‘Vrienden voor het leven’ staat in het Roemeens boven een grote advertentie in de Leeuwarder Courant waarmee de afscheidswedstrijd van Rodion Cămătaru – die vandaag 64 is geworden – bij sc Heerenveen wordt aangekondigd. “Zijn naam zal zeker met hoofdletters worden bijgeschreven in de historie van sc Heerenveen.”
Bijna dertig jaar later blijkt dat de grote woorden in de krantenadvertentie geenszins overdreven zijn geweest. Niet alleen roept Rodion Cămătaru nog altijd veel enthousiasme op in Heerenveen, waar de supporterspodcast over de club Radio Camataru heet. Eén van de grootste Roemeense voetballers aller tijden begint op zijn beurt steevast te stralen als hij terugdenkt aan die tijd. “Ik word altijd blij als ik over Heerenveen praat”, zegt de 75-voudig international. “Daarvoor had ik bij Charleroi gespeeld, maar daar ben ik sinds mijn vertrek nooit meer geweest. In Heerenveen kom ik nog altijd graag: een kleine plaats met heel aardige mensen die van voetbal houden en achter hun club staan. Ik houd van ze, ik vergeet ze nooit.”
“Cammie ervaart Heerenveen als zijn tweede thuis”, zegt clubicoon Riemer van der Velde met een liefdevolle lach. “Hij is een heel gevoelige man. Als hij een beetje emotioneel wordt, beginnen zijn neusvleugels wat te trillen en kunnen de tranen uit zijn ogen komen. Dat gebeurt nogal eens als we herinneringen ophalen. Hij heeft hier een wereldtijd gehad.” De erevoorzitter en oud-sponsor Klaas Oenema zijn de eersten die Cămătaru opzoekt als hij in Friesland is. “Het is niet vaak gebeurd dat een speler een vriend van mij is geworden”, zegt Van der Velde. “Maar soms is een voetballer meer dan een voetballer. De warme contacten met hem en zijn vrouw vind ik heel bijzonder. Cammie geeft mij altijd een goed gevoel.”
Bij elk weerzien is het alsof de verhoudingen zijn gestold in de tijd; terwijl de erevoorzitter zijn oude spits nog altijd amicaal met zijn bijnaam aanspreekt, volhardt het huidige lid van de technische commissie van de Roemeense voetbalfederatie in een eerbiedig ‘president’.
Hij rijdt elke maand naar Boekarest om zich met andere oudgedienden te buigen over de situatie in het Roemeense voetbal. Een leven zonder de sport die hem groot heeft gemaakt, kan hij zich niet voorstellen: soms ‘heeft hij het even nodig’ om naar het stadion te gaan. Wel begint de industrie, die de volkssport is geworden, hem steeds meer tegen te staan. “Er gaat te veel geld in om, daar houd ik niet van. Jonge spelers dromen alleen nog maar van geld, zo snel mogelijk miljonair worden, terwijl het om andere dingen gaat. Voetbal is voor mij een sociaal gebeuren, en dát vond ik in Heerenveen.”
Het bedrijf ‘Heerenveen’
In zijn woonplaats Craiova, waar hij lange tijd zonder deurbel heeft geleefd om niet de hele dag handtekeningen te staan uitdelen, draagt Cămătaru de liefde voor zijn laatste club als profvoetballer uit. Cămătaru opent er na zijn carrière een winkel die hij de naam ‘Heerenveen’ geeft. Stadgenoten kunnen daar bij zijn vrouw terecht voor sigaretten, drankjes en andere essentiële levensmiddelen als salami en chocolade.
De inmiddels gesloten zaak is het begin van een imperium dat zich toelegt op de bouw van kantoren en appartementen. De naam Heerenveen komt daarin nog altijd terug, zij het niet meer op een bord aan een gevel. “Het gebeurt weleens dat Nederlandse klanten mij verrast vragen waarom ik mijn bedrijf zo heb genoemd”, zegt de oud-international trots aan de telefoon. “Veel mensen hier weten wel waarom dat is.”
Meer over Rodion Cămătaru in Staantribune #31, na te bestellen in de Staantribune Webshop.
Foto’s: archief sc Heerenveen