Deze week werd hij 51 jaar. In mijn gedachten draaft Faustino Asprilla nog regelmatig op topsnelheid Sonny Silooy voorbij. Toch is dat in werkelijkheid slechts één avond lang gebeurd: in het voorjaar van 1994, toen het Parma van Nevio Scala het Ajax van Louis van Gaal van het veld poetste. Het was een van de laatste teams die daar in slaagde.
Asprilla schonk zijn latere club Newcastle iets wat misschien wel net zoveel waard is als een kampioenschap: de herinnering aan een uitzonderlijke avond. Die avond, 17 september 1997, enkele maanden voor Asprilla’s terugkeer naar Parma, speelde Newcastle thuis tegen het Barcelona van Figo, Rivaldo en Luis Enrique. En van Louis van Gaal.
Asprilla was die dag krankzinnig goed: hij maakte drie doelpunten en Newcastle won met 3-2. Wie beelden van die wedstrijd terugziet, begrijpt plots wat voetbalverslaggevers bedoelen wanneer ze ‘die en die was ongrijpbaar’ schrijven.
Asprilla wás die avond ongrijpbaar. In de eerste minuten al dribbelt hij diagonaal het halve veld over, achterna gezeten door Michael Reiziger. Zodra Asprilla afremt omdat de achterlijn in zicht komt, haalt Reiziger hem in en schopt hij hem omver. Niet uit gemeenheid, eerder uit totale verwarring. De trots van die avond die bijna 25 jaar later nog nagloeit in het binnenste van alle fans van Newcastle is helemaal alleen aan Asprilla te danken.
Lees het hele portret van Faustino Asprilla, geschreven door Frank Heinen, in Staantribune #32, (na) te bestellen in de Staantribune Webshop en/of natuurlijk verkrijgbaar bij een abonnement op Staantribune.
Foto cover: Pro Shots
Illustratie: Jeroen Bouland