Verscholen in de natuurpracht aan de buitenkant van Apeldoorn ligt landgoed Berg en Bos. Een immense parktuin en de Apenheul trekken dagelijks duizenden bezoekers. Vrijwel allemaal passeren ze sportpark Berg en Bos. Misschien wel onopgemerkt, want het stadionnetje van AGOVV ligt een beetje verscholen achter de bomen.

De twee relatief nieuwe tribunes achter het doel en aan de lange zijde zijn na het faillissement van AGOVV gewoon blijven staan en herinneren aan een tijd dat er nog hardop gedroomd wordt over eredivisievoetbal in Apeldoorn. De monumentale hoofdtribune dateert al uit de periode dat Alleen Gezamenlijk Oefenen Voert Verder een semiprofvereniging is, die in de zomer van 1971 uit het betaald voetbal verdwijnt door de opheffing van de tweede divisie.

Zoals er ook een streep door het profvoetbal in de Gelderse stad gaat in januari 2013. Parallellen tussen beide periodes zijn de afkerige houding van de gemeente Apeldoorn en de manier waarop de KNVB omgaat met AGOVV, die volgens velen een belangrijke rol hebben gespeeld bij de ondergang van AGOVV. Jaren van financieel mismanagement doen de rest.

“Bij ons ging de stekker eruit wegens een belastingschuld van vier ton, maar jaarlijks legt de gemeente zonder enige wanklank enkele tonnen toe op de exploitatie van het Omnisportcentrum. Dat dan weer wel”, weet Rob Kruitbosch.

Failliet

Kruitbosch is supporter van het eerste uur. Hij heeft zelf jarenlang gevoetbald bij de amateurs en zijn vader is nog profspeler geweest in de eerste proftijd. De Apeldoorner is elke thuiswedstrijd van AGOVV aanwezig. Dat de tegenstanders tegenwoordig SV Otterlo en SKV Wageningen heten in plaats van TOP Oss of Sparta deert Kruitbosch niet.

“Het had niet veel gescheeld of ook de amateurtak was in 2013 failliet gegaan. De proftak had al jaren de huur voor het stadion niet afgedragen, waardoor de amateurs financieel in de problemen waren gekomen. Het is echt kantje boord geweest, maar gelukkig kon de vereniging nog net worden gered. Het faillissement van de profs was pijnlijk, maar als de club helemaal verdwenen zou zijn, dan zou ik echt gek geworden zijn”, vertelt hij.

“Apeldoorn staat qua voetbal alleen maar op de kaart dankzij AGOVV. Alle verenigingen die gedurende de afgelopen jaren een bloeiperiode hebben gekend, hebben op dat moment altijd oud-trainers en -spelers van AGOVV in de gelederen gehad. Dat zegt feitelijk alles.”

Een bedrag van niets

Het is zondagavond 29 juni 2014. Gespannen zitten miljoenen Nederlanders voor de televisie. Nederland speelt tegen Mexico in de achtste finales van het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië. Het is diep in blessuretijd als Klaas-Jan Huntelaar Oranje naar een 2-1 overwinning schiet. Het land juicht.

In Apeldoorn heerst op dat moment extra trots. Behalve Huntelaar staat die dag ook Paul Verhaegh op het veld bij het Nederlands Elftal. Twee dagen later zegeviert België met dezelfde cijfers tegen de Verenigde Staten aan de hand van Nacer Chadli en Dries Mertens. Net als de twee genoemde Oranje-internationals beleeft ook dit tweetal zijn vuurdoop in het betaald voetbal op sportpark Berg en Bos.

“Met de opleidingsvergoeding die clubs krijgen als een speler wordt doorverkocht, was AGOVV zonder problemen uit de schulden geraakt. Maar ja, die spelers maakten pas een klapper toen AGOVV al failliet was”, sombert hij.

Het uiteindelijke faillissement is niet direct te herleiden naar één specifieke oorzaak. Natuurlijk, met gemiddelde toeschouwersaantallen variërend van 1.900 tot 2.600, is AGOVV geen hoogvlieger, maar het zijn aantallen waar sommige clubs in de eerste divisie al jaren zwarte cijfers mee schrijven. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden en te laat inspelen op de realiteit doen de Apeldoornse profclub uiteindelijk de das om.

Sportstad

Dat AGOVV weinig vrienden in de gemeenteraad heeft, zorgt er daarbij voor dat een redding hoegenaamd onmogelijk wordt als het bankroet zich eenmaal aandient. Kruitbosch: “Apeldoorn afficheert zich graag als sportstad. De afgelopen jaren is in totaal meer dan zestig miljoen euro uitgegeven aan de sportevenementen en faciliteiten. Een mooi voorbeeld is de wielerbaan, die de gemeente voor anderhalf miljoen euro heeft later vertimmeren.”

“Maar voor het voetbal in de stad hebben ze nooit een poot willen uitsteken. Er wonen 160.000 mensen in Apeldoorn. Betaald voetbal is het best denkbare visitekaartje dat je als gemeente kunt hebben. Maar dat besef is er in het stadhuis helaas nooit geweest. Het is schrijnend dat uiteindelijk een belastingschuld van 400.000 euro ons de das heeft omgedaan. Dat is eigenlijk een bedrag van niets.”

Uit: het (inmiddels uitverkochte!) boek Verdwenen Profclubs, verbonden door de ondergang van Martijn Schwillens, hét boek over de clubs die sinds 1991 uit het betaaldvoetbal in Nederland zijn verdwenen: Haarlem, FC Wageningen, SVV, Veendam, VC Vlissingen/VCV Zeeland, RBC en AGOVV.