De return van de UEFA Cup-finale tussen Ipswich Town en AZ is op woensdag 20 mei 1981 (vandaag 41 jaar geleden). Tot ontsteltenis van veel AZ ’67-supporters heeft de leiding van de club uit Alkmaar besloten de wedstrijd te laten spelen in het Olympisch Stadion in Amsterdam. De hoop op een uitverkochte wedstrijd is na de 3-0 in Ipswich niettemin al vervlogen.
Arnold Mühren en Frans Thijssen hebben zo hun eigen problemen in de aanloop naar de finale. Alle kennissen, vrienden en familieleden willen het duel graag bijwonen, maar ze kunnen maar een beperkt aantal mensen een vrijkaart geven. Velen moeten worden teleurgesteld en worden doorverwezen naar de reguliere kaartverkoop.
Vast in de lift van het Hilton
Ipswich Town heeft het Hilton Hotel geboekt en bereidt zich daar voor op de wedstrijd. Als de spelersbus wil vertrekken om vanaf de Apollolaan naar het Stadionplein te rijden, komt het gezelschap tot de ontdekking dat er vier man ontbreken. Mick Mills, Paul Cooper, Eric Gates én Bobby Robson blijken vast te zitten in de lift van het hotel. Het duurt bijna een uur voordat het kwartet uit deze benauwde positie kan worden bevrijd. Dan wordt het tijd ook, want de temperatuur in de lift is inmiddels erg opgelopen. De vier zijn door de hitte en de spanning doorweekt en snellen naar hun kamer om andere kleren aan te trekken. Veel tijd om bij zinnen te komen hebben ze niet: de finale wacht.
Bobby Robson is er niet gerust op. De UEFA Cup is een prijs waarmee de club een plek verovert in de voetbalgeschiedenis en nadat de landstitel uit zijn vingers is geglipt, moet en zal hij deze beker binnenslepen. Hij weet dat AZ ’67 in thuiswedstrijden enkele grote uitslagen heeft neergezet en door Georg Kessler goed is geprepareerd voor de return. Een snelle goal zou Ipswich Town nerveus kunnen maken. In plaats van Kees Kist stelt Kessler in de punt van de aanval Kurt Welzl op. De Oostenrijker heeft enkele dagen eerder met drie goals indruk gemaakt in de replay tegen Go Ahead Eagles, in de halve finale van het KNVB-bekertoernooi, een duel dat AZ met maar liefst 6-1 heeft gewonnen.
7500 fans van Ipswich Town
In het Olympisch Stadion zitten 28.500 mensen, waaronder 7.500 supporters van Ipswich Town die op de dag van de wedstrijd al volop feest hebben gevierd in de binnenstad van Amsterdam. De wedstrijd staat onder leiding van Walter Eschweiler die, net als arbiter Adolf Prokop uit de heenwedstijd, afkomstig is uit Oost-Duitsland.
Al na vier minuten wordt de wedstrijd opengebroken. Russell Osman neemt een hoekschop, Peter Arntz kopt en van net buiten het strafschopgebied neemt Frans Thijssen de afgeslagen bal ineens op zijn rechterschoen. AZ-doelman Eddy Treijtel ziet verbouwereerd toe hoe de bal net langs de paal in het net ploft: 0-1.
Dit is wat Bobby Robson nodig heeft. AZ ’67 moet nu vijf keer scoren wil het nog kunnen winnen. De vroege tegengoal werkt echter als een rode lap op de Alkmaarders, die alles op alles gooien. Er volgt een open wedstrijd met veel goals. Kurt Welzl en John Metgod zorgen voor een 2-1 voorsprong voor AZ, maar even later staat het alweer gelijk. Dit keer heeft Arnold Mühren een aandeel. Uit zijn hoekschop kopt Paul Mariner de bal door en met een halve omhaal scoort John Wark: 2-2.
Nog voor rust zet Pier Tol, dorpsgenoot van Arnold Mühren in Volendam, AZ op een 3-2 voorsprong. In de rust volgt een donderspeech van Bobby Robson, maar deze mist zijn uitwerking. In de tweede helft komt Ipswich opnieuw onder grote druk te staan. Jos Jonker maakt twintig minuten voor tijd met een geweldige vrije trap 4-2.
Met de hakken over de sloot
De spelers van Ipswich Town verbijten de pijn en proberen zich over hun vermoeidheid heen te zetten. Net als in de heenwedstrijd houdt Bobby Robson vertrouwen in zijn basiself, die hij de wedstrijd laat uitspelen. De 7.500 Engelsen worden steeds luidruchtiger, hoewel hun favoriete team allesbehalve goed speelt. AZ krijgt nog enkele uitstekende mogelijkheden om er 5-2 van te maken, maar doelman Paul Cooper steekt in grootse vorm en houdt stand. De minuten tikken weg en na een korte blessuretijd fluit Eschweiler af.
De Engelse verslaggever John Motson, zelf heimelijk fan van de ploeg uit Suffolk, verzorgt het commentaar voor de BBC-televisie. ‘A very anxious quarter of an hour for the English side, but Ipswich Town has lifted a trophy in their 66th match of the season. And seven thousand and more fans from Suffolk are able now to celebrate at the end of this dramatic season for their club.’
Bobby Robson loopt het veld op, worstelt zich door een groep supporters heen die erin is geslaagd over de hekken te klimmen en omhelst zijn spelers één voor één. Voor het vak met Ipswichsupporters viert het team feest: de Tractor Boys hebben historie geschreven.
Prins Bernhard reikt de beker uit
Uit handen van prins Bernhard en UEFA-voorzitter Artemio Franchi krijgt aanvoerder Mick Mills de beker uitgereikt en hij tilt de bokaal hoog in de lucht op het bordes van het Olympisch Stadion. In het hotel volgt een informeel feest. Ipswich Town-voorzitter Patrick Cobbold en zijn broer John laten de flessen champagne van hand tot hand gaan. Aan het eind van de avond verkennen enkele spelers de binnenstad van Amsterdam. Een anonieme stapavond zit er niet in, aangezien duizenden Ipswich-supporters hetzelfde plan hebben.
De volgende dag vliegt de ploeg terug naar Engeland. Na de landing op vliegveld Southend wordt de spelersbus op weg naar Ipswich al volop bejubeld. Op 24 mei, vier dagen na de finale, volgt de officiële huldiging in Suffolk. In een open bus worden de spelers door het stadscentrum van Ipswich gereden, op weg naar het gemeentehuis op Cornhill. Ruim 50.000 mensen zijn uitgelopen om een glimp op te vangen van de voetballers en van de UEFA Cup. Eén voor één komen de spelers het bordes op en tonen de beker aan de menigte. Arnold Mühren en Frans Thijssen krijgen een ovationeel applaus als zij de Cup gezamenlijk omhoog tillen.
Missie volbracht
‘Dit seizoen was zó zwaar, dat ik nu al opzie tegen het volgende’, zegt Bobby Robson in de dagen na de finale tegen VI’s Kees Jansma. Ipswich Town heeft 66 officiële wedstrijden afgewerkt, in de competitie en in de verschillende bekertoernooien en daarnaast nog eens tien oefenduels gespeeld. Russell Osman heeft niet één officiële wedstrijd gemist, Arnold Mühren moest alleen de allereerste competitiewedstrijd aan zich voorbij laten gaan en komt op 65 duels. Frans Thijssen speelde er ondanks zijn blessuregevoeligheid 52. John Wark maakte behalve zijn achttien competitiegoals ook nog eens achttien treffers in de toernooien om de League Cup, de FA Cup en de UEFA Cup en finisht zo op het ongelooflijke aantal van 36 doelpunten in één seizoen. En dat als verdedigende middenvelder.
Ipswich Town is voor alle zekerheid op zoek gegaan naar vervanging voor Frans Thijssen, die nog steeds niet heeft laten weten of hij gaat bijtekenen. De aandacht wordt opnieuw getrokken door een Nederlandse speler, zo bericht de Evening Star. Dat dit talent een donkere huidskleur heeft, is blijkbaar het vermelden waard.
Interesse in Ruud Gullit
Het blijft bij interesse in Ruud Gullit, want niet veel later laat Frans Thijssen weten dat hij na overleg met Henriëtte heeft besloten bij Ipswich Town te zullen blijven. Feyenoord was de enige club waar hij wel naartoe had gewild, maar de Rotterdammers hebben niets laten horen. Hij onderhandelt, nog steeds zonder zaakwaarnemer, op een slimme manier met Bobby Robson. Thijssen zegt toe voor twee jaar bij te tekenen in Ipswich, maar dan eist hij na afloop van die periode wel een vrije transfer. Robson gaat akkoord.
Uit: Het Geheim van Ipswich, geschreven door Tom van Hulsen, verkrijgbaar in de Staantribune Webshop!