Begin 2022 verblijf ik twee maanden in Mexico-Stad. In tegenstelling tot in Nederland is er hier geen lockdown. Dan beginnen de voetbalcompetities weer. Hoog tijd om na Estadio Azteca nu ook de kleinere stadions in de stad te vincken. Een rondje groundhoppen in Mexico-Stad!

Mijn Mexicaanse vriendin en ik beginnen op een maandagavond bij Pumas UNAM, de universiteitsclub. Thuishaven is Estadio Olímpico Universitario, begin jaren vijftig gebouwd voor de Olympische Spelen van 1968. Het stadion is erg ruim opgezet en onoverdekt, waardoor we een koude avond verwachten. Omdat de zitplaatsen van beton zijn, hebben we heel lafjes twee kleedjes meegenomen om op te zitten.

Eten en drinken op de tribunes te koop

Op weg naar de tribune worden we twee keer gefouilleerd, maar vreemd genoeg controleert niemand het tasje met de kleedjes. Op de tribune vraagt een verkoper meteen of we een beker met driekwart liter bier willen kopen, en om de vijf treden krijgen we dezelfde vraag. In Mexicaanse stadions wordt op de tribune eten en drinken verkocht, van pizza en soep tot popcorn en suikerspinnen. Je hoeft er niet eens voor op te staan, want gedurende de wedstrijd staan ze meerdere keren voor je neus.

Groundhoppen in Mexico-Stad

Het stadion heeft een capaciteit van 72.000, maar is door het late tijdstip (21.00 uur) voor nog geen tien procent gevuld. De supporters bestaan voornamelijk uit gezinnen en (voormalige) studenten, waarvan de harde kern bij ons op de tribune zit en met een flink aantal trommels voor een goede sfeer zorgt. Je moet wel zorgen dat je op de tweede ring zit, want vanwege de sintelbaan zie je op de onderste ring het veld niet goed.

De thuisclub probeert het goede voorbeeld te geven tijdens deze coronapandemie, want op het enorme videoscherm worden toeschouwers zonder mondkapje gecanceld voorzien van een emoji met de duim naar beneden. Op het veld laat Pumas geen spaan heel van tegenstander Toluca, en mede door een mislukte omhaal die er toch invliegt, wordt de eindstand 5-0. Na afloop wordt de hele tribune een halfuur dichtgehouden, zodat de Toluca-supporters veilig kunnen vertrekken. In Nederland is dat meestal andersom en ik zie de studenten ook niet aan voor klepperaars. We zijn daarom pas om middernacht weer thuis, maar toch is het een goed begin.

FC Leviatán

Op zaterdagmiddag speelt FC Leviatán een ‘thuiswedstrijd’ tegen La Piedad in de Liga Premier, het derde niveau. Dit is niet hun daadwerkelijke thuis; zoals zoveel clubs in Mexico-Stad hebben ze geen eigen stadion. Dus huren ze er eentje op het sportcomplex Ciudad Deportiva Magdalena Mixhuca, iets ten zuiden van het vliegveld, wederom gebouwd voor de Zomerspelen van 1968. Op het terrein bevindt zich ook het Formule 1-circuit. Het ligt pal naast het Estadio Jesús Martínez ‘Palillo’, het grootste voetbalstadion op het complex met twee tribunes, sintelbaan en 6.000 zitplaatsen. Meerdere clubs uit de Liga Premier gebruiken deze plek als thuisbasis. De toegang bedraagt twee euro en je krijgt er zelfs een mooi kaartje voor terug.

Leviatán werkt duidelijk aan hun imago. De clubslogan is Se Soltó La Bestia (Het beest is los), gebaseerd op de draak in het logo, en iemand maakt continue filmpjes met de spelers voor de sociale media. De spelers lopen zich warm en de spits van de tegenpartij heeft de naam Loco achterop zijn shirt staan. Dat belooft wat. Maar na een uur is de wedstrijd nog steeds niet begonnen. De iets meer dan vijftig toeschouwers wachten geduldig af, maar weer een uur later wordt de wedstrijd afgelast.

Wat blijkt: Leviatán heeft de spelers van het eerste elftal niet ingeschreven voor de competitie en mag daardoor niet spelen. Omdat de tegenstander anders voor niks vier uur in de bus heeft gezeten, spelen beide teams maar een oefenwedstrijd tegen elkaar. Welkom in Mexico.

Liga TDP

Het weekend erop is een herkansing in de Liga Premier niet mogelijk, want alle clubs in Mexico-Stad spelen uit. Daarom waag ik me aan het vierde niveau: de Liga TDP. Het is een competitie op lokaal niveau, verdeeld over zeventien groepen, verspreid door heel Mexico. Groep 4 en 5 spelen in en rond Mexico-Stad. Het zijn buurtclubs die tegen elkaar spelen op sportcomplexen midden in de wijk, meestal op velden zonder tribunes. Door de speellocaties op Google Maps in te voeren, kan ik zien welke toch de moeite waard zijn.

Mijn oog valt op het Deportivo Leandro Valle van FC Politécnico, gelegen naast het Ciudad Deportiva, waar een kleine rood geschilderde tribune in een hoek van het veld staat. Volgens de foto’s hebben ze fanatieke supporters. Wel is het aanvangstijdstrip wat raar: vrijdagochtend elf uur, maar je moet er wat voor overhebben.

Eenmaal aangekomen, is de thuisclub op het hoofdveld aan het trainen. Wat blijkt: tegenstander Halcones de Rayón heeft te veel coronagevallen, waardoor de wedstrijd is afgelast. Of ik dat niet op Facebook heb gezien? Dat heb ik inderdaad niet gecheckt, een wijze les voor de volgende keer.

Novillos Neza – Cuervos de Silver

Gelukkig heb ik op weg naar Politécnico vanuit de Uber een alternatief gezien: op het Ciudad Deportiva wordt ook gevoetbald. Ik arriveer tijdens de rust van Novillos Neza – Cuervos de Silver, een wedstrijd in dezelfde Groep 4, dat gespeeld wordt op een bijveld met twee kleine tribunes. Op dit niveau worden geen kaartjes verkocht, je loopt zo naar binnen. Ik zit tussen de weinige supporters van de uitclub. Hun sporttassen staan op de tribune, die overigens weinig voorstelt: vijf betonnen treden en een golfplaten dak. Het veld bestaat uit slecht onderhouden kunstgras. Hier slidings maken, lijkt me geen pretje.

Om het stadionnetje heen gebeurt ook van alles: achter ons staan mensen in de rij om gevaccineerd te worden tegen het coronavirus, voor ons komen vliegtuigen over en aan de motorgeluiden te horen, wordt er geracet op het circuit. Het speelniveau valt alleszins mee, de spelers hebben een goede balcontrole en zijn heel behendig. Niks geen hotseknotsbegoniavoetbal hier. De meesten zouden in de Nederlandse eerste divisie niet misstaan.

Ondanks het lage niveau, valt me op hoe professioneel Cuervos is georganiseerd. Ze hebben een aparte coach voor de warming-up van de basiself en de reservespelers, en de wedstrijd wordt met een kleine camera integraal uitgezonden via de Facebook-pagina van de club en voorzien van live commentaar. Ondertussen maakt een oud mannetje zich enorm druk over de straatverkopers die zich een meter te ver binnen het stadionterrein begeven en hun wagentjes met frisdrank en chips moeten verplaatsen. Ambulante handel is erg belangrijk in Mexico en de onderlinge concurrentie groot, dus waarschijnlijk is hij bang dat ze klandizie afpikken van zijn hotdogkraam die pal naast de tribune staat. Ik pik nog drie doelpuntjes mee, de eindstand is 1-5.

UPSL

Op weg naar de uitgang blijkt in het Estadio Jesús Martínez ook gespeeld te worden, dus ik loop naar binnen. Het blijkt een wedstrijd tussen Academia América Leyendas (Legendes, geïnspireerd op het gelijknamige Club América) en Barracudas in de UPSL, een uit Amerika overgewaaide competitie. Er zit nog geen veertig man op de tribune, maar van de wedstrijd wordt uitbundig verslag gedaan op de radio. Er is zelfs een kleine afvaardiging van fanatieke Club América-supporters (vijf man en een kind) die met hun trommels voor een Argentijns aandoende sfeer zorgen.

Op het veld blijken de Leyendas vooral legendarisch in het missen van kansen: ze raken paal, lat en de keeper, maar niet het net. Omdat voor deze competitie elke Mexicaan op voetbalschoenen lijkt te kunnen uitkomen, houd ik het na één helft voor gezien. Twee helften, twee vincks; niet slecht voor een vrijdagochtend.

Atlante CF

Een week later gaat een grote wens in vervulling, want Atlante CF speelt thuis. Het is de vierde club van de stad en actief op het tweede niveau: de Liga de Expansión MX. De bijnaam is El Equipo del Pueblo, oftewel het team van het volk. De club heeft een aardige prijzenkast, maar nooit een eigen thuishaven gehad. Het heeft in bijna elk stadion in de stad gespeeld, totdat het in 2007 vanwege gebrek aan belangstelling verhuisde naar Cancún. Sinds 2020 zijn de Azulgranas (de clubkleuren zijn donkerrood-blauw) terug in Mexico-Stad op een plek waar ze eerder ook al speelden: het Estadio de la Ciudad de los Deportes, een schitterend ovaal stadion vlak naast een stierenvechtarena.

Tot 2018 speelde Cruz Azul er zijn thuiswedstrijden totdat het verhuisde naar Estadio Azteca. De bedoeling was het stadion plat te gooien en er een winkelcentrum neer te zetten, maar gelukkig is dat niet gebeurd. Het is een compact stadion zonder dak en ligt relatief dicht bij het stadscentrum. Tegenstander van vanavond is Club Deportivo Tapatío, een satellietclub van CD Guadalajara, waarin voornamelijk jeugdspelers ervaring opdoen. Vandaar ook dat ze allemaal rugnummers hoger dan 40 hebben.

Groundhoppen in Mexico-Stad

Atlante speelt zijn thuiswedstrijden op donderdagavond. Ideaal om te vincken, maar niet voor de eigen supporters. Veel van hen moeten werken en daarom zijn er vanavond slechts 1.000 van de 20.000 stoelen bezet. Dat was een maand geleden wel anders toen Atlante in een uitverkocht huis de return van de Apertura 2021-finale speelde. Helaas betekent een kampioenschap in Mexico niet per se promotie, want dat wordt niet op het veld, maar op het kantoor van de voetbalbond bepaald.

Briesende paarden

Zoals gewoonlijk lopen er talloze verkopers van eten en drinken heen en weer. Het zijn er veel te veel en om de drie minuten staat er weer iemand voor je neus. Men drink hier vooral een variant op michelada, halve liters bier met een dik mengsel van chilipeper, tomaat en limoensap op de rand. Omdat de wedstrijd niet om aan te zien is, gaan mijn vriendin en ik op de foto met de mascotte. Het is een stoer uitziende pony, want een andere bijnaam is Potros de Hierro (IJzeren Pony’s). Dat verklaart ook waarom om de haverklap cavaleriegeluiden en briesende paarden uit de luidsprekers schallen. Om de paar minuten hoor je wel een reclameboodschap of opgenomen liedjes met aanmoedigingen. In Nederland vinden we dat gek, hier is het doodnormaal.

Dat Atlante een volksclub is, is vooral te merken aan de spreekkoren. Een ervan eindigt steevast met “Atlante is je vader, en zo niet: neuk je de moeder”. Ondanks enkele kansen aan beide kanten, eindigt de wedstrijd doelpuntloos. Na afloop doet zich een opvallend tafereel voor. Aan de ene kant van onze tribune zit de ingang van de spelerstunnel voor de thuisploeg, waar Atlante-supporters naartoe stormen om hun spelers de huid vol te schelden. De trainer begint terug te schelden en wordt snel afgevoerd.

Aan de andere kant duikt de tegenstander de tunnel in, waar ze worden opgewacht door lokale Guadalajara-supporters. Niet om ze uit te schelden, maar om met ze op de foto te gaan. Een grote kale man die eruitziet als een ultra, heeft een kartonnen bordje en hij smeekt om een shirt. Blijkbaar maakt zijn verschijning indruk, want hij krijgt er ook nog een. Zelf ga ik als gloryhunter ook tussen de supporters staan en scoor een selfie met een van de spelers. Voldaan met mijn souvenir loop ik de tribune op, waar mijn vriendin me hoofdschuddend staat op te wachten. Echt rauw is deze club misschien niet te noemen, maar gezien het volkse karakter en authentieke stadion mag een bezoek aan Atlante zeker niet ontbreken.

Groundhoppen in Mexico-Stad

Cruz Azul Oceanía

Op zondagmiddag 12.00 uur staat een wedstrijd van Cruz Azul Oceanía in de Liga TDP op het programma. Het is een voetbalschool gelieerd aan de lokale grootmacht, ooit opgericht door arbeiders van de gelijknamige cementfabrikant. Op Facebook ziet het hoofdstadion van sportcomplex Deportivo Oceanía, gelegen vlak bij het vliegveld, met twee flinke tribunes en geel geschilderde hekken er veelbelovend uit. Helaas blijkt bij aankomst dat het hoofdveld gebruikt wordt voor een potje walking football, Oceanía speelt op een ander veld. Na een korte wandeling sta ik plotseling tussen marktkraampjes vol kogelvrije vesten en lange geweren. Even denk ik op een wapenbeurs voor Mexicaanse drugskartels te zijn beland, maar het blijkt een paintballparcours te zijn.

Via een omweg beland ik toch op de kleine tribune waar supporters van Oceanía en tegenstander Marina elk hun eigen plek hebben, met in het midden de commentator van de onvermijdelijke Facebook-livestream. Er is zelfs een deejay, die wanneer het spel stilligt supportersliederen van Cruz Azul door een speaker laat knallen. Pluspunt is dat er geen kunstgrasveld ligt. Naast de tribune staat een ambulance klaar om eventuele geblesseerde spelers af te voeren, met de brancard alvast buiten in de volle zon. Wie daarop gaat liggen, krijgt er ook een aantal brandwonden bij. Op het veld maakt Oceanía twee wonderschone doelpunten, maar Marina geeft niet op en maakt de aansluitingstreffer.

Tijdens de rust komt iemand ballonnen verkopen, maar helaas voor hem zijn de aanwezige kinderen niet geïnteresseerd. Op de achtergrond klinkt het alsof op het paintballparcours een drugsoorlog wordt uitgevochten. Ondanks dat het een wedstrijd op het vierde niveau betreft, leven supporters van Oceanía mee alsof het eerste elftal om de wereldbeker speelt. Alleen al vanwege lichte overtredingen en gesteggel over de plek van een vrije trap (die de Cruz Azul-keeper vanaf de middellijn op de lat schiet) gaan ze volledig uit hun plaat. Het “Cabrón!” (schoft) klinkt veelvuldig. Ik hoop vurig op de gelijkmaker omdat de chaos dan compleet zou zijn, maar dat gebeurt helaas niet. Na wat foto’s van het hoofdstadion te hebben gemaakt, waar helaas een lelijke kunstgrasmat in ligt, ga ik weer terug.

FC Politécnico

Op vrijdagochtend probeer ik opnieuw FC Politécnico te vincken, dat deze keer thuisspeelt tegen Aztecas; een toepasselijke naam voor een Mexicaanse voetbalclub. Door het drukke verkeer arriveer ik een kwartier te laat. Gelukkig begint de wedstrijd ook een kwartier later, maar daar maakt niemand zich druk over. Mexicaanse tijd. Van de uitbundige sfeer op de Facebook-foto’s is niks te merken, want op de tribunes zitten alleen moeders en vaders van de spelers. Eentje probeert een spreekkoor in te zetten, maar krijgt de rest niet mee. Een ander dreigt een toiletrol op het veld te gooien, maar stopt die toch weer terug in de boodschappentas. Hilariteit alom. Wel herken ik een van de spelers. Die had de vorige keer nog roze haar, nu is het geel.

Het voetbal is niet om aan te zien. De Aztecas zijn geen schim van de gelijknamige inheemse krijgers en hebben een kleine keeper, waar de spelers van de thuisclub telkens de bal overheen proberen te lobben, wat drie keer lukt. Het is een piepklein stadion met de enige tribune in de hoek in plaats van op de lange zijde van het veld. Aan twee zijden van het veld is een drukke weg, maar er zijn geen ballenvangers. Eén welgemikte trap en de bal belandt achterin een langsrijdende vuilniswagen, wat ook bijna gebeurt. Tegenover een van de doelen bevindt zich een autogarage die na de rust zulke keiharde muziek aanzet, dat we de spelers niet eens meer kunnen horen.

Ik zou graag rondlopen om wat foto’s te maken, maar de tribune is afgeschermd met hoge hekken. Het hek kan wel open voor de spelers, maar er staat een agent voor. Omdat je met de Mexicaanse politie beter niet kunt sollen, laat ik het erbij. Bovendien is rondlopen in deze temperaturen geen pretje, want ondanks het vroege tijdstip is het al behoorlijk warm. De wisselspelers zijn bijna uitgedroogd, want ze zitten in de volle zon en er is geen dug-out.

Na een slaapverwekkende tweede helft ga ik weer naar huis. Ik ben blij dat ik op bijna alle niveaus voetbal gezien heb, maar de lagere competities zijn wel erg obscuur. De drie grote stadions in de stad moet je gezien hebben, maar als je de hele dag door voetbal wilt zien, zijn er ook genoeg mogelijkheden. Wel opletten dat je een veilige buurt uitkiest en jezelf voor de poorten van de stadions laat afzetten en ophalen.