Le Havre Athletic Club greep afgelopen seizoen de titel in Ligue 2. Daarmee is niet alleen de – naar eigen zeggen – oudste voetbalclub van Frankrijk na vijftien jaar teruggekeerd op het hoogste niveau, maar ook een van de belangrijkste jeugdopleiders van het Franse voetbal. Denk aan onder anderen Paul Pogba, Ryad Mahrez en Dimitri Payet. Wat veel voetballiefhebbers niet weten, is dat Le Havre ook drievoudig landskampioen is. Al liggen die titels uit 1899, 1900 en 1919 in een ver verleden.
Vooral de eerste titel van de club met de hemels- en marineblauwe shirts werd op een onalledaagse manier behaald. Le Havre hoefde daarvoor namelijk geen enkele wedstrijd uit te spelen, laat staan te winnen. Het was het eerste jaar dat ook clubs van buiten Parijs mee mochten doen aan het ‘nationale’ kampioenschap. En dat was niet meteen een doorslaand succes.
Monopoly Parijs
In 1899 besluit de nationale sportbond USFSA (Union des Sociétés Françaises de Sports Athlétiques) voor het eerst elftallen – die destijds bijna alleen uit Britse spelers bestaan – van buiten de hoofdstad toe te laten. Ook clubs uit de provincie maken dus voortaan een kans op de landstitel.
In de industriële driehoek Lille-Roubaix-Tourcoing is een levendige voetbaltraditie op gang aan het komen. Ook in havenstad Le Havre wordt, mede dankzij de vele Britse expats, al enige tijd tegen een bal getrapt. Le HAC beweert nog altijd dat zij de oudste voetbalclub van het land is. Hoewel de gelijknamige sportvereniging al in 1872 werd opgericht – vóór welke andere voetbalvereniging dan ook – is er geen enkel bewijs gevonden dat in die beginjaren ook al daadwerkelijk werd gevoetbald. Wel konden sportievelingen zich bij de club aanmelden om te rugbyen. Een andere Britse sport die vruchtbare grond trof in Frankrijk, maar na de opkomst van het voetbal steeds verder zuidwaarts werd gedreven.
Eerste echte kampioenschap in 1899
Maar terug naar het eerste echte nationale kampioenschap. Het was niet zo dat de teams uit Parijs zomaar hun privilege opgaven. Er wordt een compromis gesloten. De Parijse elftallen werken hun eigen competitie af en de winnaar daarvan treft vervolgens in een finale een ploeg van buiten de stad, die in een provinciaal knockout-toernooi als laatste is overgebleven. Verenigingen uit het hele land mogen zich aanmelden voor de nieuwe opzet, maar de animo valt tegen.
Of het nu komt vanwege de vijf franc inschrijfgeld, of dat de clubs uit de regio eerst nog even de kat uit de boom willen kijken, is niet met zekerheid te zeggen. Maar feit is dat slechts twee teams het erop willen wagen: Iris Club Lillois en Le Havre AC. Op 19 februari 1899 maken de twee ploegen in het Parc des Princes uit wie het in de finale tegen de Parijse kampioen Club Français mag opnemen.
Parc des Princes
Het Parc des Princes doet in 1899 weinig denken aan de betonnen kolos die in 1972 op deze plek is verrezen. Het stadionnetje in Passy, het zestiende arrondissement van de stad, biedt in die tijd slechts plek aan iets meer dan drieduizend bezoekers en wordt vooral gebruikt als wielerbaan. In de volksmond wordt het dan ook vaak het Vélodrome genoemd.
‘s Winters bespelen vooral de plaatselijke hockeyers het grasveld op het middenterrein. Maar voor deze gelegenheid wordt het veld anderhalf uur vrijgehouden voor de bezoekende voetbalteams. De aftrap staat gepland om 13.30 uur en om 15.00 uur moet het veld geruimd worden voor een wedstrijd uit de hockeycompetitie tussen Racing Club de France en Hockey club de Paris.
Zonder bal
Klokslag 13.30 uur staan de twee elftallen klaar en verschijnt ook de afgevaardigde van de bond ten tonele, die de wedstrijd in goede banen moet leiden. Dit is ook het moment dat alle mannen op het veld zich realiseren dat geen van hen een bal bij zich heeft. In allerijl wordt de bondsman erop uitgestuurd om bij Standard Athletic Club, in Billancourt de dichtstbijzijnde club, een voetbal te gaan halen.
Hoewel de beste man waarschijnlijk zijn best doet om zo snel mogelijk terug te zijn, kost het hem toch een volledige wedstrijdhelft. Hoewel de ploegen daarna meteen in actie schieten, rest hun slechts drie kwartier, waarin beide elftallen eenmaal scoren. Als de hockeyers wat welwillender waren geweest, dan kon de verloren tijd makkelijk ingehaald worden. Maar zij zijn onverbiddelijk en eisen om exact 15.00 uur het veld op.
Le Havre zonder spelen kampioen
In overleg met de bond zoeken de clubs een vervangende datum om de wedstrijd uit te spelen, maar vlak voor die datum breekt een griepvirus uit in de selectie van Lille en dus moeten zij verstek laten gaan, waardoor Le Havre zonder te spelen de finale haalt.
Het is een uitkomst waar de heren van Club Français niet mee kunnen leven. In hun ogen heeft de club uit de havenstad een dergelijke eer niet verdiend. Bovendien is Le Havre te laat geweest met inschrijven, zo beweren de Parijzenaars. De bond probeert nog te bemiddelen, maar de Parijse kampioen dient een paar dagen voor de finale definitief forfait in. Le Havre is nationaal kampioen zonder te spelen.
Een jaar later staan dezelfde twee teams weer in de titelstrijd. Le HAC heeft in de halve finales Union Sportive Tourquennoise verslagen en Club Français heeft zich andermaal gekroond tot kampioen van Parijs. Nu zijn er geen excuses meer mogelijk en vindt het duel gewoon plaats. Met een 1-0-overwinning prolongeren de Normandiërs hun titel, waardoor zij dus rechtmatig de beste van het hele land zijn.