Net als veel Rotterdamse jongetjes had Wendel Fräser een droom: als hij later groot was, wilde hij in De Kuip voetballen. Op twintigjarige leeftijd kwam het talent inderdaad bij Feyenoord terecht, maar daar brak hij niet door. Via de eerstedivisieclubs RBC en SVV wilde hij alsnog de eredivisie bereiken. Het liep helaas anders. Vandaag in 1989 overleed Fräser tijdens de ramp met het SLM-vliegtuig in Suriname. Een portret van een vergeten vedette.

Wendel Fräser groeit op in de wijk Bospolder in Rotterdam-West, dichtbij het stadion van Sparta. Hij heeft geen gemakkelijke jeugd. Zijn vader woont na de scheiding van Wendels moeder in Suriname en heeft geen contact met zijn kinderen. Als oudste zoon ontfermt Wendel zich over het gezin. In het boek Eindbestemming Zanderij, het vergeten verhaal van het Kleurrijk Elftal van journalist Iwan Tol, zegt zijn broertje Hille: “Wij hebben alles zelf moeten doen in onze jeugd.”

“Stonden we ernaast bij het voetballen, dan was er geen vader die naar de trainer toe stapte om opheldering te vragen. Was er een ouderavond, en mijn moeder moest werken, dan ging Wendel mee als begeleider. Reken maar dat ik een pak slaag van hem kreeg als mijn cijfers niet goed waren. In feite ben ik opgevoed door Wendel.”

Passie

Van jongs af aan is voetbal Wendels passie. Jerry Simons, oud-speler vanonder meer Feyenooord, SVV/Dordrecht‘90 en Vitesse, groeit samen met hem op. Bij partijtjes op straat bewondert Simons het talent van zijn twee jaar oudere vriend. “Iedereen in de buurt keek tegen hem op. Hij was een rasvoetballer. En altijd vrolijk, hij lachte de hele dag. In de zomer speelden we toernooitjes in een Surinaams vriendenteam, genaamd ‘Madonna’, met onder anderen mijn broertje Jimmy, Winston Bogarde en Fabian Wilnis.”

Het gezin Fräser woont in een eenvoudige bovenwoning en heeft het niet breed. Wendel is vastberaden om met voetbal de kost te gaan verdienen, zodat zijn moeder en broertjes het beter zullen hebben. Na een voetbalinstuif mag hij bij Sparta komen voetballen, waar hij tot de A-junioren speelt.

Maar Fräser heeft het niet zo naar zijn zin bij de Spartanen en komt in de A2 terecht. Omdat een paar vrienden van hem bij Spartaan ’20 spelen, vraagt hij overschrijving aan naar de club in Rotterdam-Zuid. Regelmatig hengelen profclubs naar zijn diensten. Tijdens een oefenwedstrijd in en tegen Hull, dat dan op het derde niveau uitkomt, maakt Fraser zó veel indruk dat de Engelsen hem meteen een contract aanbieden. Ook zijn oude club Sparta polst of de behendige aanvaller wil terugkeren naar Spangen.

Droomclub

Maar de ambitieuze Rotterdammer heeft zijn jawoord al gegeven aan zijn droomclub: Feyenoord. Als hij een keer als toeschouwer naar De Kuip gaat, bluft Wendel tegen zijn broertje: “Ik ga alvast effe kijken in het stadion waar ik later kom te spelen, Hille.”

In oktober 1987 maakt Wendel zijn debuut in het tweede elftal van zijn favoriete club, in een met 9-2 gewonnen bekerwedstrijd tegen vierdeklasser DSS’26. “Het droomdebuut van Wendl Fräser” kopt een artikel (inclusief spelfout) in Het Vrije Volk. “De grootste openbaring bij Feyenoord was het optreden van aanvaller Wendl Fräser (sic). (..) Hij overtrof alle verwachtingen. Scoorde drie keer, legde veel geestdrift aan de dag en toonde een acceptabele techniek. Als hij de flitsende start prolongeert, dan kan Feyenoord nog veel plezier aan hem beleven.”

Maar zover zou het nooit komen.

Lees het hele verhaal van Wendel Fräser, geschreven door Staantribune-hoofdredacteur Jim Holterhuës, in Staantribune #24. Lees ook het portret van Ruben Kogeldans.

Ook in de Staantribune Podcast is Wendel Fräser en de SLM-vliegtuigramp in Suriname, waarbij vijftien leden van het Kleurrijk Elftal overleden, het onderwerp van gesprek. Beluister deze via: Spotify of  Apple Podcasts.