Dan kun je net wat meer, dan wordt 1 plus 1 ineens drie in plaats van twee”, zegt oud-speler Frans Paymans, die eind 2020 zijn levenswandel, ziekte en carrière laat optekenen in de biografie Het is een wedstrijd.
“Leen Looyen heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. Hij was een prima veldtrainer. Als verdediger scoorde ik ook regelmatig. Bij hoekschoppen en vrije trappen ging ik altijd mee naar voren. Ik kijk met veel plezier terug op dat seizoen, het feest in het Kolpinghuis en eerder op het veld na afloop.”
Het volksfeest wordt ook gevierd door supporter Richard. “Paymans, Janssen, Lok, Radstaat… De spelers van toen zijn de namen waar alle oudere supporters nog steeds over praten. Wij zagen ons als de echte fans, die er ook waren als er vier keer op rij verloren werd. Dus natuurlijk stonden we op het veld om de promotie te vieren. Op die open tribunes verwaaiden de aanmoedigingen. Een echte twaalfde man waren we in die tijd niet, maar de spelers konden het wel waarderen dat wij er altijd waren.”
Lees meer over NEC in het legendarische seizoen ’88-’89 in Staantribune #35, (na) te bestellen in de webshop of verkrijgbaar bij een abonnement op Staantribune.
Foto: archief Voetbal International