Elke week plaatsen we een ingezonden groundhopverhaal. Deze week van Wouter van der Schaaf, die de ontknoping in de Liberiaanse competitie bezocht. Weer eens wat anders dan een tripje naar Engeland of België! 

“En? Zijn er nog kaartjes voor de grote finale Nimba – Grand Kru?” Mijn gastheren van de Liberiaanse onderwijsbond bij wie ik deze week op bezoek ben, hebben de vraag zeer serieus opgepakt. Ze zijn met de auto verschillende adressen in de hoofdstad Monrovia langsgegaan om te kijken of er nog kaartjes verkrijgbaar zijn.

Uiteindelijk is het Andrew gelukt twee kaartjes te bemachtigen. “Ik heb kaartjes voor de VIP-afdeling op de hoofdtribune gekocht. Tien dollar per stuk. Ik had ook kaartjes kunnen kopen in vakken waar je voor twee of drie dollar kunt zitten, maar dat kan ik je niet aanraden. Daar is het veel te onrustig. En bovendien zit je dan de hele middag vol in de zon.” Geen aanlokkelijk vooruitzicht met temperaturen tot ver in de dertig graden.

Trots laat Andrew de twee kaartjes zien. We gaan samen. Hij wil absoluut niet dat ik alleen ga. “Bij de VIP-afdeling zit je ook nog eens in de buurt van de president”, zegt hij. “President George Weah komt zeker.” Ooit was hij sterspeler bij AS Monaco, Paris Saint-Germain en AC Milan. In 1995 werd hij uitgeroepen tot FIFA wereldvoetballer van het jaar. Een aantal jaren geleden ging hij de politiek in. Twee jaar geleden won hij de presidentsverkiezingen en sindsdien zie je zijn foto overal in de straten van Monrovia. Met bril en grijzende baard.

De VIP-kaartjes kosten dus tien dollar per stuk. Dat lijkt goedkoop voor een kaartje op de hoofdtribune en dan ook nog eens voor dé finalewedstrijd van het jaar, maar voor Liberiaanse begrippen is het een heel bedrag. De meeste leraren of verplegers verdienen per maand niet meer dan zo’n 130 US Dollar. Dus voor zo’n ticket moet je in Liberia twee dagen werk leveren. Dat plaatst die tien dollar weer in een ander perspectief.

Hoogtepunt

De finale is het hoogtepunt van het voetbalseizoen in Liberia. De afgelopen weken hebben de selectieteams, afkomstig van alle vijftien Counties (vergelijkbaar met provincies) van Liberia, tegen elkaar gespeeld. Op donderdag waren de halve finales en deze zondag volgt de strijd om welke County zich dit jaar de sterkste mag noemen.

Andrew praat mij bij. “Rondom die halve finale is ontzettend veel gedoe geweest. Een van de vier ploegen was de County waar de president zelf vandaan komt, Grand Kru County. In die halve finale was Grand Kru veruit de zwakste partij, maar wist toch op voorsprong te komen. En toen kwam het omstreden moment waarover iedereen zich nu nog steeds boos maakt. De tegenpartij van Grand Kru verdiende een zuivere penalty, maar de scheidsrechter wuifde dat achteloos weg. ‘Hij durft niet, gonsde het door het stadion. ‘Hij durft geen penalty te geven ten nadele van het team van de president, want dan zou Grand Kru de finale mislopen.’ Wat er ook van waar mag zijn, de penalty werd niet gegeven en het team uit de County van de president won met 1-0 en staat dus in de finale. Iedereen is benieuwd of zich dat scenario nog een keer gaat voordoen. Want alles hier in Liberia is politiek, helemaal bij het voetbal. Je hebt als tegenstander van Grand Kru misschien wel de ‘strength’, maar tegen de echte ‘power’ van de president kan je nooit op.”

Al die inleidende opmerkingen bezorgen mij een gevoel van opwinding. Hier ben ik dan, door een gelukkig samenloop van omstandigheden, in Liberia. Precies op het moment dat de grote finale wordt gespeeld. ‘Opgetogen’ is een understatement. Ik maak een foto van de kaartjes. Alleen al het formaat is bijzonder. Twee stripjes geplastificeerd karton. Van het formaat waarmee je parfum test. Ik berg ze zorgvuldig op.

De wedstrijddag

“Zorg dat je op tijd in het stadium bent. Het wordt heel druk”, krijg ik als advies mee. Mijn gastheren steggelen onderling nog wat over het moment waarop zij mij komen ophalen. Ze komen tot de conclusie dat ik om één uur klaar moet staan. “Dan hebben we voldoende tijd.” Ik heb nog steeds  geen idee hoe laat de wedstrijd begint. Andrew zegt mij dat het vier uur is en Samuel weet vrij zeker dat het later op de middag is. “Maar ik weet niet precies hoe veel later. Hoe dan ook, zorg dat je op tijd bent.”

Dat advies volgen Andrew en ik op. De auto brengt ons tot zo’n kilometer van het stadion, dat vernoemd is naar een voormalig president van Liberia, Samuel Doe. Dat is op zich al bizar en bijzonder. Hoe kan je het nationale stadion van Liberia nog steeds vernoemen naar een van de wreedste machthebbers uit de geschiedenis van het land? De man die leiding gaf aan een terreurbewind en in 1990 zelf op de meest brute wijze aan zijn einde kwam. De video van die gruwelijkheid circuleerden in de regio.

Het is inmiddels twee uur in de middag en stervensdruk op de route naar het stadion. Honderden brommers rijden als taxi’s af en aan. Duizenden wandelen over de snikhete weg. Overal verkopers van vlaggen van de Counties van de twee finaleteams, Nimba en Grand Kru. Aangekomen bij het stadion staat de ME in volledige uitrusting ons op te wachten. Andrew neemt mij bij de hand. “Let op je spullen. En blijf dicht bij mij in de buurt.” Hij houdt de twee kaartjes in het zicht van mensen die blijken te gaan over de toegang tot het stadionterrein.

We persen ons door een smalle doorgang en mij is het een raadsel hoe de overige 35.000 toeschouwers op tijd hier door heen komen. Als we eenmaal deze eerste horde hebben genomen, denk ik opgelucht dat hiermee het ergste achter de rug is. Niet dus. De volgende hindernis is een metalen hek dat af en toe open gaat. Ook hier veel agenten, voorzien van lange lat en helm. Tussen dringen en voordringen is in Liberia maar een smalle scheidslijn. En zo komt het dat Andrew en ik steeds meer naar achteren worden geduwd.

De temperatuur is inmiddels opgelopen tot zo’n 34 graden. Niet echt een temperatuur om intensief bij te sporten, lijkt mij. Ook nu weer zou ik mij vergissen. Bij elke volgende hindernis zijn er veel mensen die om onduidelijke redenen worden teruggewezen. Die maken zich daar op hun beurt dan weer zo vreselijk kwaad om dat het leidt tot bemoeienis van iedereen om hen heen. Het schiet niet op.

VIP-vak

Uiteindelijk komen we in de buurt van de opgang naar het VIP-vak. Een rode loper, een ruime entree. Ik hoop de kaartjes als collectors item te mogen houden. Niet dus. Ze worden door de controleur in een bak met water gegooid. “Om te voorkomen dat een kaartje nog een keer kan worden gebruikt”, zegt Andrew. Via de stadiontrappen belanden we in het VIP-vak. Het is half drie en de tribune zit al stampvol. Ik heb geen idee wat er zo VIP aan is, want iedereen zit op beton. Geen kuipstoeltjes. Geen kussens.

We wurmen ons tussen de andere toeschouwers in. Iedereen schuift een stukje op. Dat is het patroon van de komende uren. Officieel mogen hier 35.000 mensen naar binnen. Ik schat dat het er een paar duizend meer zijn. Hier worden geen stoelen verkocht, maar kaartjes. Het woord ‘inschikken’ is ook nu dus weer een understatement. Iedereen schuift een stukje op en zo kan er altijd nog wel iemand bij. Daartussendoor komen dan nog de verkopers van Chinees bier en water. Hoe laat begint Nimba – Grand-Kru eigenlijk?

Die vraag is voor niemand om mij heen van belang. “Geen idee”, zegt iemand naast mij. “Ik vermoed als het donker is. Dat is dan om een uur of zeven. Maar wat doet het er toe. We´re having fun.”

En dat is ook zo. Het is reuze gezellig. De aanhangers van Nimba in het rood en Grand Kru in het geel zitten door elkaar heen, zingen en hebben pret. Met elkaar en om elkaar. Nimba – Grand-Kru is geen risicowedstrijd als het om de toeschouwers op de tribunes gaat. Uiteindelijk wordt het programma van deze middag mij duidelijk. Over anderhalf uur – om vier uur – begint de wedstrijd om plek drie en vier en over drie en een half uur, zo tegen zevenen is de finale.

En zo passeren uren waarin ik mij geen seconde verveel. Nog steeds komen bezoekers de tribunes oplopen. Geen idee hoe zij nog een plek kunnen bemachtigen, maar iedereen kan zitten. Ook aan de overkant, in de brandende zon, zijn de vakken bomvol. In het midden van de hoofdtribune, naast het VIP-vak, is een door glas afgeschermd gedeelte. Voor de écht belangrijke mensen. “Sponsoren vooral”, zegt Andrew.

De stoel waar de president straks op gaat zitten, is een klassieke koninklijke zetel . Met hoge rugleuning en bekleed met rode pluche. De stoel blijft nog uren leeg. De president heeft andere zaken te doen. Morgen houdt hij zijn jaarlijkse State of the Union. Een enorme toer wordt dat om de rampzalige economische situatie in fraaie woorden te verpakken. Het afgelopen jaar heeft Weah veel van zijn goodwill verloren. Zo´n voetbalwedstrijd is dan het ideale moment om positief in het nieuws te komen.

Geen moment heb ik enige angst voor supportersrellen tussen Nimba en Grand-Kru. Maar toch, als hier paniek zou uitbreken om wat dan ook, zouden de gevolgen niet overzien te zijn. Het valt mij op hoeveel vrouwen hier zijn. Groepjes vriendinnen die er een gezellige middag van maken. En gezellig is het zeker. De verkoop van bier in blik (behalve Chinees bier zie ik ook Amstel voorbij komen) gaat vlot. Zeker met deze temperatuur. Verkopers van allerlei etenswaren worstelen zich een weg door de toeschouwers.

Met al dat gezellige gedoe op de tribune heeft niemand enige interesse voor wat op het veld gebeurt. Er wordt een soort softbal gespeeld, maar dan met een voetbal. De County Lufa wint de finale. Niemand die er  aandacht aan schenkt. Uit het niets komt op de sintelbaan een aantal racefietsers hun rondjes draaien, zonder dat duidelijk wordt wat hier de bedoeling van is. In een hoek van het stadion beginnen de twee voetbalteams die om vier uur spelen alvast met hun spieren los te maken. Het woord ‘warming up’ lijkt mij niet van toepassing.

Met de softballers, de fietsers en voetballers al in actie, begint tegelijkertijd een vier maal honderd meter estafettewedstrijd. Alles als onderdeel van de grote County Competitie. Het is één enorme door elkaar lopende voorstelling. De fietsers ontwijken de hardlopers en de hardlopers moeten ervoor zorgen dat zij niet te maken krijgen met de voetballers, de hoofdact van deze middag.

Goede geesten

Plotseling gaat iedereen staan. Gejuich en gejoel. Een figuur met een enorm masker en wandelend op hoge stelten komt het stadion binnen. Keihard aangeslagen bongo’s zorgen voor de begeleiding. “Dat is de goede geest van Nimba County die ons de overwinning gaat bezorgen”, zegt Andrew en hij lacht er bij. “Niet dat ik dat werkelijk geloof, maar je moet nooit spotten met het lot van geluk en ongeluk.” Even later komt van de andere kant ook Grand Kru County aanzetten met zijn eigen geluksbrenger. Zo kan er voor beide partijen zeker niets misgaan. Nog steeds brandt de zon op de toeschouwers op de volgepakte tribunes aan de overkant. Over een uur of drie vangt de finalewedstrijd aan.

Om vier uur begint de verliezersfinale tussen de Counties Lufa en Maryland. Alleen spelers waarvan de familie komt uit die County mogen voor  selectieteams worden gekozen. Ik vraag mij af hoe de finale er in Nederland uit zou zien. Drenthe tegen Zeeland? Ik heb geen idee. Zou een leuke quizvraag kunnen zijn: welke provincie levert het sterkste team?

Het grasveld is door de grote droogte van de laatste weken keihard geworden. Het lijkt meer een betonplaat. Bovendien is de grasmat niet egaal, zodat mooi passen niet aan de orde is. Het spel verloopt eigenlijk net als ik op allerlei stoffige veldjes in Liberia heb gezien. Technisch heel handig, mooie bewegingen, veel balverliefdheid, een onvermoeibare inzet en voor het overige klassiek Engels: de lange bal. Want alleen een door de lucht gespeelde bal heeft geen last van graspollen en andere ongemakken. De bal schiet en stuitert alle kanten op, wat het spel onvoorspelbaar maakte. Een terugspeelbal naar de keeper is zo´n enorm risico dat het niet voorkomt. Ik tel er precies twee.

Onvermoeibaar draven de twee teams en gunnen elkaar geen moment rust. Elke lange bal wordt achtervolgd. Logisch, want je weet maar nooit of die net mooi voor je voet zal stuiteren. Het publiek is tam. Ze komen niet voor Maryland of Lufa, maar voor de finale tussen Nimba en Grand Kru. Maar voor het zo ver is heb ik, net als iedereen, al vijf uur op betonnen rand doorgebracht. Gelukkig heb ik anderhalve liter water bij mij.

Eindelijk is het zover. President George Weah komt door de spelerstunnel het veld op lopen. Hij zwaait naar zijn aanhangers. “Voetbal is hier heel politiek”, fluistert Andrew mij nogmaals toe. Als enige is de president in smetteloos wit gekleed. Voorzien van witte pet. Een grote man, omringd door allerlei types in uniformen. Hij heeft zich een presidentiële loop aangemeten. Langzaam en voornaam. Hij  stelt zich voor aan de teams uit de Counties Nimba en Grand Kru. De teams stellen zich op en met de hand op het hart zingen zij mee met het volkslied. Altijd een bijzondere belevenis om naar de tekst van een volkslied te luisteren. Zeker in een land als Liberia. Het behoort tot de allerarmste van de wereld, heeft de laatste dertig jaar vreselijke burgeroorlogen moeten doorstaan. En dan zingt iedereen om mij heen:

In joy and gladness
w
ith our hearts united
w
e’ll shout the freedom
o
f a race benighted
long live Liberia, happy land!
A home of glorious liberty,
b
y God’s command!

Maar wat zeur ik. Het is feest vanavond. De zon is ondergegaan. De stadionverlichting is aangedaan. Iedereen heeft een plaats weten te bemachtigen. Feest! Het publiek om mij heen gaat helemaal los. Zingend, dansend, luid krijsend moedigen de supporters hun helden aan.

George Weah gaat naar zijn presidentiële zetel om de wedstrijd te aanschouwen. Ooit stond hij zelf op dit veld. Voor het nationale elftal. Als speler, als coach en als sponsor. Liberia staat op de 152ste plaats in de FIFA ranking. Ooit, in 2001, was het nog 61ste. De spelers van het nationale elftal komen uit voor clubs, verspreid over de hele wereld. Marokko, Malta, de VS, één speelt in de Premier League. De meest ervaren spelers komen uit voor Minerva Punjab in India en de Memelodi Sundowns in Zuid-Afrika.

Die opwinding op de tribunes over het spel op het veld is meer dan terecht. De finale is even chaotisch als spannend, even snel als slordig. Heen en weer hotseknotst de – in mijn beleving – keihard opgepompte bal. Dit is geen stuiteren, maar veel eerder een lancering. Het kan de spelers totaal niet boeien. De inzet is ongekend. En ook al is de zon ondergegaan, de temperatuur blijft rond de dertig. Hier geen drinkpauzes halverwege de eerste helft.

Iedereen let met extra aandacht op de scheidsrechter. De grote vraag is of hij in de voetsporen gaat treden van zijn collega van afgelopen donderdag. Dat was de scheidsrechter die het presidentsteam uit Grand Kru zo schaamteloos bevoordeelde. Gaat ook deze keer de scheidsrechter de hoofdrol voor zichzelf opeisen? Andrew naast mij – en zelf afkomstig uit Nimba – heeft geen enkel vertrouwen in diens onpartijdigheid. En zijn vermoeden is terecht. De scheidsrechter neemt in de eerste helft een paar beslissingen waar je vraagtekens bij kunt zetten. Hier geen VAR om het allemaal nog eens na te kijken. In de allerlaatste minuut kent de scheidsrechter een penalty toe aan het ´presidentiële´ team van Grand Kru. “Terecht”, zeggen de meesten om mij heen. “Maar toch….”, komt er direct achteraan. De teams gaan rusten bij de stand 1 – 0 voor Grand Kru. De president kan tevreden zijn.

Ik maak mij op voor de tweede helft. Heb er zin in. De sfeer is goed. “We gaan nu weg”, zegt Andrew plotseling. Ik kijk verbaasd, maar hij zegt het op een toon die geen tegenstand duldt. “Het is op dit moment al heel druk rondom het stadion. Er is nauwelijks verlichting. Als we tot het eind blijven, dan komen we in een ongelofelijke drukte terecht.” Ik kan niet anders doen dan hem gehoorzamen. We dalen de trappen af van de VIP-ruimte.

Buiten het stadion staat het vol met kraampjes. Ik heb trek. “Eerst uit de buurt van het stadion komen”, dringt Andrew aan. We wandelen terug in de duisternis. Straatverlichting ontbreekt, maar niet de tientallen verkopers van snacks, frisdrank en wat er ook maar te koop valt aan te bieden. Bij het kruispunt op meer dan een kilometer van het stadion worden we opgehaald. Ik kijk om. Daar in de verte ligt het stadion, waar nu de tweede helft is begonnen.

Pas de volgende morgen hoor ik de uitslag van Nimba – Grand-Kru. “De wedstrijd is nooit geëindigd”, zegt Andrew. “In de tweede helft kende de scheidsrechter aan Grand Kru nóg een penalty toe. Ik heb geen idee of dat terecht was of niet. Maar de spelers van Nimba hielden het voor gezien. Zij wandelden verontwaardigd het veld af. De uitreiking van de beker  aan het winnende team ging niet door. Voor president George Weah was het een enorme afgang. Zijn team stond op winst, maar werd nooit tot winnaar uitgeroepen. Wij in Liberia zeggen dan dat Nimba wel het sterkste team had, maar dat het nooit tegen de president op kan. Zeker niet als hij George Weah heet”.

Heb jij ook een leuke groundhoptrip gemaakt? Stuur jouw verhaal (plus foto’s) dan naar info@staantribune.nl. De leukste artikelen worden op de website geplaatst.