De populariteit van Hugo Walker neemt eind vorige eeuw hilarische vormen aan. Een eigen fanclub, de Walker-oester en meerdere zaalvoetbalverenigingen die met hun naam naar hem verwijzen. In Staantribune #34 staat een portret van de overleden commentator, aan de hand van gesprekken met de voorzitter van de fanclub, zijn zoon Jeroen en ex-collega’s Kees Jansma, Frank Snoeks en Evert ten Napel. “Hugo was een Sierd de Vos avant la lettre.”
Via Bob Spaak, die commentatoren zoekt die op hoog niveau hebben gesport, wandelt Walker in 1968 binnen bij NTS Sport, voorloper van Studio Sport. Na zijn debuut als presentator bij de Olympische Spelen van Mexico in datzelfde jaar (geen succes, volgens Hugo zelf ) volgen vanaf 1974 zes WK’s en vier EK’s voetbal als commentator. Zijn hele journalistieke loopbaan blijft hij freelancer, omdat hij als medeoprichter van reclamevakblad Adformatie zijn vaste baan als commercieel directeur niet wil opgeven.
“Hugo was een buitengewoon opvallende kracht”, vertelt Kees Jansma, oud-chef van Studio Sport. “Hugo introduceerde een persoonlijke stijl. Was een Sierd de Vos avant la lettre. Maar dan met een meer serieuze ondertoon. Ik moest daaraan wennen. Ik was opgegroeid met Theo Reitsma: haarscherp, to the point, kalm en afstandelijk. Hugo legde veel meer zijn persoonlijke mening in de verslagen.”
“Hij had een bijzondere stijl, was kundig en enthousiast”, zegt ex-collega Evert ten Napel (76). “Hugo was ook een flamboyante verschijning. Een mooie grijze krullenkop had hij. Er kwam echt iemand binnen. Een donkere commentator was in die tijd ook bijzonder. Tegenwoordig is dat veel gebruikelijker, en dat is maar goed ook. Ja, een warme, markante, aardige kerel was Hugo. Met heel kromme benen. Daar konden wel drie ballen tegelijk doorheen.”
(Tekst gaat verder onder het fragment)
Commentaar van Hugo Walker bij de legendarische penalty van Johan Cruijff en Jesper Olsen tegen Helmond Sport
Cultstatus
De cultstatus komt mede door de wedstrijden die Walker becommentarieert. Als enige freelancer staat hij lager in de pikorde dan de vaste NOS-mensen. Walker verslaat weliswaar een Europa Cup II- en Europa Cup III-finale en één duel van het Nederlands Elftal, maar wordt vooral bekend als ‘Koning van de D-wedstrijd’. Vaak is het laatste van de vier duels die worden uitgezonden voor de Amsterdammer.
“Als chef stelde ik de commentatoren aan”, vertelt Jansma (73). “Daarover botste ik weleens met Hugo. Ik vond het logisch dat de mensen in vaste dienst als eerste werden ingedeeld. Het hield in dat hij, naar zijn idee, de mindere wedstrijden kreeg. ‘Jij vergeet altijd Hugo Walker’, zei hij dan. Het tegendeel is waar. Ik ben Hugo Walker nooit vergeten.”
Lees het hele portret van Hugo Walker, schitterend opgeschreven door Julian Droog, in Staantribune #34, te bestellen in de webshop.