Ik weet zeker dat groundhoppers met gevoel voor historie dit herkennen. In een stadion voel ik een onzichtbare connectie met het verleden. Met de successen van vroeger. Met de clubiconen die hier ooit werden bezongen. Neem KRC Genk, ontstaan uit een fusie tussen THOR Waterschei en KFC Winterslag.
Als de clubnaam, het stadion en het shirt in de loop van de tijd hetzelfde zijn gebleven, brengt de tijdmachine de groundhopper binnen een seconde op iedere gewenste bestemming. Het wordt ingewikkelder als er sprake is van een fusieclub. Wie door het stadion van een fusieclub dwaalt en in gedachten het pad van de geschiedenis afloopt, komt ergens een splitsing tegen. De wegen naar het verleden lopen vanaf dat knooppunt een andere kant op. Dat merkte ik deze week in Genk.
Koninklijke Racing Genk ontstond in 1988 uit een fusie tussen THOR Waterschei en KFC Winterslag. Het stadion van KRC Genk staat exact op de plaats waar Tot Heil Onzer Ribbenkast Waterschei vroeger haar wedstrijden afwerkte. Als het dus gaat om de bloedlijn in stadion-technisch opzicht, vormt de fusieclub de voortzetting van THOR. En dat maakt juist die andere afslag extra interessant.
Winterslag
Want wat gebeurde er met het stadion van Winterslag? De club speelde haar wedstrijden tot 1988 in het stadion aan de Noordlaan. In 1981 werd het grote Arsenal hier uit de Europacup gekegeld. Het krakkemikkige, typisch Belgische stadion werd omringd door kolenmijnen. Wie vanaf de hoofdtribune naar rechts keek, zag op nog geen tweehonderd meter afstand een indrukwekkend hoge mijnschacht. De bijnaam van Winterslag was ‘De Vieze Mannen’. Dat had alles te maken met de Koempels die in het weekend hun Winterslag kwamen aanmoedigen.
In 1978 spaarde ik mijn eerste Panini-plaatjes. Achterin het boek stonden de portretten van ‘Nederlandse toppers over de grenzen’. Naast Rob Rensenbrink, Johnny Rep en Arie Haan, prijkte daar de foto van Will van Woerkum. Hij was speler van Winterslag. De centrumspits speelde voor PSV en FC Overpelt, waarna hij met KFC Winterslag naar de eerste klasse promoveerde. Ik was dertien jaar oud en realiseerde mij dat je een topper was als je voor Winterslag speelde.
Na de fusie werd de Noordlaan alleen nog gebruikt voor wat jeugdwedstrijden van KRC Genk. Dat gaf mij aan het einde van de jaren negentig de gelegenheid om nog één keer de houten hoofdtribune te beklimmen. Het verval was niet meer te stoppen. In 2004 werd het oude stadion afgebroken.
Noordlaan
Afgelopen zaterdag parkeerde ik mijn auto aan de Noordlaan in Genk. Waar ooit de tribunes stonden, ligt nu een weiland. De mijnen zijn al jaren gesloten. Niets doet meer denken aan de locatie waar Arsenal ooit over de kling werd gejaagd. Aan de overkant is een hip wijkje gebouwd, waar de straatnaam ‘Voetbalhof’ nog aan heilige grond doet denken. Maar verder is dit deel van Genk vooral een afgestorven onderdeel van een fusieclub. De club van de vieze mannen bestaat alleen nog in mijn oude Panini-album.
Hans Douw is de Groundhopper des Vaderlands en schrijver van de nu al bestseller Voetballiefde zonder Grenzen. Je kunt het boek pre-orderen in de Staantribune Webshop.