Het Preussenstadion is de heerlijke bak van BFC Preussen, een van de oudste clubs van Duitsland en een met een bijzonder verhaal. Alleen werd Joris van de Wier, schrijver van Voetbalstad Berlijn, in het Preussenstadion geconfronteerd met een woord dat Duitse vinckers vrezen en waarvan zelfs de grootste groundhoppers ’s nachts wakker worden: Nebenplatzpech.

Voordat ik mijn klaagzang begin eerst even wat achtergrond bij BFC Preussen. Die club werd in 1894 opgericht onder de naam BFC Friedrich Wilhelm, de naam van de toen twaalfjarige Duitse kroonprins. Waar zijn vader Kaiser Wilhelm weinig moet hebben van het on-Duitse voetbal, groeit de kroonprins wel uit tot een groot voetballiefhebber. Hij schenkt in 1908 zelfs een beker aan de Duitse voetbalbond om een toernooi te organiseren. Dat wordt de Kronprinzenpokal.

Länderpokal

Na het einde van de Eerste Wereldoorlog verandert de bond snel de naam, maar nog altijd wordt jaarlijks om de beker gespeeld. De Länderpokal heet het toernooi nu, waarbij provincies tegen elkaar voetballen om deze oude beker. Als je goed kijkt, is de inscriptie van de kroonprins nog altijd te zien.

Na een jaar wordt BFC Friedrich Wilhelm omgedoopt tot BFC Preussen. De kroonprins is niet rancuneus en vinckt de club in 1909 wanneer er een oefenwedstrijd tegen Newcastle United op het programma staat. Daar wil liefhebber Friedrich Wilhelm wel bij zijn. Hij bezoekt sowieso graag wedstrijden tussen Duitse en Engelse clubs, want in 1905 was hij ook al aanwezig bij BFC Germania – Civil Service London. Het was voor het eerst dat een lid van de koninklijke familie een voetbalwedstrijd bezocht en belangrijk voor de acceptatie van het voetbal door het Duitse volk.

Topclub

BFC Preussen groeit snel uit tot een van de eerste topclubs van Duitsland. Het wordt kampioen van Berlijn in 1899, 1900 en 1901. In zijn boek Tor! legt Uli Hesse uit hoe Preussen daarin slaagde: “Eind negentiende eeuw verbleef een lid van Preussen een jaar in Engeland voor zaken. Hij besloot het Engelse voetbal intensief te volgen en alles wat hij zag te noteren. Zijn analyse nam hij mee terug naar Berlijn. Een van de belangrijkste aanpassingen was om niet meer de bal hoog met een boog naar voren te spelen, maar strak en hard naar de dichtstbijzijnde medespeler te passen.”

“Tegenstanders wisten niet wat hen overkwam en Preussen won driemaal op rij de titel. In maart 1901 werd in Berlijn met 8-3 gewonnen van de Engelse club Surrey Wanderers. Voor het eerst was een ploeg uit Engeland verslagen.”

Oorlog

Andere clubs kopieerden de stijl van Preussen en de titelstrijd werd weer spannend, waarbij vooral Viktoria Berlin vaak kampioen werd. Maar Preussen kwam terug en pakte in 1910 en 1912 weer de Berlijnse titel. Een van de sterspelers van het elftal was Otto Thiel. Hij was de spits van het Duitse elftal op de Olympische Spelen van 1912. Toen twee jaar later de oorlog uitbrak, meldde hij zich aan voor het leger. Een paar maanden later lag hij dood in de modder van Noord-Frankrijk.

De Eerste Wereldoorlog was het breekpunt voor Preussen. Was het daarvoor een van de topclubs van Berlijn, na de oorlog zakte de club langzaam weg. Pas in de jaren zeventig was er sprake van een opleving. De club mocht driemaal meedoen aan de eindronde voor een plek in de Tweede Bundesliga, maar het lukte geen enkele keer. In de jaren negentig grossierde de club in degradaties en kwam uiteindelijk op het zesde niveau uit. Daar heeft het lange tijd gespeeld totdat het in de zomer van 2019 degradeert. Zonde, want waar de Berlin Liga nog wel enig aanzien heeft, is het daaronder niet meer serieus te nemen.

Stadion

Het verhaal van BFC Preussen is vergelijkbaar met vele andere voormalige Berlijnse topclubs. Maar waar die een accommodatie hebben die past bij het niveau waarop zij spelen, heeft Preussen nog altijd een indrukwekkend stadion. Zoals de meeste Berlijnse clubs die in de negentiende eeuw werden opgericht, was het Tempelhofer Feld ook voor BFC Preussen hun eerste complex. Na een tijdje te hebben rondgezworven, keerde de club daar weer terug van 1924 tot en met 1936.

Uiteindelijk kreeg het twee jaar later eindelijk een eigen stadion dat, heel origineel, de naam Preussenstadion kreeg. Daar speelt de club vandaag de dag nog steeds. Het is een heerlijke bak en voor mij dé reden om naar BFC Preussen – Croatia Berlin te gaan.

BFC Preussen – Croatia Berlin

Het regent dat het giet op de ochtend dat ik een wedstrijd van BFC Preussen wil vincken. Verschillende duels worden afgelast en ik vrees voor die van mij. Ik check Facebook en Twitter en zie tot mijn vreugde dat de wedstrijd gewoon doorgaat. Drijfnat kom ik aan bij het stadion en zie ik iemand in een lichtgevend oranje hesje bij de ingang staan. Er staan zelfs mensen in een rij te wachten bij de kassa. Ik versnel mijn pas, want ik wil graag het stadion zien en droog staan.

Aan de rechterkant kijkt het logo van de club, een rechtse Pruisische adelaar, mij boos aan. Het blijft vreemd dat die vogel niet in de ban is gedaan na de Tweede Wereldoorlog, terwijl een hoop andere beeldmerken ineens wel not done waren.

Eenmaal in het stadion word ik wat nerveus. Ik zie de spelers en toeschouwers namelijk doorlopen naar een naastgelegen kunstgrasveldje. Meteen begrijp ik waarom deze wedstrijd doorging, want waar het hoofdveld zompig is, kan op het kunstgras wel worden gespeeld. Er staan dertig man met hun rug naar het prachtige Preussenstadion naar de wedstrijd te kijken. Het zijn voornamelijk supporters van Croatia Berlin. Ik ben het slachtoffer van een klassiek geval van Nebenplatzpech, een Duitse vinck-term waarbij niet in het echte stadion wordt gespeeld maar op een naastgelegen kunst- of gravelveld.

Er is geen beschutting en ik heb geen paraplu bij me. Het voetbal is om te janken zo slecht. Ik loop nog even een rondje door het echte stadion om wat foto’s te maken en vertrek snel daarna, want mijn voeten zijn in mijn schoenen aan het soppen. Ooit kom ik nog eens terug om een wedstrijd in het Preussenstadion te zien, maar dan in de zomer of lente. Eén keer Nebenplatzpech meemaken is meer dan genoeg.

Dit is een hoofdstuk uit het boek Voetbalstad Berlijn, te koop in onze webshop of verkrijgbaar als je een abonnement op Staantribune afsluit.

Voetbalstad Berlijn