Feyenoord treft vanavond Sporting Clube de Braga in het Estádio Municipal. Voor de Rotterdamse uitsupporters wacht een unieke ervaring. Dit markante stadion, speciaal gebouwd voor het EK in Portugal, was in 2004 het toneel voor de groepswedstrijd Nederland – Letland.

Menig wenkbrauw moet gefronst zijn toen architect Eduardo Souto de Moura zijn schetsboek op tafel legde. Het stadion moest uitgehouwen worden uit de Monte do Castro-steengroeve, die uitkijkt over de stad. Het prijskaartje loog er niet om. Wat begon met een relatief bescheiden begroting van nog geen dertig miljoen euro, zwol aan tot tweehonderd miljoen – verreweg de duurste van alle stadions op het eindtoernooi. De bijnaam diende zich vanzelf aan: A Pedreira – De Steengroeve.

Op de bonnefooi naar Braga

Jeroen Heijink, presentator van de Staantribune Podcast, was 24 toen hij in de zomer van 2004 met een paar vrienden op de bonnefooi naar Portugal vertrok. Een tentje op een camping, kaartjes voor de wedstrijden en één motto: als Nederland eruit vliegt, rijden we weer naar huis.

Na omzwervingen door Porto en Aveiro leidde de reis hen uiteindelijk naar Braga, een universiteitsstad in het noorden van het land. “Het draaide vooral om stappen, dat was de hoofdzaak,” herinnert Jeroen zich. “De wedstrijden waren niet meer dan een leuke bijkomstigheid.”

Sporting Braga

Plastic hamers en stronken knoflook

De timing bleek toevallig perfect. Op de dag dat Nederland speelde, barstte Braga los tijdens São João, het feest van Sint-Jan. Sinds de middeleeuwen vullen in de nacht van 23 op 24 juni muziek, dans en eten de straten. Het bekendste attribuut: de martelinhos, kleine plastic hamertjes waarmee men vrienden én vreemden speels op het hoofd tikt. Geen teken van vijandschap, maar juist van genegenheid.

“Op iedere straathoek werden die hamertjes verkocht, van piepklein tot reusachtig. Na een paar biertjes rende de hele stad gierend achter elkaar aan,” zegt Jeroen.

Niet elke tik was even zacht. “Een vriend werd op een gegeven moment achternagezeten met een flinke stronk knoflook. Zonder enig benul van de traditie kreeg hij die pardoes in zijn gezicht gedrukt. Uiteindelijk bleek ook dát een teken van waardering.”

Rotswand-decor

Tijdens de bergbeklimming naar het wedstrijdtoneel werd Jeroen sceptisch. Een stadion heeft vier tribunes en als dat niet zo is, dan is het geen écht stadion, dacht hij bij zijn eerste blik op het Estádio Municipal. “Hier stonden er slechts twee tegenover een kale bergwand. Dat kon nooit wat wezen.”

Aan weerszijden van het veld verrijzen de twee torenhoge tribunes, terwijl achter één doel de rotswand van de groeve het decor vormt. De tribunes worden overdekt door luifelachtige daken, gespannen en gedragen door tientallen stalen kabels – een ontwerp dat zijn inspiratie vond in de oude Inca-bruggen. Onder het veld ligt een verborgen plaza van vijfduizend vierkante meter, waarlangs het publiek zich verplaatst.

“Dertigduizend man op twee tribunes is eigenlijk heel bijzonder,” zegt Jeroen. “Normaal oogt het leeg en kil zonder publiek achter de doelen, maar hier maakt het uitzicht alles goed.”

Sporting Braga

Wandeling

Wat veel bezoekers niet weten, is dat je ook van de ene naar de andere tribune kunt wandelen: langs de rotswand, achter het scorebord langs. Het pad is smal en steil. Jeroen waagde zich eraan. “Ik zat op de onderste ring aan het veld en ben tijdens de wedstrijd een rondje gaan lopen, omdat we afhankelijk waren van een andere uitslag. Het voelde ruw, betonnerig. Je kon letterlijk niet om die berg heen – net zoals bij de tribune van Boca Juniors of het torentje in Bologna.”

Op het veld voltrok zich intussen een klein mirakel. Nederland versloeg Letland met 3-0 en omdat een Tsjechisch B-elftal verrassend van Duitsland won, plaatste Oranje zich alsnog voor de kwartfinale.

De combinatie van het Sint-Jansfeest en de euforie om het Nederlands Elftal kwam samen in het bruisende hart van Braga. “Die regio leent zich uitstekend voor een weekendje weg,” aldus Jeroen.

Van café tot bergtop

Midden in het centrum van Braga ligt Café Vianna: het oudste café van de stad. Volgens de plaquette aan de buitenmuur is dit de plek waar in 1921 Sporting Clube de Braga werd opgericht. Nog altijd serveren ze er de lokale specialiteit: bacalhau à Braga, kabeljauw met gebakken aardappeltjes in een kruidig mengsel van paprika en ui.

Wat aanvankelijk vreemd leek, voelt voor Jeroen achteraf als iets unieks. “Het is geen dertien-in-een-dozijn stadion. Seedorf die een hoekschop neemt met die berg op de achtergrond – dat beeld zit nog steeds in mijn hoofd.”

Ook de architectuurwereld kon er niet omheen: voor dit ontwerp ontving Eduardo Souto de Moura de prestigieuze Pritzker-prijs.