Groundhoppers hebben een hekel aan bobo’s. Het contrast tussen de glaszuivere stadionbezoekers en de frauduleuze voetbalbestuurders is immens. Een grotere tegenstelling bestaat niet. Maar daar ontstaat een gewetensconflict. Ik ben namelijk beide. Als ervaren groundhopper sta ik voor een pure en integere voetbalbeleving. Maar ik ben ook bobo. Althans, ik was bobo. En wat voor een. In 1980 was ik voorzitter van de WMF, de Wim Meutstege Fanclub.
De verdediger van Ajax had op de sportacademie bij mijn zus in de klas gezeten. Het contact was dus zo gelegd. Daarnaast woonde hij in de Fagelstraat in Leiden, wat op fietsafstand van mijn huis was. Ik was vijftien jaar en besloot een fanclub op te richten. Ik benoemde mezelf tot voorzitter, secretaris en penningmeester. Ik liet mijn voetbalheld foto’s en bladen signeren, maar stak een deel daarvan in mijn eigen zak. De 25 leden kwamen niets tekort, maar van een transparante bedrijfsvoering was geen enkele sprake.
Ik voerde een Blatteriaans bewind over het clubblad. Ik schreef het voorwoord en censureerde ingezonden brieven. Kortom, ik was een voetbalbobo pur sang. Uiteindelijk kwam het clubblad één keer uit. Dat was exact gelijk aan het aantal keren dat Meutstege voor Oranje speelde. Kort na de oprichting van de WMF werd Wim Meutstege in verband met een knieblessure afgekeurd voor het spelen van betaald voetbal. Daarmee verdween de fanclub geruisloos uit het voetballandschap.
Groundhoppers en bobo’s, ze worden nooit een setje. Soms, heel soms, ontwaken ze in hetzelfde lichaam.
Op vrijdag 16 april verschijnt Voetballiefde zonder grenzen van schrijver Hans Douw. Als warmmakertje schrijft de ‘Groundhopper des Vaderlands’ elke dag een nieuw verhaaltje (niet uit het boek!) over groundhoppen. Het boek is vanaf nu te bestellen in de Staantribune Webshop. LET OP: tot en met vrijdag 9 april zonder verzendkosten. Bespaar € 2,95 en bestel nu!